Uw zoekacties: Afbeeldingen (oud)

Afbeeldingen (oud)

beacon
13  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P031-012 Portret pater Cornelis de Brouwer (1881-1960)
Toelichting:
Cornelis P. de Brouwer, geboren te Hilvarenbeek, was lid van de Scheutisten en werd in 1906 tot priester gewijd. Hij was de stichter van het missiecollege Sparrendaal en missionaris op de Filippijnen (1909-1928).
Datering:
z.j.
Deelcollectie:
Missionarissen van Scheut
Materiaal/techniek:
Potlood/houtskool op papier, ingelijst achter glas
Breedte in cm:
47,5 (excl. lijst); 53 (incl. lijst)
Hoogte in cm:
61,5 (excl. lijst); 67 (incl. lijst)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0059 Kruisbeeld
Toelichting:
Dit corpus met zijn romaniserende en gotiserende trekken, de uitgebogen houding, de schematisch weergegeven borstpartij, het in het midden gescheiden haar met gestileerde krullen en baard en zonder doornenkroon, herinnert in zijn details aan de stijl van de dertiende eeuw. Hoogstwaarschijnlijk is het echter een van archaïsche smaak getuigend werk uit de vijftiende eeuw. Anders dan het sterk op de compassie inwerkende polychrome corpus, brengt dit beeld van de gekruisigde een verstillende contemplatie bij de beschouwer teweeg
Datering:
1400 -1700 [corpus], zie Opmerkingen
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Ivoor, hout, bergkristal, koper
Breedte in cm:
38
Hoogte in cm:
57,8
Opmerkingen:
Op de achterzijde een etiketje waarop geschreven "St. Agatha / Kruisheren / no. 1". Vervolg Herkomst: Uit de nalatenschap van deken A.P. Hendriks (Liber Memorialis, deel 3, p. 48). Antonius Petrus Hendriks, geboren 1820, priester gewijd 1843, tot 1850 kapelaan van de Martinuskerk te Leeuwarden, vanaf 1867 deken. Via zijn neef, L. Honhon osc, zijn vele waardevolle objecten in het bezit gekomen van het klooster te St. Agatha. Zie ook inv. nrs. Ag/0090 (schilderij), Ag/0208 (kelk), Ag/0443 (kast), voorts onder de afdelingen 'profaan zilver' en 'porselein'. Corpus met romaniserende en gotiserende trekken, mogelijk toch 17de-eeuws. In de literatuur bestaat dan ook geen eenduidigheid met betrekking tot de datering. Deze varieert van ca.1300 (Het Gildeboek 1935) tot begin XVIIde (Cat. tent. Amersfoort 1961). In het Gedenkboek uit 1914 (zie bij literatuur) wordt gesteld dat het corpus in details herinnert aan XVIII, maar dat het hoogstwaarschijnlijk een van archaïsche smaak getuigend product is uit XV. De Voorloopige lijst dateert het corpus als XV, "doch in ouder stijl". Genoemde Voorloopige lijst spreekt voorts over een ander ivoren corpus, gedateerd XVd, aangebracht op een nieuw ebbenhouten kruis. Dit kruisbeeld is niet (meer) aanwezig. Misschien slaan beide teksten op hetzelfde kruisbeeld. Misschien ook is in deze tweede vermelding een vergissing ingeslopen en moet XVd worden gelezen als XVId. In dit geval zou dit kruisbeeld te identificeren zijn met dat, vermeld onder inv.nr. Ag/0060. Behalve op de hieronder vermelde tentoonstellingen werd het kruisbeeld ook geëxposeerd in Den Bosch in 1935 en in 1949, voorts te Cuyk in 1952 (dossier Elsen)
Documentatie:
