Uw zoekacties: -

Zoeken in bestanden van inv.nr. 1986 van toegang 244 ( NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies )

beacon
115  bestanden
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Scan bij een inventarisnummer
1986 Vreeze, P. de
Auteur:
Vreeze, P. de
Titel:
Dagboek van een Amsterdammer in Duitschland
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Vorm:
Dagboek (cahiers)
Omvang:
165 pagina's
Periodisering:
25 maart 1943 - 21 juni 1945
Periode van ontstaan:
25 maart 1943 - 21 juni 1945
Localisering:
Duitsland (Berlijn en omstreken), Enschede, Amsterdam
Taal:
Nederlands
Inhoud:
Dagboek en brieven van P. de Vreeze, gevonden bij het vuilnis voor het pand Prinsengracht 392 in Amsterdam. Ten tijde van de Duitse bezetting woont de Vreeze op bovengenoemd adres met echtgenote Christine (oftewel ‘Stien’), aan wie de brieven zijn gericht. Van maart 1943 tot de bevrijding verricht De Vreeze dwangarbeid in Berlijn en de daar dichtbij gelegen plaatsen Erkner en Rüdersdorf. Hij stort beton, graaft brandputten en vervoert betonnen platen met een lorrie. In zijn vrije uren zoekt hij vertier met andere dwangarbeiders. Na anderhalf jaar slaan de vermoeidheid en heimwee onvermijdelijk toe: ‘Ben niet in de stemming. Hebben dat zoo ieder op zijn beurt. Wij noemen dat de klap met de hamer. Zou zoo graag een keer thuis zijn. Al was het voor een dag. Al mocht ik maar even om een hoekje kijken wat het vrouwtje uitvoerde. O schat denk je ook veel aan mij.’ (…) ‘Werken van 6-7 u. Staan half 5 op. 1 zondag vrij in de 3 weken. Vroeg donker ’s avonds. Soms op weg naar huis alarm. Mag je blij zijn dat je om 9 uur of half 10 thuis bent. Kun je beginnen je hapje klaar te maken. Vervloekte rotzooi.’ Dichtbij Berlijn, dat aanhoudend wordt gebombardeerd, wordt in maart 1945 zijn eigen ‘Lager’ getroffen: ‘We hebben het vandaag met man en macht in elkaar geflanst. Wat een bende. Tafels, stoelen, alles lag op en door elkaar. Wanden finaal weggedrukt. Ruiten stuk. Dan Berlijn: een ruïne, puinstad.’ Op 21 juni 1945 komt hij eindelijk thuis: ‘Voor de Amsterdammers staat een wagen klaar. Leo, Klaas, Henk en ik stappen in. Hoek Leisdschegracht-Prinsengracht stap ik uit. Nou jongens het beste en tot ziens. Ik bel aan, strompel naar boven en kijk naar de gezichten!! Ik sluit Stien mijn armen. Het zal wel weer goed worden.’
NB:
Dagboek van P. de Vreeze en enkele brieven, gevonden bij het vuilnis voor het pand Prinsengracht 392-2, ten tijde van de Duitse bezetting het huisadres van de dagboekauteur en zijn echtgenote Christine de Vreeze-Helmers. Het ‘Dagboek van een Amsterdammer in Duitschland’ bestaat uit drie cahiers:
deel 1: 23 maart - 27 november 1943;
deel 2: 24 februari 1944 - 6 mei 1945;
deel 3: 7 mei - 21 juni 1945.
