Uw zoekacties: -

Zoeken in bestanden van inv.nr. 1636 van toegang 244 ( NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies )

beacon
120  bestanden
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Scan bij een inventarisnummer
1636 Verleun, Johannes Adrianus Jozef
Auteur:
Verleun, Johannes Adrianus Jozef
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Vorm:
Dagboek, brieven en bijlagen (fotokopieen (A5 formaat))
Omvang:
125 pagina's
Periodisering:
24 tm 26 december 1943
Periode van ontstaan:
24 tm 26 december 1943
Localisering:
Amsterdam, gevangenis Euterpestraat
Taal:
Nederlands, Italiaans (in bijlage)
Inhoud:
De auteur is opgepakt op verdenking van verzetswerk. Hij is lid van de verzetsgroep CS 6 (genoemd naar hun basisadres Corellistraat 6, Amsterdam). Hij zit gevangen in de Euterpestraat in Amsterdam, geboeid en alleen in een cel. In de afscheidsbriefbrief aan zijn vader vertelt hij wie hem verraden heeft. Bij dagen durende verhoren is hij gemarteld. Soms kan hij niet meer op zijn benen staan. Hij probeert zo lang mogelijk vol te houden, ontkent alles en noemt geen namen. Hij bekent tenslotte wie hij gedood heeft en waar hij aan heeft meegewerkt. Dat hij de leider is van de verzertsgroep CS 6 ontkent hij. Hij vraagt zijn vader vergiffenis voor alles wat hij tegen hem misdaan heeft. "Ik ga op reis naar een beter Vaderland". Zijn moeder vertelt hij dat hij geen spijt heeft van zijn verzetsdaden. Ook zijn broers, zusters en enkele anderen krijgen een afscheidsschrijven. Op een schutblad van een boek tekent hij met zijn ongeboeide hand een kerststal. Hij besluit een eigen nachtmis te houden, als hij 's nachts eruit moet om te plassen. De bruine bonensoep smaakt, maar is te weinig. Zachtjes zingt hij wat kerstliedjes. Hij bereidt zich voor op de hemel. Er wordt ineens een pak de cel ingegooid. Het komt van zijn familie. Als hij de erop geschreven handschriften ziet, maakt hij daaruit op dat ze vrij en in veiligheid zijn. Hij pakt het uit met z'n ongeboeide hand. Ieder familielid heeft er wat te eten ingestopt. Van een mes maakt hij kerstklokken en hangt ze op. Hij hoort Duitse bewakers kerstliedjes zingen. Hij bidt en mediteert in de stille nacht. De klok slaat zes als hij weer wakker wordt. Als hij opstaat trekt hij na een wasbeurt een overhemd aan in plaats van een trui. Het electrisch licht gaat aan. Hij denkt aan zijn familie. Door het luikje krijgt hij extra brood toegeschoven, maar hij maakt met het gekregen pakket een feestmaal. Hij wordt gelucht om 8 uur. Een medegevangene vertrouwt hem toe, dat hij zichzelf van kant wil maken, wat hij niet kan begrijpen.
Inhoud vervolg:
Zijn kerstmaal 's middags is witte kool met uienjus. Als hij dit versiert met extra boter van thuis, ziet hij dat hier 25 % talk inzit. Na het eten wordt hij weer geboeid. Op de gang praten de bewakers over de inhoud van de kerstpakketten van de gevangenen. Een bewaker, die koekjes komt brengen, schrikt als hij zijn hand- en voetboei ziet. Als deze hem zalig kerstfeest wenst, zegt hij erbij: "als dit voor jou tenminste nog mogelijk is, maar vertrouw op God". Dit geeft de auteur een warm gevoel. Langzaam eet hij zijn avondeten uit het pakket van thuis en bewaart zijn gevangenisboterhammen voor later. Voor de nacht worden hem de boeien weer omgedaan. Hij krijgt zin in koek en wurmt zich uit de boeien en eet. Nog voor het licht uitgaat valt hij in slaap. Als de bel luidt, wordt hij wakker en doet gauw de boeien om. Het is tweede kerstdag. 's Middags eet hij de gewoonlijke gortepap, die hij zelfs lekker is gaan vinden. Hij noemt het "stijfselsoep". Het pakket zorgt voor extra eten. Hij geniet van de stilte. Als hij na anderhalf uur luchten 's middags terugkomt in de cel staat koffie met speculaasjes klaar. Hij eet de van zijn moeder gekregen kaas en leest in "Old Shatterhand", dat hij eigenlijk maar niets vindt. Hij eet nu van al het gekregen eten, maar vraagt god om het hemelsch brood. "Het licht gaat uit, 't is kinderenbedtijd. Wel te rusten".