Literatuur: M. Beilmann-Schöner, Mieke M. van Zanten e.a., "In Cruce Salus. 800 Jahre Klosterleben. Das Kulturerbe der Kreuzherren in Westeuropa", tentoonstellingscatalogus (D/NL), Bentlage 2010, p. 306; "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 59; L.P.M.J. Heere, “600 jaar Sint Agatha”, tentoonstellingscatalogus Sint Agatha 1971, Gemeentehuis Cuyk (Sint Agatha 1971), cat. nr. 23 (Th. van den Elsen) of cat. nr. 49; 750 jaar Orde van het Heilig Kruis 1211-1961: pretiosa uit haar oude kloosters”, tentoonstellingscatalogus Amersfoort 1961, Museum Flehite, “, (Amersfoort 1961), cat. nr. 37; F.G.L. van der Meer, “Kunstschatten uit Kempische abdijen”, tentoonstellingscatalogus Hilvarenbeek 1961, Raadhuis (Hilvarenbeek 1961), cat. n“Oude Kunst in Brabants bezit”, tentoonstellingscatalogus Tilburg, Paleisraadhuis (Jubileum-Tentoonstelling 1898-1948) (Tilburg 1948), p. 30, cat. nr. 149 (XV); “Voorloopige lijst der Nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst”, De Provincie Noordbrabant, Deel X, ('s-Gravenhage 1931),1, p. 232; "Het Gildeboek", 18 (1935), p. 78; J.A. Frederiks, “De oude kerkelijke kunst in Nederland”. Gedenkboek van de nationale tentoonstelling te 's-Hertogenbosch in 1913, 's-Hertogenbosch 1914 , p. 96; J.A.O. Kalf, “Catalogus der Nationale Tentoonstelling van oude Kerkelijke Kunst te ’s Hertogenbosch juni - september 1913” ('s-Hertogenbosch 1913) , p. 170, cat. nr. 705
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0121 Schilderij van dansende monniken in een herberg
Toelichting:
Centraal in het beeldvlak een dansende monnik met een brevier in de linkerhand en een dame, die met haar rechterhand een glas opheft en met de linkerhand de monnik bij zijn pij grijpt. Op de achtergrond, rechts van de vrouw, nog een dartele monnik, links een violist op een kruk. Rechts, bij de open haard, een vrouw met over elkaar geslagen knieën, opkijkend naar het dansend paar. De waard, die met zijn rug naar het haardvuur staat gekeerd, kijkt de beschouwer lachend aan. Op de grond een kapotte rozenkrans en twee speelkaarten
Datering:
1625-1650
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Adriaen Pietersz. van de Venne, gesigneerd op haardverhoging "Adr. v De Venne".
Materiaal/techniek:
Olieverf op paneel (grisaille)
Lengte in cm:
45,3
Breedte in cm:
33,5
Hoogte in cm:
Lijst 24,8 x 19 cm
Opmerkingen:
Adriaen Pietersz. van de Venne, schilder, tekenaar en dichter, geboren te Delft 1589 en overleden te 's-Gravenhage in 1662, was omstreeks 1607 werkzaam te Antwerpen, daarna tot omstreeks 1625 te Middelburg. De rest van zijn leven bracht hij door in Den Haag en schilderde er bij voorkeur grisailles. Hij was leerling van de goudsmid Simon Valck te Leiden en van de grisailleschilder Jeron. van Diest. Hij illustreerde onder meer de werken van Jacob Cats. In zijn oeuvre kan men twee perioden onderscheiden: de vroege werken met hun vrolijke kleuren getuigen van een grote vreugde, beleefd aan het reilen en zeilen van mensen uit alle standen, de latere in grisaille uitgevoerde werken uit het leven van de armen en landlopers hebben daarentegen een ernstiger grondtoon. Het Rijksmuseum is in bezit van veel schilderijen van zijn hand. In het Suermondt-Ludwig-Museum te Aken hangt een werkje dat nauw verwant is aan dit schilderij en aan het paneel, beschreven onder inv.nr.Ag/0121