Datum beschrijving:
7 juni 2017
Ga naar dit stuk:
Volgnummer:
1 van 115
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Scan bij een inventarisnummer
1986 Vreeze, P. de
Auteur:
Vreeze, P. de
Titel:
Dagboek van een Amsterdammer in Duitschland
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Vorm:
Dagboek (cahiers)
Omvang:
165 pagina's
Periodisering:
25 maart 1943 - 21 juni 1945
Periode van ontstaan:
25 maart 1943 - 21 juni 1945
Localisering:
Duitsland (Berlijn en omstreken), Enschede, Amsterdam
Taal:
Nederlands
Inhoud:
Dagboek en brieven van P. de Vreeze, gevonden bij het vuilnis voor het pand Prinsengracht 392 in Amsterdam. Ten tijde van de Duitse bezetting woont de Vreeze op bovengenoemd adres met echtgenote Christine (oftewel ‘Stien’), aan wie de brieven zijn gericht. Van maart 1943 tot de bevrijding verricht De Vreeze dwangarbeid in Berlijn en de daar dichtbij gelegen plaatsen Erkner en Rüdersdorf. Hij stort beton, graaft brandputten en vervoert betonnen platen met een lorrie. In zijn vrije uren zoekt hij vertier met andere dwangarbeiders. Na anderhalf jaar slaan de vermoeidheid en heimwee onvermijdelijk toe: ‘Ben niet in de stemming. Hebben dat zoo ieder op zijn beurt. Wij noemen dat de klap met de hamer. Zou zoo graag een keer thuis zijn. Al was het voor een dag. Al mocht ik maar even om een hoekje kijken wat het vrouwtje uitvoerde. O schat denk je ook veel aan mij.’ (…) ‘Werken van 6-7 u. Staan half 5 op. 1 zondag vrij in de 3 weken. Vroeg donker ’s avonds. Soms op weg naar huis alarm. Mag je blij zijn dat je om 9 uur of half 10 thuis bent. Kun je beginnen je hapje klaar te maken. Vervloekte rotzooi.’ Dichtbij Berlijn, dat aanhoudend wordt gebombardeerd, wordt in maart 1945 zijn eigen ‘Lager’ getroffen: ‘We hebben het vandaag met man en macht in elkaar geflanst. Wat een bende. Tafels, stoelen, alles lag op en door elkaar. Wanden finaal weggedrukt. Ruiten stuk. Dan Berlijn: een ruïne, puinstad.’ Op 21 juni 1945 komt hij eindelijk thuis: ‘Voor de Amsterdammers staat een wagen klaar. Leo, Klaas, Henk en ik stappen in. Hoek Leisdschegracht-Prinsengracht stap ik uit. Nou jongens het beste en tot ziens. Ik bel aan, strompel naar boven en kijk naar de gezichten!! Ik sluit Stien mijn armen. Het zal wel weer goed worden.’
NB:
Dagboek van P. de Vreeze en enkele brieven, gevonden bij het vuilnis voor het pand Prinsengracht 392-2, ten tijde van de Duitse bezetting het huisadres van de dagboekauteur en zijn echtgenote Christine de Vreeze-Helmers. Het ‘Dagboek van een Amsterdammer in Duitschland’ bestaat uit drie cahiers:
deel 1: 23 maart - 27 november 1943;
deel 2: 24 februari 1944 - 6 mei 1945;
deel 3: 7 mei - 21 juni 1945.
Datum beschrijving:
7 juni 2017
Ga naar dit stuk:
Volgnummer:
2 van 115
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Scan bij een inventarisnummer
1986 Vreeze, P. de
Auteur:
Vreeze, P. de
Titel:
Dagboek van een Amsterdammer in Duitschland
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Vorm:
Dagboek (cahiers)
Omvang:
165 pagina's
Periodisering:
25 maart 1943 - 21 juni 1945
Periode van ontstaan:
25 maart 1943 - 21 juni 1945
Localisering:
Duitsland (Berlijn en omstreken), Enschede, Amsterdam
Taal:
Nederlands
Inhoud:
Dagboek en brieven van P. de Vreeze, gevonden bij het vuilnis voor het pand Prinsengracht 392 in Amsterdam. Ten tijde van de Duitse bezetting woont de Vreeze op bovengenoemd adres met echtgenote Christine (oftewel ‘Stien’), aan wie de brieven zijn gericht. Van maart 1943 tot de bevrijding verricht De Vreeze dwangarbeid in Berlijn en de daar dichtbij gelegen plaatsen Erkner en Rüdersdorf. Hij stort beton, graaft brandputten en vervoert betonnen platen met een lorrie. In zijn vrije uren zoekt hij vertier met andere dwangarbeiders. Na anderhalf jaar slaan de vermoeidheid en heimwee onvermijdelijk toe: ‘Ben niet in de stemming. Hebben dat zoo ieder op zijn beurt. Wij noemen dat de klap met de hamer. Zou zoo graag een keer thuis zijn. Al was het voor een dag. Al mocht ik maar even om een hoekje kijken wat het vrouwtje uitvoerde. O schat denk je ook veel aan mij.’ (…) ‘Werken van 6-7 u. Staan half 5 op. 1 zondag vrij in de 3 weken. Vroeg donker ’s avonds. Soms op weg naar huis alarm. Mag je blij zijn dat je om 9 uur of half 10 thuis bent. Kun je beginnen je hapje klaar te maken. Vervloekte rotzooi.’ Dichtbij Berlijn, dat aanhoudend wordt gebombardeerd, wordt in maart 1945 zijn eigen ‘Lager’ getroffen: ‘We hebben het vandaag met man en macht in elkaar geflanst. Wat een bende. Tafels, stoelen, alles lag op en door elkaar. Wanden finaal weggedrukt. Ruiten stuk. Dan Berlijn: een ruïne, puinstad.’ Op 21 juni 1945 komt hij eindelijk thuis: ‘Voor de Amsterdammers staat een wagen klaar. Leo, Klaas, Henk en ik stappen in. Hoek Leisdschegracht-Prinsengracht stap ik uit. Nou jongens het beste en tot ziens. Ik bel aan, strompel naar boven en kijk naar de gezichten!! Ik sluit Stien mijn armen. Het zal wel weer goed worden.’