NB:
In een uitgetypte bijlage zijn enige bladzijden in het Italiaans vertaald. Jan Verleun werd op 7 januari 1944 gefusilleerd. De kopieën zijn slecht leesbaar
Datum beschrijving:
april 2009
Volgnummer:
1 van 120
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Scan bij een inventarisnummer
1636 Verleun, Johannes Adrianus Jozef
Auteur:
Verleun, Johannes Adrianus Jozef
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Vorm:
Dagboek, brieven en bijlagen (fotokopieen (A5 formaat))
Omvang:
125 pagina's
Periodisering:
24 tm 26 december 1943
Periode van ontstaan:
24 tm 26 december 1943
Localisering:
Amsterdam, gevangenis Euterpestraat
Taal:
Nederlands, Italiaans (in bijlage)
Inhoud:
De auteur is opgepakt op verdenking van verzetswerk. Hij is lid van de verzetsgroep CS 6 (genoemd naar hun basisadres Corellistraat 6, Amsterdam). Hij zit gevangen in de Euterpestraat in Amsterdam, geboeid en alleen in een cel. In de afscheidsbriefbrief aan zijn vader vertelt hij wie hem verraden heeft. Bij dagen durende verhoren is hij gemarteld. Soms kan hij niet meer op zijn benen staan. Hij probeert zo lang mogelijk vol te houden, ontkent alles en noemt geen namen. Hij bekent tenslotte wie hij gedood heeft en waar hij aan heeft meegewerkt. Dat hij de leider is van de verzertsgroep CS 6 ontkent hij. Hij vraagt zijn vader vergiffenis voor alles wat hij tegen hem misdaan heeft. "Ik ga op reis naar een beter Vaderland". Zijn moeder vertelt hij dat hij geen spijt heeft van zijn verzetsdaden. Ook zijn broers, zusters en enkele anderen krijgen een afscheidsschrijven. Op een schutblad van een boek tekent hij met zijn ongeboeide hand een kerststal. Hij besluit een eigen nachtmis te houden, als hij 's nachts eruit moet om te plassen. De bruine bonensoep smaakt, maar is te weinig. Zachtjes zingt hij wat kerstliedjes. Hij bereidt zich voor op de hemel. Er wordt ineens een pak de cel ingegooid. Het komt van zijn familie. Als hij de erop geschreven handschriften ziet, maakt hij daaruit op dat ze vrij en in veiligheid zijn. Hij pakt het uit met z'n ongeboeide hand. Ieder familielid heeft er wat te eten ingestopt. Van een mes maakt hij kerstklokken en hangt ze op. Hij hoort Duitse bewakers kerstliedjes zingen. Hij bidt en mediteert in de stille nacht. De klok slaat zes als hij weer wakker wordt. Als hij opstaat trekt hij na een wasbeurt een overhemd aan in plaats van een trui. Het electrisch licht gaat aan. Hij denkt aan zijn familie. Door het luikje krijgt hij extra brood toegeschoven, maar hij maakt met het gekregen pakket een feestmaal. Hij wordt gelucht om 8 uur. Een medegevangene vertrouwt hem toe, dat hij zichzelf van kant wil maken, wat hij niet kan begrijpen.
