Correspondentie extracten ( Gemeentearchief Hardenberg )
004-uit_1861 uitgaandebrieven BW en Burg 1860 1862
157 Aangaande den loop der marke- en marschaangelegenheden heb ik de eer Uwe Excellentie te berigten, dat de zaak van Hmus Zweers GJz wegens belediging van mijn persoon , waarbij ik en de Rijksveldwachter Pruisnier als getuigen waren gedagvaard op jongstleden Dinsdag bij de Regtbak te Deventer is behandeld en is den eisch van den Heer Officier van Justitie veroordeling in eene gevangenisstraf van drie maanden en in de kosten der procedure. Op gisteren is voor het Kantongeregt te Ommen de zaak behandeld tegen Hmus Zweers GJz, Hmus Kremers en G. Zweers Dz. wegens het willekeurig opdrijven en weiden van vee op de marsch. deze personen hadden twee getuigen H. Kampherbeek en H. van Loo medegebragt en daar deze getuigen valschelijk getuigden zijn zij op de vordering van het openbaar Ministerie in arrest gehouden en zullen op heden worden opgezonden naar het provginciale Geregtshof. Dientengevolge is de behandeling der premetire zaak drie maanden geschorst. Hmus Zweers heeft deze week zijn beest niet op den marsch gedreven voor hedenmorgen, maar hebben Hmus Kremer en G. Zweers Dz reeds sedert eenige dagen het opdrijven gestaakt.
Datering:
1861-06-28
Onderwerp/Afhandeling:
Marsch
Plaatsnaam:
Stad Hardenberg
Ontvanger:
Commissaris des Konings
Toegangsnummer:
004 Gemeente Stad Hardenberg
Inventarisnummer:
uit_1861
Organisatie: Gemeentearchief Hardenberg
laatste wijziging 28-08-2013