NB:
Dagboek van P. de Vreeze en enkele brieven, gevonden bij het vuilnis voor het pand Prinsengracht 392-2, ten tijde van de Duitse bezetting het huisadres van de dagboekauteur en zijn echtgenote Christine de Vreeze-Helmers. Het ‘Dagboek van een Amsterdammer in Duitschland’ bestaat uit drie cahiers:
deel 1: 23 maart - 27 november 1943;
deel 2: 24 februari 1944 - 6 mei 1945;
deel 3: 7 mei - 21 juni 1945.
Datum beschrijving:
7 juni 2017
Ga naar dit stuk:
Volgnummer:
3 van 115
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Scan bij een inventarisnummer
1986 Vreeze, P. de
Auteur:
Vreeze, P. de
Titel:
Dagboek van een Amsterdammer in Duitschland
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Vorm:
Dagboek (cahiers)
Omvang:
165 pagina's
Periodisering:
25 maart 1943 - 21 juni 1945
Periode van ontstaan:
25 maart 1943 - 21 juni 1945
Localisering:
Duitsland (Berlijn en omstreken), Enschede, Amsterdam
Taal:
Nederlands
Inhoud:
Dagboek en brieven van P. de Vreeze, gevonden bij het vuilnis voor het pand Prinsengracht 392 in Amsterdam. Ten tijde van de Duitse bezetting woont de Vreeze op bovengenoemd adres met echtgenote Christine (oftewel ‘Stien’), aan wie de brieven zijn gericht. Van maart 1943 tot de bevrijding verricht De Vreeze dwangarbeid in Berlijn en de daar dichtbij gelegen plaatsen Erkner en Rüdersdorf. Hij stort beton, graaft brandputten en vervoert betonnen platen met een lorrie. In zijn vrije uren zoekt hij vertier met andere dwangarbeiders. Na anderhalf jaar slaan de vermoeidheid en heimwee onvermijdelijk toe: ‘Ben niet in de stemming. Hebben dat zoo ieder op zijn beurt. Wij noemen dat de klap met de hamer. Zou zoo graag een keer thuis zijn. Al was het voor een dag. Al mocht ik maar even om een hoekje kijken wat het vrouwtje uitvoerde. O schat denk je ook veel aan mij.’ (…) ‘Werken van 6-7 u. Staan half 5 op. 1 zondag vrij in de 3 weken. Vroeg donker ’s avonds. Soms op weg naar huis alarm. Mag je blij zijn dat je om 9 uur of half 10 thuis bent. Kun je beginnen je hapje klaar te maken. Vervloekte rotzooi.’ Dichtbij Berlijn, dat aanhoudend wordt gebombardeerd, wordt in maart 1945 zijn eigen ‘Lager’ getroffen: ‘We hebben het vandaag met man en macht in elkaar geflanst. Wat een bende. Tafels, stoelen, alles lag op en door elkaar. Wanden finaal weggedrukt. Ruiten stuk. Dan Berlijn: een ruïne, puinstad.’ Op 21 juni 1945 komt hij eindelijk thuis: ‘Voor de Amsterdammers staat een wagen klaar. Leo, Klaas, Henk en ik stappen in. Hoek Leisdschegracht-Prinsengracht stap ik uit. Nou jongens het beste en tot ziens. Ik bel aan, strompel naar boven en kijk naar de gezichten!! Ik sluit Stien mijn armen. Het zal wel weer goed worden.’
NB:
Dagboek van P. de Vreeze en enkele brieven, gevonden bij het vuilnis voor het pand Prinsengracht 392-2, ten tijde van de Duitse bezetting het huisadres van de dagboekauteur en zijn echtgenote Christine de Vreeze-Helmers. Het ‘Dagboek van een Amsterdammer in Duitschland’ bestaat uit drie cahiers:
deel 1: 23 maart - 27 november 1943;
deel 2: 24 februari 1944 - 6 mei 1945;
deel 3: 7 mei - 21 juni 1945.
Datum beschrijving:
7 juni 2017
Ga naar dit stuk:
Volgnummer:
4 van 115