Mijn Studiezaal (inloggen)
Documentatie ondergronds ( Gemeente Groningen Erfgoed (Internet) )
GIA GIA (Ondergronds)
Universiteitsbibliotheek, terrein Martinuskerk, 1982
Soort publicatie:
Artikel (tijdschrift, boek)
Titel publicatie:
'Er zat nog veel meer in die put ... '
MON nummer:
108034
Eigenaar documentatie:
Groningen Institute of Archaeology, GIA, Gemeente Groningen, GG
Eigenaar vondsten:
GM
Samenvatting:
Tijdens sloopwerkzaamheden op de locatie van de huidige universiteitsbibliotheek zijn twee proefsleuven aangelegd. Eén in het noordelijke deel van het terrein (noord-zuid georiënteerd) en één in het westelijke deel (oost-west georiënteerd). In beide zijn de resten van de Broerkerk (gebouwd vóór 1253) en de Sint Martinuskerk (1895) aangetroffen. Daarnaast zijn bij sloopwerkzaamheden elders op het terrein enkele waarnemingen verricht en is er vondstmateriaal verzameld.
Bodemopbouw
De natuurlijke ondergrond bestond uit keileem (in beide proefsleuven op 2,68m +NAP) en mogelijk keizand. In de aantekeningen van de begeleiding wordt gesproken over uit okerkleurig (dek)zand en/of groengrijs zand, gevolgd door zwarte grondlagen met puin. Onder de gesloopte bebouwing langs de Oude Kijk in ’t Jatstraat was sprake van een ophoging van mestlagen (mogelijk 14e-15e eeuw) die direct op het dekzand voorkwamen.
Sporen/structuren
Er zijn funderingsresten aangetroffen van onder meer het Minnebroederklooster, het koor van de Broerkerk, de kloostermuur, mogelijk een kerkhof en een huis langs de Oude Kijk in ’t Jatstraat (17e eeuw). Ook zijn een mestkuil en een beerkelder gevonden.
De noordelijke gevel bleek grotendeels op en deels ten noorden van de middeleeuwse funderingen te zijn gebouwd. De grondverbetering onder de middeleeuwse fundering bestond uit een laag zand direct op het keileem, gevolgd door een laag puin. Deze opvolging van lagen herhaalde zich nog enkele keren en werd afgesloten door een laag leem waarop de fundering stond.
Het puin bestond uit schelpkalk en halve kloostermoppen. Ten zuiden van de fundering (binnen de oude Sint Martinuskerk/Broerkerk) lag op het keileem een zwarte laag die tot 1,2m dik was. Verder zuidelijk van de noordelijke fundering zijn vijf stiepen aangetroffen van de Sint Martinuskerk. Deze stonden op een grondverbetering van vulzand direct op het keileem.
Bodemopbouw
De natuurlijke ondergrond bestond uit keileem (in beide proefsleuven op 2,68m +NAP) en mogelijk keizand. In de aantekeningen van de begeleiding wordt gesproken over uit okerkleurig (dek)zand en/of groengrijs zand, gevolgd door zwarte grondlagen met puin. Onder de gesloopte bebouwing langs de Oude Kijk in ’t Jatstraat was sprake van een ophoging van mestlagen (mogelijk 14e-15e eeuw) die direct op het dekzand voorkwamen.
Sporen/structuren
Er zijn funderingsresten aangetroffen van onder meer het Minnebroederklooster, het koor van de Broerkerk, de kloostermuur, mogelijk een kerkhof en een huis langs de Oude Kijk in ’t Jatstraat (17e eeuw). Ook zijn een mestkuil en een beerkelder gevonden.
De noordelijke gevel bleek grotendeels op en deels ten noorden van de middeleeuwse funderingen te zijn gebouwd. De grondverbetering onder de middeleeuwse fundering bestond uit een laag zand direct op het keileem, gevolgd door een laag puin. Deze opvolging van lagen herhaalde zich nog enkele keren en werd afgesloten door een laag leem waarop de fundering stond.
Het puin bestond uit schelpkalk en halve kloostermoppen. Ten zuiden van de fundering (binnen de oude Sint Martinuskerk/Broerkerk) lag op het keileem een zwarte laag die tot 1,2m dik was. Verder zuidelijk van de noordelijke fundering zijn vijf stiepen aangetroffen van de Sint Martinuskerk. Deze stonden op een grondverbetering van vulzand direct op het keileem.
Onderzoeksjaar:
1982
Objectnaam:
Universiteitsbibliotheek, terrein Martinuskerk
Adressen:
Broerplein, Broerstraat 4
Aanleiding:
sloop/nieuwbouw
Activiteit:
proefsleuf
Archeologische perioden:
(LME-)NT
Documentatie:
Dagrapporten GK boek 1
(4-8), Archiefkast tekenkamer
(4-8), Archiefkast tekenkamer
Opmerkingen:
(vervolg Samenvatting:) Ook in de westelijke proefsleuf stond de middeleeuwse fundering op een grondverbetering van een legen zand en puin. Ook hier herhaalde deze opvolging van lagen zich nog enkele keren. Tegen de middeleeuwse fundering aan was een putachtige structuur aanwezig die gevuld was met puin. Deze werd begrensd door een fundering van hergebruikte kloostermoppen met daarop machinaal vervaardigde bakstenen. Ten westen hiervan was een tweede fundering aanwezig die op eenzelfde manier was opgebouwd. Tezamen met een derde westelijker gelegen fundering en de genoemde put zijn dit resten van de Sint Martinuskerk.
Vondstmateriaal
Uit de zwarte laag zijn kogelpotscherven en botten verzameld. Uit een kuil nabij de noordelijke fundering zijn scherven, visgraten en houtskool verzameld. In één van de puinlagen onder de noordelijke middeleeuwse fundering is een strijkglas aangetroffen.
Verder kwam uit de beerkuil aardewerk, bot, een sleutel en geweven wol (datering LMEB). Uit de beerkelder kwam een boekband met ketting. Tot de losse vondsten behoren menselijk botmateriaal en een fibulafragment.
Vondstmateriaal
Uit de zwarte laag zijn kogelpotscherven en botten verzameld. Uit een kuil nabij de noordelijke fundering zijn scherven, visgraten en houtskool verzameld. In één van de puinlagen onder de noordelijke middeleeuwse fundering is een strijkglas aangetroffen.
Verder kwam uit de beerkuil aardewerk, bot, een sleutel en geweven wol (datering LMEB). Uit de beerkelder kwam een boekband met ketting. Tot de losse vondsten behoren menselijk botmateriaal en een fibulafragment.
Digitale bestanden:
Alleen beschikbaar bij de Gemeente Groningen
Organisatie: Gemeente Groningen Erfgoed (Internet)
laatste wijziging 14-03-2017
1 gedigitaliseerd