Inhoud vervolg:
Zijn kerstmaal 's middags is witte kool met uienjus. Als hij dit versiert met extra boter van thuis, ziet hij dat hier 25 % talk inzit. Na het eten wordt hij weer geboeid. Op de gang praten de bewakers over de inhoud van de kerstpakketten van de gevangenen. Een bewaker, die koekjes komt brengen, schrikt als hij zijn hand- en voetboei ziet. Als deze hem zalig kerstfeest wenst, zegt hij erbij: "als dit voor jou tenminste nog mogelijk is, maar vertrouw op God". Dit geeft de auteur een warm gevoel. Langzaam eet hij zijn avondeten uit het pakket van thuis en bewaart zijn gevangenisboterhammen voor later. Voor de nacht worden hem de boeien weer omgedaan. Hij krijgt zin in koek en wurmt zich uit de boeien en eet. Nog voor het licht uitgaat valt hij in slaap. Als de bel luidt, wordt hij wakker en doet gauw de boeien om. Het is tweede kerstdag. 's Middags eet hij de gewoonlijke gortepap, die hij zelfs lekker is gaan vinden. Hij noemt het "stijfselsoep". Het pakket zorgt voor extra eten. Hij geniet van de stilte. Als hij na anderhalf uur luchten 's middags terugkomt in de cel staat koffie met speculaasjes klaar. Hij eet de van zijn moeder gekregen kaas en leest in "Old Shatterhand", dat hij eigenlijk maar niets vindt. Hij eet nu van al het gekregen eten, maar vraagt god om het hemelsch brood. "Het licht gaat uit, 't is kinderenbedtijd. Wel te rusten".
NB:
In een uitgetypte bijlage zijn enige bladzijden in het Italiaans vertaald. Jan Verleun werd op 7 januari 1944 gefusilleerd. De kopieën zijn slecht leesbaar
Datum beschrijving:
april 2009
Pagina:
I
Volgnummer:
2 van 120
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Scan bij een inventarisnummer
1636 Verleun, Johannes Adrianus Jozef
Auteur:
Verleun, Johannes Adrianus Jozef
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Vorm:
Dagboek, brieven en bijlagen (fotokopieen (A5 formaat))
Omvang:
125 pagina's
Periodisering:
24 tm 26 december 1943
Periode van ontstaan:
24 tm 26 december 1943
Localisering:
Amsterdam, gevangenis Euterpestraat
Taal:
Nederlands, Italiaans (in bijlage)
Inhoud:
De auteur is opgepakt op verdenking van verzetswerk. Hij is lid van de verzetsgroep CS 6 (genoemd naar hun basisadres Corellistraat 6, Amsterdam). Hij zit gevangen in de Euterpestraat in Amsterdam, geboeid en alleen in een cel. In de afscheidsbriefbrief aan zijn vader vertelt hij wie hem verraden heeft. Bij dagen durende verhoren is hij gemarteld. Soms kan hij niet meer op zijn benen staan. Hij probeert zo lang mogelijk vol te houden, ontkent alles en noemt geen namen. Hij bekent tenslotte wie hij gedood heeft en waar hij aan heeft meegewerkt. Dat hij de leider is van de verzertsgroep CS 6 ontkent hij. Hij vraagt zijn vader vergiffenis voor alles wat hij tegen hem misdaan heeft. "Ik ga op reis naar een beter Vaderland". Zijn moeder vertelt hij dat hij geen spijt heeft van zijn verzetsdaden. Ook zijn broers, zusters en enkele anderen krijgen een afscheidsschrijven. Op een schutblad van een boek tekent hij met zijn ongeboeide hand een kerststal. Hij besluit een eigen nachtmis te houden, als hij 's nachts eruit moet om te plassen. De bruine bonensoep smaakt, maar is te weinig. Zachtjes zingt hij wat kerstliedjes. Hij bereidt zich voor op de hemel. Er wordt ineens een pak de cel ingegooid. Het komt van zijn familie. Als hij de erop geschreven handschriften ziet, maakt hij daaruit op dat ze vrij en in veiligheid zijn. Hij pakt het uit met z'n ongeboeide hand. Ieder familielid heeft er wat te eten ingestopt. Van een mes maakt hij kerstklokken en hangt ze op. Hij hoort Duitse bewakers kerstliedjes zingen. Hij bidt en mediteert in de stille nacht. De klok slaat zes als hij weer wakker wordt. Als hij opstaat trekt hij na een wasbeurt een overhemd aan in plaats van een trui. Het electrisch licht gaat aan. Hij denkt aan zijn familie. Door het luikje krijgt hij extra brood toegeschoven, maar hij maakt met het gekregen pakket een feestmaal. Hij wordt gelucht om 8 uur. Een medegevangene vertrouwt hem toe, dat hij zichzelf van kant wil maken, wat hij niet kan begrijpen.