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 120; E. Buijsen, 'Roodkrijttekeningen naar schilderijen van Adriaen van de Venne en hun mogelijke functie', in: "Oud Holland" 119, nr. 3/4, 2005, pp. 137, 138, 180, 181 met foto's; "750 jaar Orde van het Heilig Kruis 1211-1961: pretiosa uit haar oude kloosters”, tentoonstellingscatalogus Amersfoort 1961, Museum Flehite, (Amersfoort 1961, cat. nr. 29; F.G.L. van der Meer, “Kunstschatten uit Kempische abdijen”, tentoonstellingscatalogus Hilvarenbeek 1961, Raadhuis (Hilvarenbeek 1961), cat. nr. 34; Cat. tent. “St. Agatha verwelkomt Gelre”, tentoonstellingscatalogus St. Agatha 1962 (St. Agatha 1962), cat. nr. 29. Zie voorts onder inv. nr. Vw-P017-Ag0121. Documentatie: zie hangmap documentatiekast
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0120 Schilderij van waarzegsters
Toelichting:
De waarzegsters: Links van het midden, op de rug gezien, een heer en een dame, die vrolijk naar hem wijst terwijl ze de beschouwer aanziet. Voorts twee waarzegsters, de ene, rechts van de heer, leest hem de hand, de andere zit achter haar op de knieën met een kind op de rug, terwijl ze zich mede in het gesprek mengt. Geheel rechts onder een grillige boom een zigeunerin met kind bij een houtvuur, een andere vrouw staat zich te warmen. Geheel links van de hoofdpersonen een jongen. Op de voorgrond een kan en een kookpot
Datering:
1625-1650
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Adriaen Pietersz. van de Venne, m.o. gesigneerd "Adr. v De Venne"
Materiaal/techniek:
Olieverf op paneel (grisaille)
Lengte in cm:
45,3
Breedte in cm:
33,7
Hoogte in cm:
Lijst 24,8 x 19 cm
Opmerkingen:
Adriaen Pietersz. van de Venne, schilder, tekenaar en dichter, geboren te Delft 1589 en overleden te 's-Gravenhage in 1662, was omstreeks 1607 werkzaam te Antwerpen, daarna tot omstreeks 1625 te Middelburg. De rest van zijn leven bracht hij door in Den Haag en schilderde er bij voorkeur grisailles. Hij was leerling van de goudsmid Simon Valck te Leiden en van de grisailleschilder Jeron. van Diest. Hij illustreerde onder meer de werken van Jacob Cats. In zijn oeuvre kan men twee perioden onderscheiden: de vroege werken met hun vrolijke kleuren getuigen van een grote vreugde, beleefd aan het reilen en zeilen van mensen uit alle standen, de latere in grisaille uitgevoerde werken uit het leven van de armen en landlopers hebben daarentegen een ernstiger grondtoon. Het Rijksmuseum is in bezit van veel schilderijen van zijn hand. In het Suermondt-Ludwig-Museum te Aken hangt een werkje dat nauw verwant is aan dit schilderij en aan het paneel, beschreven onder inv.nr.Ag/0121
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 120; E. Buijsen, 'Roodkrijttekeningen naar schilderijen van Adriaen van de Venne en hun mogelijke functie', in: "Oud Holland" 119, nr. 3/4, 2005, pp. 137, 138, 180, 181 met foto's; "750 jaar Orde van het Heilig Kruis 1211-1961: pretiosa uit haar oude kloosters”, tentoonstellingscatalogus Amersfoort 1961, Museum Flehite, (Amersfoort 1961, cat. nr. 29; F.G.L. van der Meer, “Kunstschatten uit Kempische abdijen”, tentoonstellingscatalogus Hilvarenbeek 1961, Raadhuis (Hilvarenbeek 1961), cat. nr. 34; Cat. tent. “St. Agatha verwelkomt Gelre”, tentoonstellingscatalogus St. Agatha 1962 (St. Agatha 1962), cat. nr. 29. Zie voorts onder inv. nr. Vw-P017-Ag0121. Documentatie: zie hangmap documentatiekast
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0310 Kelkvelum
Toelichting:
