Zie ook: 0132/022, 092, 095, 096, 121; 0133/082, 083, 084, 091, 100, 101; 0135/090 (zonder annotatie), 0135/095.
Geen notariële akte, maar een oud-rechtelijk stuk; de notaris treedt hier op in zijn hoedanigheid van secretaris der stede Abbekerk.

Betreft overpad vanaf de Medemblikker Weitjes, gelegen onder Oostwoud, ten oosten van de Knap onder Midwoud.
‘Adriaan Jansz Winkel, oud ontrent 73 jaaren, vroetschap te Midwoud, ende Dieuwer Zymons, oud ontrent 71 jaaren’ (zie: Simons, Dieuwertje), ‘huysvrouwe van Kornelis Bakker, woonende te Oostwoud, getuygen ende verklaaren ten verzoeke van Heertje Kruyf, op Noord-Scharwoud woonagtig’ (zie: Kruif, Heertje Tijsz!), ‘Jan Ruyter te Midwoud’ (zie: Ruiter, Jan Hermans!), ‘ende de voogden over de minderjarige kinderen van Jan Koetzier’ (zie: Koetsier, Jan Kornelisz!), ‘in zijn leven mede woonende te Midwoud, de waarheyt te zijn ’t geene volgt: Eerst verklaart Adriaan Winkel, dat hij deposant meermaalen is geweest op het lant ’t geen Maartje Theunis’ (zie: Teunis, Maartje), ‘gesepareerde huysvrouwe van Theunis Smak’ (zie: Smak, Teunis Germents!/Gerbrands!) ‘op de Knap, leggende heeft oostaf van de Knap, in de jurisdictie van Medenblik, genaamt de Medenblikker Weydtjes, en dat hij dikwils met opmerkinge heeft gezien, datter twee vaste dammen waren aan de noordeynden van dezelve weydtjes, naar Oostwoud toe, waaruyt hij vaststelt, dat de ordinare overweg van die weydtjes noordop naar Oostwoud is.
Dieuwer Zymons getuygt nog in goet geheugen te hebben, dat haar vader, woonende te Oostwoud, over veele jaaren het oosterste van de bovengenoemde Medenblikker Weydtjes in huure heeft gehadt, dat zij daar ook bij die gelegentheyt op is geweest om het hoy te zweelen, en dat het hoy, ’t geen daaraf quam, regtop naar Oostwoud is gehaalt, zijnde dit oosterste weydtje met eenen dam aan het lant, ’t geen benoorden aan dit oosterste weydtje legt, vast ware.’