Belendingen:
ten noorden: 'Wisent' (= Koewijzend);
ten westen: 'Lijs Claes Jan Vrouwes' en 'Jan Sijmen Hels';
ten oosten: 'Simen L[...]ck' en 'Claes Pieterssoon';
ten zuiden: 'Westerblocker wech'.
Oppervlakte van het perceel: 'Vijftalf morgen twee ende 1/2 roeden'.

Belendingen:
ten noorden: 'Swager wegh' (= Dorpsstraat);
ten westen: 'Aryaen Heym[eeste]r';
ten oosten: 'Klaes Elisz';
ten zuiden: 'Wijsent' (= Bangert/Koewijzend).

Belendingen Slootgeslant:
ten noorden: 'Wisent' (= Koewijzend);
ten westen: 'Claes Jacopssoon';
ten oosten: 'Het Munnekedammerlandt, gecomen van de Reguliers';
ten zuiden: 'Westerblocker wech'.
Oppervlakte van het perceel: 'Omtrent ses roe minder als negen hont of anderhalf morgen'.

Belendingen Jan Reyns wout:
ten noorden: 'Wisent' (= Koewijzend), met daarin een 'stene pijp (= brug);
ten westen: 'Het Munnekedammerlandt, gecomen van de Reguliers';
ten oosten: 'Regeliersclooster'; ten zuiden: 'Westerblocker wech'.
Oppervlakte Jan Reyns wout: 'Drie morgen vier hont negenendartich ende 2/3 roeden'.

Belendingen:
ten noorden: 'Jan Ariaensz';
ten westen: 'Su Klaesdochter';
ten oosten: 'Notwegh' (= Meeweg);
ten zuiden: 'Hermen Arentsz'.

Belendingen:
ten noorden: 'Somerdijck' (= Zomerdijk);
ten westen: 'Griet Joris cum sociis';
ten oosten: 'Cornelis Cornelisz Stam';

Oppervlakte van het perceel: 'Twee morgen driehondert tweeënveertich roeden lants'.

Belendingen:
ten westen: 'Jan Luitsz';
ten oosten: 'd' erven van mr. Cornelis Wijnhuis t' Enchuisen' en 'Jan Francen';
ten zuiden: 'Hemdijck' (= Lekerweg).

Belendingen van het westelijke perceel:
ten noorden: 'Albert Cornelissoon';
ten westen: 'Lijsbet Come Siverts', met ten westen daarvan 'Groene Wijsent of wech na Blocker' (= Holenweg);
ten oosten: 'Lijsbet Pier Willems ses morgen'; ten zuiden: 'D' erfnamen van Allebroers'.
Oppervlakte van het westelijke perceel: 'Twee morgen drieënvijftich ende 1/3 roeden'.

Belendingen van Lijsbet Pier Willems ses morgen:
ten noorden: 'Blocker wech' (= Westerblokker)';
ten westen: 'Albert Cornelissoon', het westelijke perceel en 'D' erfnamen van Allebroers';
ten oosten: 'Baltser Claesz consoosges';
ten zuiden: 'Die Oosterdijck' (= Schellinkhouterdijk/ Lageweg).
Oppervlakte van Lijsbet Pier Willems ses morgen: 'Ses morgen vier hont dartich ende 1/3 roeden'.

Belendingen van Pijpers Weer:
ten noorden: 'Blocker wech' (= Westerblokker)';
ten westen: 'Cornelis Tuenissoon';
ten oosten: 'Pieter Janssoon';
ten zuiden: 'Huissitten Armen' (= Huiszittende Armen te Hoorn).
Oppervlakte van Pijpers Weer: 'Een morgen drieëntachtich ende 2/5 roeden'.

