Uw zoekacties: dorp Twisk

Objecten ( Westfries Archief )

beacon
 
 
Notariële akte
Attestatie, 11-12-1721
Notaris:
Jan van der Hoeve
Plaats notaris:
Abbekerk
Soort akte:
Attestatie
Persoon in notariële akte:
1 Nicholas Planket  
2 Teunis (!) Kornelisz (!) Roker (!)  
3 ? (vrouw)  
4 Gualter! Christiaan! / Wouter Christiaan(!) Alexanders (!) Landschot, v. (!)  
5 Hein Jans Grotewal  
6 Teunis Kornelisz Dool  
7 Adriaan Hendriks (!) Hoeve, vd  
8 Jan (!) Hendriks (!) Hoeve, vd  
Object:
schip De Koningin van Sheba  
stad Amsterdam  
bestuurscollege Burgemeester en regenten  
herberg De Hollandse Tuin? (!)  
stad Medemblik  
dorp Twisk  
water Vlie  
Annotatie1:
Schepenakte, dus een oud-rechtelijk stuk.
Betreft mishandeling met een ontblote degen van een te Twisk verblijvende Engelsman door de schout aldaar.
Annotatie2:
‘Nicolaas Planket’ (zie: Blanket, Nicholas), ‘oud ontrent tweeëntwintig jaaren, van Londen in Engelant, getuygt ende verklaart ten verzoeke van den burgerm[eeste]r ende regenten van het dorp Twisk, ende dien het verder zoude mogen aangaan, de waarheyt te zijn: Dat hij getuyge voor eenigen tijt met het schip de Koninginne Scheba masteloos in ’t Vlie binnengekomen zijnde, alzoo vervolgens te Medenblik in de haven geraakt is en op zondag den zevenden dezer maant, dewijle voor passagier voer, aldaar aan lant is gegaan, en verders op maandag den agsten dezer, na den middag van Medenblik te Twisk is gekomen, voornemens zijnde naar Amsterdam te gaan.
Dat hij getuyge reysgelt benoodigt zijnde diestijts in den herberge te Twisk is gegaan en vernomen heeft waar de burgerm[eeste]r woonde, ’t welk verstaan hebbende, hij getuyge vervolgens naar ’t huys van den burgerm[eeste]r is gegaan en aldaar komende aan de deur heeft geklopt, wanneer een vrouwsperzoon de deur opende, welke hij binnenshuys gaande ten deele in de Engelsche, ten deele in afgebroke Nederduytsche tale vroeg of de heer niet t’huys was, dog dewijle de vrouwsperzoon de sprake van hem getuyge niet scheen te verstaan, ging zij naar eene binnenwoning en quam kort daarop de burgerm[eeste]r – zoo hij getuyge hem nader is kennende geworden – voor, als wanneer hij getuyge eenig reysgelt van hem verzogt.
Annotatie3:
Dat onder het discours, ’t geen hij getuyge met den burgerm[eeste]r hadde, uyt de binnenwoninge van den burgerm[eeste]r quam een edelman, dien hij getuyge naderhant heeft verstaan te wezen schout van Twisk, waarop hij getuyge buyten ’t huys voor de deur week wanneer de genoemde edelman, zijn degen uyt de scheede getrokken hebbende, hem getuyge veelmalen daarmede sloeg.
Dat hij getuyge toen de vlugt westop nam, en door dien edelman met de bloote degen in de hant vervolgt wierde, maar niet ziende te ontkomen, een huys of twee bewesten dat van den burgerm[eeste]r op zijne kniën nederviel [sic] en met zamengevoegde handen ernstig verzogt niet qualijk bejegent te werden.
Annotatie4:
Dat desniettegenstaande dezelve edelman, die hem uyt het huys van de burgerm[eeste]r vervolgt hadde, verscheydemalen met de degen hem sloeg, naar hem ook door zijne kleederen stak, en eyndelijk met de bloote degen op het hooft hem tweemaal zoodanig trof, dat het eene zware wonde, die sterk bloede, veroorzaakte.
Dat hij getuyge verders opstaande in verlegentheyt weder naar den burgerm[eeste]r ging, hem verzoekende ordre te stellen, dat zijne wonde in ’t hooft verbonden wierde, welke ook bezorgde dat hij in de herberge geraakte en aldaar verbonden wierde.
Dat met het passeren van deze daat verscheyde perzoonen, hem getuyge onbekent, daarbij quamen.
Nadat deze verklaringe den getuyge in de Engelsche tale door Heyn Jansz Grootewal, burger te Twisk,’ (zie: Grotewal, Hein Jans) ‘een- en andermaal ware voorgehouden, verklaarde hij onder solemnelen eede het inhouden daarvan hemzelf bejegent en mitsdien zeker te weten zulks de volkomene waarheyt te wezen en daarbij te persisteren.’
P.S.: De hier genoemde burgemeester van Twisk in 1721 was Teunis Kornelisz Roker. De schout der stede Abbekerk was jonkheer Wouter (ook wel: Gualter) Christoffel van Landschot, wonende te Alkmaar, zoon van Alexander van Landschot, schout te Grootebroek.
Toegangsnummer:
1685 Notarissen in West-Friesland tot 1843, 1552-1843
Inventarisnummer:
133
Aktenummer:
90
Status:
De voor- en achternamen in de index van deze akte zijn gestandaardiseerd

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
Organisatie: Westfries Archief