Inhoud vervolg:
Zijn kerstmaal 's middags is witte kool met uienjus. Als hij dit versiert met extra boter van thuis, ziet hij dat hier 25 % talk inzit. Na het eten wordt hij weer geboeid. Op de gang praten de bewakers over de inhoud van de kerstpakketten van de gevangenen. Een bewaker, die koekjes komt brengen, schrikt als hij zijn hand- en voetboei ziet. Als deze hem zalig kerstfeest wenst, zegt hij erbij: "als dit voor jou tenminste nog mogelijk is, maar vertrouw op God". Dit geeft de auteur een warm gevoel. Langzaam eet hij zijn avondeten uit het pakket van thuis en bewaart zijn gevangenisboterhammen voor later. Voor de nacht worden hem de boeien weer omgedaan. Hij krijgt zin in koek en wurmt zich uit de boeien en eet. Nog voor het licht uitgaat valt hij in slaap. Als de bel luidt, wordt hij wakker en doet gauw de boeien om. Het is tweede kerstdag. 's Middags eet hij de gewoonlijke gortepap, die hij zelfs lekker is gaan vinden. Hij noemt het "stijfselsoep". Het pakket zorgt voor extra eten. Hij geniet van de stilte. Als hij na anderhalf uur luchten 's middags terugkomt in de cel staat koffie met speculaasjes klaar. Hij eet de van zijn moeder gekregen kaas en leest in "Old Shatterhand", dat hij eigenlijk maar niets vindt. Hij eet nu van al het gekregen eten, maar vraagt god om het hemelsch brood. "Het licht gaat uit, 't is kinderenbedtijd. Wel te rusten".
NB:
In een uitgetypte bijlage zijn enige bladzijden in het Italiaans vertaald. Jan Verleun werd op 7 januari 1944 gefusilleerd. De kopieën zijn slecht leesbaar
Datum beschrijving:
april 2009
Volgnummer:
3 van 120
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Scan bij een inventarisnummer
1636 Verleun, Johannes Adrianus Jozef
Auteur:
Verleun, Johannes Adrianus Jozef
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Vorm:
Dagboek, brieven en bijlagen (fotokopieen (A5 formaat))
Omvang:
125 pagina's
Periodisering:
24 tm 26 december 1943
Periode van ontstaan:
24 tm 26 december 1943
Localisering:
Amsterdam, gevangenis Euterpestraat
Taal:
Nederlands, Italiaans (in bijlage)
Inhoud:
De auteur is opgepakt op verdenking van verzetswerk. Hij is lid van de verzetsgroep CS 6 (genoemd naar hun basisadres Corellistraat 6, Amsterdam). Hij zit gevangen in de Euterpestraat in Amsterdam, geboeid en alleen in een cel. In de afscheidsbriefbrief aan zijn vader vertelt hij wie hem verraden heeft. Bij dagen durende verhoren is hij gemarteld. Soms kan hij niet meer op zijn benen staan. Hij probeert zo lang mogelijk vol te houden, ontkent alles en noemt geen namen. Hij bekent tenslotte wie hij gedood heeft en waar hij aan heeft meegewerkt. Dat hij de leider is van de verzertsgroep CS 6 ontkent hij. Hij vraagt zijn vader vergiffenis voor alles wat hij tegen hem misdaan heeft. "Ik ga op reis naar een beter Vaderland". Zijn moeder vertelt hij dat