Op het zijden kelkvelum staat een gelijkarmig kruis in gouddraad centraal, de voor de Orde der Kruisheren kenmerkende kruisvorm. Ornamenten in de vorm van vazen, bladerbossen, bloemen en vruchten,zijn rondom dit kruis geborduurd. Ditvoor de renaissance typerende rankwerkis geborduurd in lazuursteek en steelsteek: bij de eerste zijn draden naast elkaar gelegd en op afstand met kleine steekjes vastgezet, de andere is een borduursteek voor lijnversieringen en de omranding van beeldelementen. De medaillons zijn uitgevoerdin broderie-mi pleine, contouren van gouddraad, opgevuld met gekleurde zijden borduurgarens. Binnen een lauwerkrans zit de gekroonde Maria op een gouden troon, met het Kind op haar schoot. Binnen het andere ereloof staat de verrezen Christusmet het kruis tegen zijn linkerschouder. Bij de aanvang van de eredienst droeg de priester de kelk, bedekt onder dit velum,naar het altaar.Maria en het Kind waren dan in het zicht. Zo bleef dit staan gedurende de dienst van het woord. Aan het beginvan de eucharistieviering waarbij de kelk werd gebruikt als houder voor de wijn (het bloed van Christus),vond de onthulling van de kelk plaats. Aan het eind van de dienst werd de kelk weer met het velum bedekt en droeg de priester droeg deze weer naar de sacristie, met de voorstelling van de verrezen Heer in het zicht. In de eerste helft van de zestiende eeuw kwam het kelkvelum langzamerhand in gebruik. Officieel werd het voorgeschreven in het derde kwart van die eeuw, de tijd van het Concilie van Trente (1545-1563). Als antwoord op de reformatie werd de triomferende kerk gepropageerd. Vorstelijke pracht in de paramenten ging hieraan gepaard. Rond 1560 werd deze bedekking van kelk en pateen ingesteld, de officiële datum van invoering was de heruitgave van het Romeins missaal in 1570. Het gebruik van het kelkvelum werd - in Nederland - afgeschaft na het Tweede Vaticaans Concilie 1962-1965
Datering:
ca. 1550
Deelcollectie:
Kruisheren
Plaats vervaardiging:
Zuidelijke Nederlanden (?)
Materiaal/techniek:
Zijde, zijden borduurgarens, gouddraad, pailletten
Lengte in cm:
49
Breedte in cm:
46
Diameter in cm:
Diam. medaillons 12
Opmerkingen:
Behalve op de hieronder vermelde tentoonstellingen werd het kelkvelum ook geëxposeerd op tentoonstellingen te 's-Hertogenbosch in 1949 en in 1953 (cat.nr.131), op tentoonstellingen te Cuyk in 1948 en 1952, op een tentoonstelling te Nieuwkuijk in 1954 (cat. nr. Ag.0071), op een te Roosendaal in 1954 (cat. nr. Ag.0040) en op een te Düsseldorf in 1972 (dossier Elsen).
Een afbeelding van Maria met Kind (vóór de restauratie) werd door B. Leisenheimer afgedrukt als 'Meditationsbild' in W. Kettner, Tut was er sagt, Lentesdorf am Rhein, 1979 (dossier Elsen)
Documentatie:
Literatuur: M. Beilmann-Schöner, M. M. van Zanten e.a., "In Cruce Salus. 800 Jahre Klosterleben. Das Kulturerbe der Kreuzherren in Westeuropa", tentoonstellingscatalogus (D/NL), Bentlage 2010, p. 223, 348; "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 310; “Voorloopige lijst der Nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst”, De Provincie Noordbrabant, Deel X, ('s-Gravenhage 1931), p. 233; "Naalden wekten wonderen", Tentoonstellingscatalogus Museum Fodor Amsterdam, (Amsterdam 1960), cat. nr. 62; F.G.L. van der Meer, “Kunstschatten uit Kempische abdijen”, tentoonstellingscatalogus Hilvarenbeek 1961, Raadhuis (Hilvarenbeek 1961), cat. nr. 87; ] “Uit Brabant's kerkelijke verzamelingen", tentoonstellingscatalogus ’s-Hertogenbosch 1963, Centraal Noord-Brabants Museum, ( 's-Hertogenbosch 1963), p. 18, cat. nr. 31; R. Broekhuis; H. Drenth, “In Cruce Salus. De Orde van het Heilig Kruis in de loop der eeuwen”, tentoonstellingscatalogus Ter Apel 1991, Museum Klooster Ter Apel (Winschoten 1991), p. 46-47, cat. nr. 41, pagina t.o. de inhoudsopgave: afb. detail (Maria met Kind)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0315 Wit driestel met toebehoren
