331 Hierbij hebben wij de eer Ued Gestr Achtb ter goedkeuring toe te zenden twee besluiten van den Raad dezer Gemeente van den 13 dezer, houdende het aangaan een leening en wijziging der begrooting voor 1892.

107 Verzoek op te geven dagen waarop markten gehouden zullen worden.

236 Ter beantwoording uwer missive, gedagteekend den 21 December j.leden heb ik de eer te doen dienen: -dat zodra Mozes Philipson klagte bij mij heeft gedaan, ik dadelijk de zaak door den Veldwachter G. van Laar heb doen onderzoeken en mij steeds is medegedeeld, dat hij wel sporen van het feit, zoals het in stukken gooijen of slaan van het bovenste vensterraam en het forzeeren der deur, maar geenzints den dader of de daders heeft kunnen ontdekken. -Dat ik bij ontvangst van gemelden brief gezegden Veldwachter aan zijne woning heb gaan hooren, daar hij oogenblikkelijk wegens ziekte zijne woning niet kan verlaten, en hij mij nogmaals heeft verzekerd de zaak niet ot klaarheid te hebben kunnen brengen. -Dat bij het laatste rumoer op de deur de vrouw van M. Philipson een zenuwachtig toeval heeft gekregen en door mij toen ook geneeskundige hulp is verstrekt, maar dat Dr. G.W. van Riemsdijk mij heden heeft verzekerd, dat zij bijna hersteld was. -Dat het wel niet onwenschelijk is, dat zijn huisbaas Johannes Martens aan de feiten medepligtig is, maar dat de oorzaak is gelegen, dat Philipson de kamer niet wil ontruimen en sedert 2 a 3 jaren ook geen huur heeft betaald. -Dat Philipson overigens een zeer lastig persoon is en het gedurig met dezen en genen heeft, zoodat ik ook al meermalen door de Kerkmeesters der Israelitische gemeente ben aangezocht om Philipson omterent het een en ander te willen onderhouden. -Dat Philipson uit zijne vroegere woning door den sterken arm is gezet en Martens hem ook reeds tot ontruiming der kamer voor het Kantongeregt te Ommen heeft gedagvaard, doch die procedure heeft verloren bij gemis van een huurcontract en door het verkeerdelijk aanbrengen der zaak, zoodat hij ten overvloede die kosten ook nog heeft moeten betalen. -Dat ik eindelijk Philipson meermalen heb aangeraden om naar Zutphen, zijn onderstands-domicilie te gaan, ja zelfs heb aangeboden om hem en zijn gezin daarheen te laten brengen, om dan aldaar onderstand te kunnen genieten, daar

52 Ter voldoening aan de circulaire van den 21 dezer 3e Afd No 532, heb ik de eer UHEG in duplo te oevrzenden de declaratie van voorschotten ter zake de aankoop van Creosootolie en Carbolzuur, als voorbehoedsmiddelen tegen de veetyphus in 1867 met de vereischte bescheiden. Ik moet UHEG doen opmerken, dat de declaratie f. 4,- hooger is dan mijn vroeger opgave, welke verhoging onstaat doordien vroeger door mij was opgegeven, dat de Heer Meulenhof maar 4 kruiken Carbolzuur had geleverd, maar is mij later gebleeken, dat door hem zes kruiken Carbolzuur zijn afgegeven.