hij geen spijt heeft van zijn verzetsdaden. Ook zijn broers, zusters en enkele anderen krijgen een afscheidsschrijven. Op een schutblad van een boek tekent hij met zijn ongeboeide hand een kerststal. Hij besluit een eigen nachtmis te houden, als hij 's nachts eruit moet om te plassen. De bruine bonensoep smaakt, maar is te weinig. Zachtjes zingt hij wat kerstliedjes. Hij bereidt zich voor op de hemel. Er wordt ineens een pak de cel ingegooid. Het komt van zijn familie. Als hij de erop geschreven handschriften ziet, maakt hij daaruit op dat ze vrij en in veiligheid zijn. Hij pakt het uit met z'n ongeboeide hand. Ieder familielid heeft er wat te eten ingestopt. Van een mes maakt hij kerstklokken en hangt ze op. Hij hoort Duitse bewakers kerstliedjes zingen. Hij bidt en mediteert in de stille nacht. De klok slaat zes als hij weer wakker wordt. Als hij opstaat trekt hij na een wasbeurt een overhemd aan in plaats van een trui. Het electrisch licht gaat aan. Hij denkt aan zijn familie. Door het luikje krijgt hij extra brood toegeschoven, maar hij maakt met het gekregen pakket een feestmaal. Hij wordt gelucht om 8 uur. Een medegevangene vertrouwt hem toe, dat hij zichzelf van kant wil maken, wat hij niet kan begrijpen.
Inhoud vervolg:
Zijn kerstmaal 's middags is witte kool met uienjus. Als hij dit versiert met extra boter van thuis, ziet hij dat hier 25 % talk inzit. Na het eten wordt hij weer geboeid. Op de gang praten de bewakers over de inhoud van de kerstpakketten van de gevangenen. Een bewaker, die koekjes komt brengen, schrikt als hij zijn hand- en voetboei ziet. Als deze hem zalig kerstfeest wenst, zegt hij erbij: "als dit voor jou tenminste nog mogelijk is, maar vertrouw op God". Dit geeft de auteur een warm gevoel. Langzaam eet hij zijn avondeten uit het pakket van thuis en bewaart zijn gevangenisboterhammen voor later. Voor de nacht worden hem de boeien weer omgedaan. Hij krijgt zin in koek en wurmt zich uit de boeien en eet. Nog voor het licht uitgaat valt hij in slaap. Als de bel luidt, wordt hij wakker en doet gauw de boeien om. Het is tweede kerstdag. 's Middags eet hij de gewoonlijke gortepap, die hij zelfs lekker is gaan vinden. Hij noemt het "stijfselsoep". Het pakket zorgt voor extra eten. Hij geniet van de stilte. Als hij na anderhalf uur luchten 's middags terugkomt in de cel staat koffie met speculaasjes klaar. Hij eet de van zijn moeder gekregen kaas en leest in "Old Shatterhand", dat hij eigenlijk maar niets vindt. Hij eet nu van al het gekregen eten, maar vraagt god om het hemelsch brood. "Het licht gaat uit, 't is kinderenbedtijd. Wel te rusten".
NB:
In een uitgetypte bijlage zijn enige bladzijden in het Italiaans vertaald. Jan Verleun werd op 7 januari 1944 gefusilleerd. De kopieën zijn slecht leesbaar
Datum beschrijving:
april 2009
Pagina:
II
Volgnummer:
4 van 120