Aan de noordzijde van de Muurstraat, ter hoogte van de Derde Drift en de steeg naast nr. 1 zijn enkele grondboringen verricht.

In de steeg ten oosten van nr. 1 is tot maximaal 1,1m beneden straatniveau geboord. Hierdoor kon geen volledig overzicht van de bodemopbouw worden verkregen. De aangetroffen grondlagen zijn destijds beschreven als ‘verwerkte grond’.

Ook ter hoogte van de Derde Drift is geboord tot maximaal 1,1m beneden straatniveau waardoor geen volledig overzicht van de bodemopbouw is verkregen. De aangetroffen grondlagen bestonden veelal uit gemengde vuile grond (met puin). Enkele boringen liepen daarbij vast op een oud bakstenen riool.

Voor beide locaties geldt dat van eventuele sporen/structuren en vondstmateriaal verder niets bekend is.

Betreft enkele boringen voorafgaande aan de bouw van een appartementencomplex die in het dagrapport staat aangegeven als locatie ‘De Hoogte’.

De natuurlijke bodem bestond uit onderin zavel, met daarboven meerdere kleilagen die grijs of groen en soms zavelig van aard zijn. De bovenste 80-90cm bestond uit niet nader gedefinieerde opgebrachte grond. Het was de bedoeling om aan de hand van de boringen een oude Hunze loop te achterhalen. Deze is echter niet aangetroffen.

Van eventueel vondstmateriaal is verder niets bekend.

Op een terrein waarvan het vermoeden bestond dat ter plaatse sprake kon zijn geweest van een borg zijn enkele grondboringen verricht.

De onderste aangetroffen (vermoedelijk natuurlijke) grondlagen bestonden uit grijze zanderige klei. Daarboven was sprake van enkele geelgrijze, dan wel geelbruine grondlagen waarvan de onderste uit zand bestond, die daarboven uit klei. De bovenste grondlagen bestonden uit, naar het lijkt, verrommeld klei en/of zand met daarop een laag tuingrond.

Er zijn verder geen sporen/structuren aangetroffen en van het vondstmateriaal is alleen bekend dat er een kloostermopfragment is aangetroffen. Aanwijzingen voor een gesloopte borg zijn er niet.

Betreft een negental boringen voorafgaande aan de nieuwbouw waarbij de diepte van de natuurlijke ondergrond (zand/leem) is vastgesteld. Deze is bij de meeste boringen aangetroffen op 1,6-2,5m –NAP. Bij vier boringen lag de natuurlijke ondergrond aanzienlijk hoger op 0,1-0,3m –NAP. Van de overige bodemopbouw, eventuele sporen/structuren en vondstmateriaal is verder niets vermeld.