Dagboeken-NIOD ( NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies )
Filter: Met bestand(en)x
55 zoekresultaten
sorteren op:
244 Europese dagboeken en egodocumenten
Inventaris
252 Willems, L.J.A.
Auteur:
Willems, L.J.A.
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Vorm:
Verslag (fotokopie van handschrift; in 2 ex.)
Omvang:
~ 50 pagina's
Periodisering:
september 1944 - mei 1945
Localisering:
Huissen, Doornenburg, Bemmel, Arnhem, Velp, Brummen, Deventer, Raalte, Ommen, Meppel, Steenwijk, Sneek, Heeg
Taal:
Nederlands
Inhoud:
De schrijver is een plm. 24-jarige kantoorbediende. In het najaar van 1944 vlucht hij met zijn ouders, broers en zusters uit hun woonplaats Huissen, (die in de vuurlinie is komen te liggen en waar hun huis is ingestort) naar Doornenburg. Als deze plaats naar Duitsland moet evacueren, keert de schrijver tenslotte met zijn broer naar Huissen terug. De rest van het gezin vertrekt naar elders. Een tijdlang spelen zij, met anderen, het klaar, ondanks het verbod, in Huissen en omgeving te blijven. Tenslotte worden zij gevangen en weggevoerd. In Brummen worden zij vrijgelaten om op eigen gelegenheid naar Friesland te gaan. Tenslotte vinden zij in Heeg goed onderdak; ook de rest van het gezin wordt daar herenigd. Het dagboek moet achteraf, misschien met behulp van enkele aantekeningen, geschreven zijn. Het is vrij onduidelijk verteld
Ga naar dit stuk:
laatste wijziging 04-04-2024
1 gedigitaliseerd
244 Europese dagboeken en egodocumenten
Inventaris
2091 Wijnands, M.J.
Auteur:
Wijnands, M.J.
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Vorm:
Dagboek (cahiers)
Omvang:
272 pagina's
Periodisering:
17 oktober 1941 - 21 maart 1944
Periode van ontstaan:
17 oktober 1941 - 21 maart 1944
Localisering:
Den Haag; Amsterdam
Taal:
Nederlands
Inhoud:
‘Deze morgen was rustiger als een jaar geleden toen lag Dora in het ziekenhuis en ons eerste kind was dood. Thans denk je er nog weleens aan. Is het de schuld van de ,,Lebensraum’’ der Duitschers?’’ vraagt boekhouder en fotograaf M.J. Wijnands zich eind 1941 in zijn dagboek af. Daarin beschrijft de Hagenees het zorgelijke bestaan dat hij en echtgenote Dora, dan allebei dertigers, leiden. Op 28 januari 1942 wordt Theo geboren. Gezond en wel. Twee dagen eerder brengt Wijnands zijn hoogzwangere echtgenote naar de R.K. Vrouwenkliniek ,,Bethlehem’’: ‘Wat een ellende. ’s Morgens de 10 grootste taxiondernemingen opgebeld. Geen wagen te krijgen. Geen benzine of gas. De bus en trams die er rijden worden bestormd, je wordt doodgedrukt. Toch met Dora in een Pools klimaat, zware vorst en sneeuwjacht, naar het politiebureau Rijswijkscheplein gesukkeld. Agent meegekregen om behoorlijk in de tram te komen. Dora om 12 uur aan Bethlehem afgeleverd waar ze meteen behandelt werd. ’s Middags heb ik mijn hoofd niet bij mijn werk.’ Een jong hondje zorgt ondertussen voor grote spanningen bij de Hagenezen: ‘Patty wordt hoe langer hoe ondeugender en brutaler,’ schrijft Wijnands in februari dat jaar. ‘’s Avonds werd ik zoo woedend dat ik hem een flinke duw met m’n voet gaf, waarop ‘ie in luid gejank losbarstte. Zodat Dora, met Theo op schoot, in een hysterisch gehuil overging, mij verweet dat ik de laatste tijd 'onmenschelijk' was. Het was een scène.’ Het dier krijgt weldra een ander onderkomen: ‘Patty is vandaag met mand en etensbak naar een nieuwe baas gegaan. Wat ik zoo kan bekijken heeft hij het goed wij konden hem toch niet meer te eten geven. Maar toen ik thuis kwam was het akelig stil en Dora huilde om hem. Het was een leuke en lieve hond.’ In 1943 wordt zoon Victor geboren.
Datum beschrijving:
8 oktober 2020
Ga naar dit stuk:
laatste wijziging 04-04-2024
1 gedigitaliseerd
244 Europese dagboeken en egodocumenten
Inventaris
668 Weyel-Aleng, F. en echtgenoot
Auteur:
Weyel-Aleng, F. en echtgenoot
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Vorm:
Egodocument (fotokopie van handschrift)
Omvang:
~ 860 pagina's
Periodisering:
september 1942 - maart 1945
Localisering:
Amsterdam, Aalten (G.)
Taal:
Nederlands
Inhoud:
Dagboek van een joods echtpaar tijdens en kort vóór hun onderduiktijd, beurtelings (bij perioden) door de man en de vrouw bijgehouden. Zij duiken onder bij een boer in Aalten en blijven daar tot het einde van de oorlog. Voor zover dit binnenshuis mogelijk is, helpen zij met het werk op de boerderij. Verder besteden zij hun tijd aan studeren (stenografie, typen, Engels), handwerken. Enkele malen dreigen gevaren (huiszoeking, bombardementen, beschietingen). Het voornaamste kenmerk van het dagboek is een rustige en minutieuze beschrijving van het dagelijks leven, waarbij overpeinzingen. beschouwingen en gevoelsreacties niet vergeten zijn. Daarnaast wordt het krijgsgebeuren bijgehouden. Het is een goed dagboek, vooral wat het aandeel van de vrouw betreft. De toon is beheerst gevoelig, berustend, flink. Het is eenvoudig, open, zonder aanstellerij geschreven. De eentonigheid van het onderduikersleven met zijn ondergrond van ongeduld komt goed tot uitdrukking.
Inhoud vervolg:
In boekvorm uitgegeven door Aad Kuling en Carry Kuling-Aleng onder de titel: Onderduikdagboek van J. Weijel en F. Weijel-Aleng
Ga naar dit stuk:
laatste wijziging 04-04-2024
1 gedigitaliseerd
244 Europese dagboeken en egodocumenten
Inventaris
143 Wesseling-Epema, C.
Auteur:
Wesseling-Epema, C.
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Vorm:
Dagboek (fotokopie van handschrift; in 2 ex.)
Omvang:
~ 48 pagina´s
Periodisering:
augustus 1939 - april 1945
Localisering:
Heerenveen
Taal:
Nederlands
Inhoud:
Dagboek van een plm. 50-jarige winkelierster (groentewinkel) en huisvrouw. Het is een uittreksel, dat zijzelf gemaakt heeft, bevattende alleen zaken die rechtstreeks met de oorlog samenhingen. Het gehele dagboek, waaruit zij dit excerpt maakte, was voor het gevoel van de schrijfster te intiem en persoonlijk van aard. Mede hierdoor vertoont het dagboek vrij veel hiaten en geeft het slechts een beeld van dagelijks leven
Ga naar dit stuk:
laatste wijziging 04-04-2024
1 gedigitaliseerd