Toelichting:
Kazuifel Ag/0315/a (vioolkistmodel); twee dalmatieken Ag/0315/b en Ag/0315/c, twee stola's Ag/0315/d en Ag/0315/e; twee manipels Ag/0315/f en Ag/0315/g; kelkvelum Ag/0315/h; bursa Ag/031/i. Witte damast met ingeweven florale motieven waarop geborduurde bloemtakken in overwegend blauw, donkerrood, paarsachtig rood, wit, geel en groen. De paramenten zijn met goudband bestikt. Aan de voorzijde van het kazuifel twee stroken, aan de rugzijde een kruisvorm. Hals en het geheel omzoomd met goudband. Dalmatieken elk met vier stroken. Op de bursa een gelijkarmig kruis van goudband. Kelkvelum omzoomd met goudband
Datering:
1750-1800 (goudband van later datum)
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Zijdedamast (Lyonese zijde), zijden borduurgarens, goudband
Opmerkingen:
Behalve op de hieronder vermelde tentoonstellingen is het kazuifel ook geëxposeerd op een tentoonstelling te Cuyk in 1948 (dossier Elsen)
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. 315; “Voorloopige lijst der Nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst”, De Provincie Noordbrabant, Deel X, ('s-Gravenhage 1931), p. 233; "750 jaar Orde van het Heilig Kruis 1211-1961: pretiosa uit haar oude kloosters”, tentoonstellingscatalogus Amersfoort 1961, Museum Flehite, (Amersfoort 1961) , inv. nr. 59; F.G.L. van der Meer, “Kunstschatten uit Kempische abdijen”, tentoonstellingscatalogus Hilvarenbeek 1961, Raadhuis (Hilvarenbeek 1961), inv. nr. 86; L.P.M.J. Heere, “600 jaar Sint Agatha”, tentoonstellingscatalogus Sint Agatha 1971, Gemeentehuis Cuyk (Sint Agatha 1971), cat. nr. 116
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Foto
252119 De hal met zithoek in Huize "De Clossenborgh" te Hilvarenbeek
Datering:
1964
Type foto:
Foto
Deelcollectie:
Franciscanessen van Dongen
Hoogte in cm:
9
Breedte in cm:
14
Kleur:
Nee
Organisatietrefwoorden:
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Foto
252118 Bejaardencentrum "De Clossenborgh" te Hilvarenbeek
Datering:
1964
Type foto:
Foto
Deelcollectie:
Franciscanessen van Dongen
Hoogte in cm:
8,5
Breedte in cm:
14
Kleur:
Nee
Organisatietrefwoorden:
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Foto
252117 Zegening en plaatsing gedenksteen voor de nieuwbouw van het bejaardenhuis te Hilvarenbeek
Datering:
1964
Nadere beschrijving:
Met wijwateremmer zr. Longina Klein
Type foto:
Foto
Deelcollectie:
Franciscanessen van Dongen
Hoogte in cm:
9
Breedte in cm:
9
Kleur:
Nee
Organisatietrefwoorden:
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Foto
150059 Bejaardentehuis HH. Martelaren v. Gorcum, Koestraat 25, Hilvarenbeek
Datering:
z.j.
Type foto:
Foto
Eenheid van de maten:
cm
Deelcollectie:
Zusters van Liefde (Tilburg)
Kleur:
Nee
Organisatietrefwoorden:
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0093 Kruiswegstatie (nr. 13) Kruisafneming
Toelichting:
Het lichaam van Christus wordt van het kruis afgenomen door een man met tulband (Jozef van Arimathea ?) en een man die op een ladder staat. Het wordt in handen genomen door de geknielde Maria Magdalena, Maria en een man met een tulband (Nicodemus?), die naast Maria staat. Deze wordt ondersteund door Johannes. Achter Johannes een vrouw met een balsempot. Een tweede balsempot staat op de grond vóór Maria. Op de achtergrond een rots, rechts