Belendingen:
ten noorden: ''t lant genaemt Heffsant' en ''t Paardelandt';
ten westen: 'Pieter Jansz Zeeu', en 'Pieter Jansz Zeeu Dinghslantje';
ten oosten: ''t Grietelandt', 'Jan Germitsz', ''t Lutjelandt' en 'Jan Pietersz Avis';
ten zuiden: 'Venhuyser wagenwegh' (= Westerkerkweg).

Belendingen:
ten noorden: 'Die Somerdijck' (= Zomerdijk);
ten westen: 'Ariaen Jacopsz';
ten oosten en zuiden: 'Het Mueledijckgen' (= Molendijkje) en 'Die Mue[len]dijckssloot' (= Molendijksloot);
Oppervlakte van het perceel: 'Vier morgen min een hont ende acht roeden'.

In het uiterste westen van het kaartbeeld, op het raakpunt van Zomerdijk en Hoornseweg, een tekening in vogelvlucht van een overtoom, een brug (in de Hoornseweg) en een boerenwoning aan de wech na Woglom (= Hoornseweg).

Belendingen:
ten noord- en zuidwesten: 'Cornelis Pietersz Baertsz';
ten zuidoosten: 'Heerewegh achter Aken'.

Belendingen:
ten noorden: 'Die Leeck' (= Leek) en 'Het mueledijckgen'; (= molendijkje);
ten westen: 'Meester Jan Binneblijf';
ten oosten: 'Nies Jan Berchouts', met ten oosten daarvan de 'Hoorner Vaert' (= Hoornse Vaart, langs het Keern) en een 'wech' (= Keern/Risdam);
ten zuiden: 'Trij Pieters op Keeren', 'Jan Geerrits Wuft', 'Jan Gert Wuft', 'Jonge Jaep Taemsz', 'Gerrit van Oosten', 'Gerrit Cornelissen Gaergoet' en - in een fraaie tekening in vogelvlucht - 'Gaergoets tuyn'.
Oppervlakte Matijs Heerts landt: 'Acht morgen, met die halve heynsloten behalve an de noortzij'.
Oppervlakte Truydemans landt: 'Seven morgen min een hont ende 3tsestich roeden'.
Oppervlakte Claes Doedes landt: 'Vier morgen min dartien roe'.

In het zuidoosten van 'Truydemans landt' is gekarteerd een 'laen' (landpad) met een verbindingsbruggetje naar het Keern. Deze Laan is ook op latere topografische kaarten te zien.

Belendingen:
ten noorden: 'Slimtocht' en - ten zuiden daarvan - 'd' weesen van Hoorn';
ten westen: 'd' erven van Jan Gerritsz', 'Pietertje Klasen', 'Sijmon Jansz' en 'Jan Pietersz';
ten oosten: 'Beatris Daniëlsz';
ten zuiden: de Bobeldijk.

Ten zuiden van de Bobeldijk: huis en erf (50 roeden).

Belendingen:
ten noorden: 'Leeck sloot' (= Kromme Leek);
ten westen: 'd' Beginen van Hoorn' (Begijnen);
ten oosten: 'Sijmen Albertssoon';
ten zuiden: 'Swaechdijck' (= Zwaagdijk).

Oppervlakte van het westelijk gedeelte: 'Drie morgen vijvensestich ende 1/2 roeden'.
Oppervlakte van het oostelijk gedeelte: 'Vierdalf morgen min een ende 3/4 roeden'.

Met aardige tekening in vogelvlucht van bebouwing aan de Zwaagdijk.

Belendingen worden niet genoemd.

Belendingen:
ten noorden: 'Wochlomer wech' (= Oosteinderweg);
ten westen: 'Die weeskinder van Amsterdam';
ten oosten: 'Jan Garbrantses erfnamen';
ten zuiden: 'Die weeskinderen van Amsterdam'.

Oppervlakte van het westelijk gedeelte: 'Acht hont vijf ende 1/3 roeden'.

