8 Donderdag den 7en may 1812
Ter voldoening aan 't besluit van den heere onderprefekt van den 5en deezer, No. 285, is goedgevonden van de op heeden gedaane afkondiging en aanplakkinge, alsmeede ter leezing legging van de daarbij ingezondene lijsten der te verkoopene domeinen op morgen ter perfekture in te zenden de navolgende verklaring:

"Op heeden is door den ondergetekenden, more solito, voor de hoofddeur van 't gemeentehuis gedaan afkondigen en vervolgens aan 't zelve gedaan aanplakken een exemplaar van de bij besluit van den heer onderprefekt van den 5en deezer, No. 285, aan mij ingezondene specifieke lijsten der domeinen welke bij de tweede verkooping in 't departement der Monden van den IJssel zullen verkocht worden, nadat 't andere exemplaar daaraf alvoorens ter leezing waare gelegd ten huize van de weduwe F. van Munster alhier.
Hardenbergh, den 7en May 1812"

en zulks bij missive navolgende:

"De maire der gemeente Hardenbergh aan den onderprefekt van 't arrondissement Deventer, departement der Monden van den IJssel
Mijnheer de onderprefekt!
Ter voldoening aan uw besluit van den 5en deezer, No. 285, hebbe ik de eer hiernevens in te zenden de daarbij van mij gevorderde verklaring.
Verblijvende eerbiedigst,
De maire Ant. van Riemsdijk"

7 Mijnheer de onderprefekt!
Na ontvangst van uw besluit van den 21en der voorige maand, No. 237, hebbe ik ter voldoening aan hetzelve op den 26en daaraanvolgende des middaags om twaalf uuren na geëindigde godsdienst, more solito, van 't gemeentehuis doen publiceeren en aan 't zelve doen affigeeren de bekendmaking waarvan een afschrift hiernevens voege, wien tengevolge den alzo ter deezer mairie geduurende den daarbij vermelden tijd voor elk ingezeten ter visie en examinatie gelegen hebbende het plan van hoofdelijken omslag over de ingezetenen deezer gemeente ter bestrijding van 't deficit bij 't budget van 1811, vastgesteld bij deliberatiën van den raad der gemeente van den 14en bevooren en geene aanmerkinge of bezwaaren daarop gemaakt of daartegen ingebragt zijnde, zo hebbe de eer 't zelve bij deezen opnieuw aan u in tezenden, met verzoek 't zelve ten spoedigsten aan den heere prefekt ter apporbatie te doen toekoomen, waarom te meer bij deezen solliciteere, daar de gewoone inkomsten der stad Hardenbergh over den jaare 1811 voor de tot hiertoe vereischte uitgaaven tot slechts ƒ 55 - 11 - 6 na, geabsorbeerd zijnde, er geene andere refources overig zijn om in de verdere behoeften der gemeente voor den dienst van dat jaar te voorzien.
Verblijvende daartoe eerbiedigst, mijnheer de onderprefekt!
Uwen onderdanige en gehoorzaame dienaar, de maire,
Ant. van Riemsdijk

4 De maire der gemeente Hardenbergh op last van den heer onderprefekt van het arrondissement Deventer, in dato den 3den dezer No. 368
Vraagt aan de administrateuren der diaconiekas te Hardenbergh om te beantwoorden binnen den tijd van 2 maal 24 uuren: // De administrateuren antwoorden:

1. Hoeveel gevondene en verlaatene burger- of andere weeskinderen worden door uwe diaconie onder mijne gemeente onderhouden: // Dat in deze gemeente tegenswoordig gene zodanige weeskinderen niet worden gevonden.

2. Van welke jaaren of geslacht zijn ze: // ------

3. Hoeveel bedragen zich de jaarlijksche inkomsten van uwe diaconie ter onderhouding van voornoemde kinderen en hoeveel daarentegen derzelve uitgaven: // Een bijzonder fonds ter onderhouding van weeskinderen is hierin niet. Wanneer er arme wezen zijn worden dezelve uit de diaconiecasse evenals de overige armen onderhouden.

Het belang hetwelk het gouvernement in de nauwkeurige en spoedige beantwoording deezer vraagen steld, noopt mij u in deezen op uwe verantwoordelijkhe4id de stiptste en prompste beantwoording af te vorderen. De maire Ant. van Riemsdijk // Wij hebben de eer ons met gevoel van ware hoogachting te tekenen, mijnheer de maire! Uwe eerzaame, volwaardige dienaars, Jan Hurink, boekhoudende diaken, Gerrit Sierink, diaken.

3 Mijnheer de onderprefekt!
Ik hebbe de eer hierbij in te zenden de lijsten der geboorenen en gestorvenen geduurende de afgeloopene maand may in deeze gemeente.
Verblijvende eerbiedigst, mijnheer de onderprefekt!
Uwen onderdanige en gehoorzaame dienaar, de maire voornoemd,
Ant. van Riemsdijk