Datering:
1600-1650
Deelcollectie:
Kruisheren
Lengte in cm:
33,5
Breedte in cm:
26,5
Opmerkingen:
Opmerkingen: Evenals het doek, vermeld onder inv. nr. Ag/0092, heeft dit schilderij deel uitgemaakt van een serie kruiswegstaties
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 93; C.R. Hermans, “Annales canonicorum regularium S. Augustini, Ordinis S. Crucis”, Deel I-III (Silvae-ducis 1858) I (2) 1858, p. 203, nr. 23; "750 jaar Orde van het Heilig Kruis 1211-1961: pretiosa uit haar oude kloosters”, tentoonstellingscatalogus Amersfoort 1961, Museum Flehite, (Amersfoort 1961), cat. nr. 27; F.G.L. van der Meer, “Kunstschatten uit Kempische abdijen”, tentoonstellingscatalogus Hilvarenbeek 1961, Raadhuis (Hilvarenbeek 1961), cat. nr. 23; L.P.M.J. Heere, “600 jaar Sint Agatha”, tentoonstellingscatalogus Sint Agatha 1971, Gemeentehuis Cuyk (Sint Agatha 1971), nr. 27; J.C.T.M. van Laarhoven, “Kloosters in Brabant”, tentoonstellingscatalogus ’s-Hertogenbosch 1977, Noordbrabants Museum ( 's-Hertogenbosch 1977), p. 29, cat. nr. 28 (begin XVII)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0092 Kruiswegstatie (nr. 12) Christus sterft aan het kruis
Toelichting:
Centraal Christus aan het kruis tussen de twee moordenaars. Maria Magdalena op één knie geknield aan de voet van het kruis, de armen gekruist voor de borst. Ter rechterzijde Johannes die de in zwijm vallende Maria ondersteunt. Links Longinus te paard met lans. Middenachter een wegtrekkende troep soldaten. Op de achtergrond de stad Jeruzalem. Zware, zwart geschilderde, sterk geprofileerde lijst met goudkleurige binnenrand
Datering:
1600-1650
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Olieverf op doek, op paneel
Lengte in cm:
33,5
Breedte in cm:
26,5
Hoogte in cm:
Lijst 56,5 x 49,5 cm
Opmerkingen:
Evenals het schilderij, vermeld onder inv. nr. Ag/0093, heeft dit doek deel uitgemaakt van een serie kruiswegstaties
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 92; C.R. Hermans, “Annales canonicorum regularium S. Augustini, Ordinis S. Crucis”, Deel I-III (Silvae-ducis 1858) I (2) 1858, p. 203, nr. 23; "750 jaar Orde van het Heilig Kruis 1211-1961: pretiosa uit haar oude kloosters”, tentoonstellingscatalogus Amersfoort 1961, Museum Flehite, (Amersfoort 1961), cat. nr. 27; F.G.L. van der Meer, “Kunstschatten uit Kempische abdijen”, tentoonstellingscatalogus Hilvarenbeek 1961, Raadhuis (Hilvarenbeek 1961), cat. nr. 23; L.P.M.J. Heere, “600 jaar Sint Agatha”, tentoonstellingscatalogus Sint Agatha 1971, Gemeentehuis Cuyk (Sint Agatha 1971), nr. 27; J.C.T.M. van Laarhoven, “Kloosters in Brabant”, tentoonstellingscatalogus ’s-Hertogenbosch 1977, Noordbrabants Museum ( 's-Hertogenbosch 1977), p. 29, cat. nr. 28 (begin XVII)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0073 Schilderij met afbeelding van de Genadestoel
Toelichting:
Onder een stralenkrans waarin de Geestesduif zweeft, troont God de Vader, gekleed in priesterlijk gewaad en gekroond met een tiara. Hij kijkt met compassie naar het lichaam van de gestorven Christus, zijn Zoon. Engelen flankeren hen, enkele houden de mantel van God de Vader op, anderen ondersteunen Christus, weer anderen dragen de Arma Christi of zijn in aanbidding weergegeven. Het paneeltje werd geschilderd naar het voorbeeld van een houtsnede van Albrecht Dürer uit 1511.
