Ick Arnold Voltelen, indertijd verw(alter) Scholtus van den Hardenberg, Heemse en Gramsbergen, doe hiermede te weten, dat voor mij en keurnoten, als waeren Gerrit Jansen en Hendrik van Ringe, parsonelijck in den Gerighte sijn gecompareerd en erschenen Gerrit Hendriks Ramaker en sijn huisvrouw Swaentien Jansen Balderhaer, tutore marito, welke bekenden wegens de kooppenningen van de kamp agter haer huijs in het Drostenslag in het Holthemerbroek gelegen, opregt en deugdelijk schuldig te wesen an de rentm(eeste)r Jacobus van Riemsdijk en desselfs huisvrouw Johanna Reiners, de som van driehondert car(oli) guldens, welke sij comparanten bij desen beloofden en aennamen jaarlijx te sullen verinteressen tot de aflosse toe, met vier gulden van ijder hondert gerekent, sullende het eerste jaer daervan komen te verschijnen op den 1 decemb(er) 1727 en sij comparanten hetselve capitael beginnende over twee jaer van de koopbrief af te rekenen jaerijx in minderinge moeten komen af te lossen, 50 of 25 guldens, tot nakominge deses en dat sij renthefferen wegens dit voorschr(even) capitael en te verlopene renten ten allen tijde secuir ogen sijn, so stelden sij comparanten daer voor tot een generael onderpand haere parsonen en goederen, geene uitgesondert, en wel tot een speciael hijpotheecq en onderpant de voorschr(even) gekofte kamp lants in 't Drostenslagh in het Holthemerbroek bij haer huijs gelegen, nevens dannog haer tegenswoordige woonhuijs en al haere landerien daarbij in haere welbekende bepalinge aldaer onder desen Ed(elen) Gerigte gelegen, om bij misbetalinge so van capitael en renten alles daeraen kost en schaedeloos te kunnen en mogen verhalen. Des ten waeren oirconde en sonder argelist hebbe ik dese met mijn zegels opdruckinge en onderteikeninge bekragtigt, gelijk sulks mede van de comparanten is beteickent geworden. Actum Gramsbergen den 14 maert 1727.

In de kantlijn staat: Op heden ondergeschr(even) is gecompareert de pr(ocureur) Alb. van Riemsdijk en heeft namens sijn moeder de wed. Riemsdijk verklaart dat sijn gemelte moeder nevenstaende capitael ad driehondert gulden op heden weer waeren voldaan, mogende derhalve lijden nevenstaande obligatie als na Lantregte also moge worden geroijeert, hetwelke also dan hebbe gedaan. Actum Heemse den 9 december 1738. Arnold Voltelen, Scholtus.

Ick Arnold Voltelen, indertijd verw(alter) Scholtus van den Hardenberg, Heemse en Gramsbergen, doe hiermede te weten, hoe dat voor mij en keurnoten, als waeren Gerrit Jansen en Hendrik van Ringe, parsonelijk in den Gerigte gecompareerd en erschenen sijn, Jacobus van Riemsdijk, rentm(eeste)r tot Gramsbergen, en sijn huisvrouw Johanna Reiners, tutore marito, welke verklaerden volgens gehoudene koopscontract van dato den 1 decemb(er) 1726 aen Gerrit Hendriks Ramaker en sijn huisvrouw Swaentien Jansen Balderhaer, bij desen als na Lantregte te doen cessie en transport van haer kamp lants agter haer kopers tegenswoordige woonhuis in het Drostenslag gelegen tot Holtheme, onder desen Ed(elen) Gerigte, soo hoog en laag met sijn regt en geregtigheid, raed en onraed, lasten als daertoe sijn en aengenhorende, en haer comparanten daerbij of is competerende; sijnde gemelte parceel lants tegenswoordig vrij van de verpond(inge) en contributie, en sulx voor eene somma van driehondert car(oli) guldens, welke penningen tot de aflosse toe sullen moeten worden verinterest, volgens de daervan op heden gerigtelijcken hypothecatiebrief te maken te sien, waer toe comparanten sig komen te gedragen; doende inmiddels oplatinge en vertichenisse met monde en handen, mogende lijden de voorschr(even) kopers daermede doen en handelen als nae eigendoms regt behoort, belovende dese cessie en overdragt te sullen staen, wagten en waeren voor alle evictie als na Lantregte. Des ten waeren oirconde en sonder argelist hebbe ik verw(alter) Scholtus voorn(oem)t dese met mijn zegel en onderteikeninge bekragtigt, gelijk mede sulks van de transportanten is beteickent en gezegelt. Actum Gramsbergen den 14 maert 1727.