Belendingen:
ten noorden: 'Albert Francen Sonck', 'Brasscher', 'Pieter Adriaensz' en 'Jan Sijmonsz';
ten westen: 'Outger Pietersz';
ten zuidwesten: 'Slimtocht' en - ten zuidwesten daarvan - d' weesen van Hoorn';
ten noordoosten: 'Cornelis Pietersz';
ten oosten: 'Jan Germitsz', 'Vechter Dirckxsz' en 'Cornelis Elbertsz';

Belendingen:
ten noorden: 'Die Bulten, d' Huissitten Armen';
ten westen: 'Jan Saels erfnamen';
ten oosten: 'Maerten Jaep Hans' en 'Simen Jacopsoon';
ten zuiden: 'Woglomer wech' (= Oosteinderweg).

Oppervlakte Katrijnenweyde: 'Drie morgen vier hont min seven ende 2/3 roeden'.

Oppervlakte Smerige weydt: 'Ses morgen ende sestien ende 3/4 roeden'.

Met aardige tekening in vogelvlucht van een woning aan de Oosteinderweg.

Belendingen:
ten noorden: 'Somerdijck' (= Zomerdijk);
ten westen: 'Ide in Vlaenderen' en 'Klaes Ariaensz';
ten oosten: 'Germit Jaap Oly com sociis' en 'Klaes Ariaensz';
ten zuiden: 'Hendrick de Doove'.

Belendingen:
ten noorden: 'Den Ellebooch' (= De Kromme Elleboog/ Zwaagdijk);
ten westen: 'Hoorner wegh' (= Keern, of: Risdam);
ten oosten: 'Pieter Lob uut Swaech ende Jongejan Heynsen van Hauwert';
ten zuiden: 'Jan Jorissen ende oom Tijs wijfs kinderen'.

Oppervlakte van het perceel: 'Thien hont ende tweeëndartich roeden'.

Aan de westzijde van het Keern een kleine vogelvluchttekening van een boerderij.

Belendingen:
ten noorden: 'De kercke-armen van Hoorn' (= Kerkenarmenfonds Hoorn);
ten oosten: 'Wegh tusschen de Venuslaen [= Venenlaan] en de 3 Boomdewegh [Drieboomlaan]' (= Holenweg).

Belendingen:
ten noorden: 'Den Elleboogh' (= De Kromme Elleboog / Zwaagdijk);
ten westen: 'Hoornerwegh' (= Keern, of: Risdam);
ten oosten: 'Klaes Jan Vreeckx';
ten zuiden: 'Jan Jorissen ende oom Tijs wijfs kinderen'.

Oppervlakten van het perceel: 'Thien hont ende tweeëndartich roeden' (westelijk gedeelte) en 'Een morgen ende negen roeden' (oostelijk gedeelte).

Aan de westzijde van het Keern een kleine vogelvluchttekening van een boerderij.

Belendingen:
ten westen: 'Koepoortswegh' (= Koepoortsweg);
ten oosten: 'wegh ende tocht na de watermolens (= Holenweg)';
ten zuiden: 'De erfgenamen van Pieter Roos'.

Belendingen:
ten oosten: 'Wegh na de watermolens' (= Holenweg);
ten zuiden: 'D' tuinen'.

Belendingen:
ten noorden: 'Den overtoom op Swaechdijck' (Zwaagdijk);
ten westen: 'Wilm Cornelissoon';
ten oosten: 'Hanneweidt Garbrant Ianssoon Candiel';
ten zuiden: 'Sw[aech] wech' (= Dorpsstraat).

Oppervlakte van het perceel: 'Vijf morgen twee hont sessentwintich ende 3/4 roeden'.

Belendingen:
ten noordoosten: 'wegh na Hoorn' (= Hoornseweg);
ten zuiden: 'Somerdijk' (= Zomerdijk).

Op het raakpunt van Zomerdijk en Hoornseweg een tekening in vogelvlucht van een overtoom, een brug (in de Hoornseweg) en een boerenwoning (aan de Hoornseweg).