Het woord ‘genadestoel’ stamt uit de bijbelvertaling van Luther en is van toepassing op de uitbeelding van de Drie-eenheid op deze wijze, waarop God zijn gestorven Zoon aan de beschouwer toont. De uitbeelding van de Drie-eenheid als drie afzonderlijke menselijke figuren, ontwikkelde zich uit het oudtestamentische verhaal van de drie mannen die Abraham bezochten, soms weergegeven als drie engelen aan zijn tafel. Zij konden de eucharistieviering verbeelden, het mysterium fidei. De kerk stond echter alleen de uitbeelding van de Drieenheid in drie personen toe op de wijze van de Genadestoel. In het klooster St. Agatha schilderde kruisheer Johannes van Deventer in zijn grote Graduale, die hij voltooide in 1529, de Genadestoel aan het begin van de gezangen van Drievuldigheidszondag. Het is niet onmogelijk dat hij zich daarbij liet inspireren door het hier getoonde paneeltje
Datering:
1550-1600
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Kopie naar Albrecht Dürer
Plaats vervaardiging:
Noordelijke Nederlanden
Materiaal/techniek:
Olieverf op paneel
Lengte in cm:
57
Breedte in cm:
40,5
Hoogte in cm:
Lijst 69,6 x 53,7 cm
Opmerkingen:
Kopie naar een houtsnede van Albrecht Dürer (Neurenberg 1471-1528) uit 1511. Aan de onderzijde van deze houtsnede (39,2 x 28,4 cm) zijn in tegenstelling tot dit paneel vier koppen aanwezig, blazende vanonder een wolkendek (de vier windstreken?). De Geestesduif is op het paneel in een cirkelvormige stralenkrans weergegeven, passend in de getoogde lijst; de prent van Dürer daarentegen is recht afgesneden.
Genoemde houtsnede uit 1511 vormt zowel wat betreft vorm als inhoud een hoogtepunt in het oeuvre van Dürer; deze kan worden beschouwd als de belangrijkste Duitse schilder en graficus (houtsnede, gravure) van de vroege renaissance.
In Rijksmuseum het Catharijneconvent bevindt zich eveneens een kopie van Dürers Genadestoel. Ze is afkomstig uit het Aartsbisschoppelijk Museum en is door een Utrechts meester vervaardigd in de zestiende eeuw (J.J.M. Timmers, Symboliek en Iconographie der Christelijke Kunst, Roermond/Maaseik 1947, afb.1). Ook hier ontbreken de blazende koppen. Evenals de houtsnede is dit schilderij aan de bovenzijde recht afgesneden.
Hermans vermeldt dat het paneel behoort tot de School van de Gebroeders van Eyck. Voorts veronderstelt hij, op grond van de vorm van het paneel, dat het ooit beschilderde zijluiken heeft gehad. Aanzetten voor zijluiken zijn niet aanwezig
Documentatie:
Literatuur: M. Beilmann-Schöner, Mieke M. van Zanten e.a., "In Cruce Salus. 800 Jahre Klosterleben. Das Kulturerbe der Kreuzherren in Westeuropa", tentoonstellingscatalogus (D/NL), Bentlage 2010, p. 303; "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 73; C.R. Hermans, “Annales canonicorum regularium S. Augustini, Ordinis S. Crucis”, Deel I-III (Silvae-ducis 1858) (2), p 203, nr. 21; ] F.G.L. van der Meer, “Kunstschatten uit Kempische abdijen”, tentoonstellingscatalogus Hilvarenbeek 1961, Raadhuis (Hilvarenbeek 1961), cat. nr. 19; "750 jaar Orde van het Heilig Kruis 1211-1961: pretiosa uit haar oude kloosters”, tentoonstellingscatalogus Amersfoort 1961, Museum Flehite, (Amersfoort 1961), cat. nr. 24 (ca.1520); “St. Agatha verwelkomt Gelre”, tentoonstellingscatalogus St. Agatha 1962 (St. Agatha 1962), nr. 28; “Uit Brabant's kerkelijke verzamelingen", tentoonstellingscatalogus ’s-Hertogenbosch 1963, Centraal Noord-Brabants Museum, ( 's-Hertogenbosch 1963), p.16, cat. nr. 24 (ca.1520); L.P.M.J. Heere, “600 jaar Sint Agatha”, tentoonstellingscatalogus Sint Agatha 1971, Gemeentehuis Cuyk (Sint Agatha 1971), cat. nr. 25 (midden XVI); J.C.T.M. van Laarhoven, “Kloosters in Brabant”, tentoonstellingscatalogus ’s-Hertogenbosch 1977, Noordbrabants Museum ( 's-Hertogenbosch 1977), p. 27 (afb.), p. 29, cat. nr. 27 (XVIb); Peter Strieder e.a., "Dürer" (Antwerpen 1982), p. 285, nr. 376, p. 284 (afb.)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden