Uitspraak van de Hoge Raad krachtens speciale delegatie in de zaak van Haarlem en Rijnland over het herstel van een spuisluis in de Spaarndammerdijk.
De Hoge Raad ontzegt Haarlem de eis om Rijnland te veroordelen tot herstel en schadevergoeding, en compenseert de kosten.
In 1578 was er schade ontstaan door kwelwater onder de sluis op de "Oesterwale". Haarlem en Rijnland verschilden van mening over de vraag voor wiens rekening de kosten van herstel komen . Zij legden hun geschil voor aan Willem van Oranje, die vervolgens bij brief van 27 januari 1581 commissarissen van het Hof van Holland autoriseerde om een comparitie van partijen te houden. Bij deze comparitie kwamen partijen niet tot overeenstemming.
Commissarissen hebben de prins schriftelijk gerapporteerd. Deze heeft vervolgens een acceptakkoord opgesteld, dat echter door partijen niet is overgenomen. De prins heeft daarop bij brief van 11 mei 1584 op verzoek van partijen de zaak naar "justitie" (in casu de Hoge Raad) verwezen. De Hoge Raad heeft alvorens uitspraak te doen partijen tevergeefs verzocht alsnog het ontwerpakkoord over te nemen.