1702.1-0019 Hertog Karel geeft vrijgeleide aan hoofdman Lens van der Horst die te Tiel gelegerd was en nu met zijn 200 knechten in dienst van (Christiaan II), koning van Denemarken overgaat.

1689.01-0183 (Hertog Karel) stelt Lens van der Horst aan tot zijn schout en bode in de heerlijkheid Horst (in het land van Kessel).

296 Comparuit Lens Wijndum met recht besat ter instantie van Johan van Assbeeck, luitenant, om getuig der waarheid te geven op het vraagstuk, hierna volgende: of hij niet op dinsdag vóór Pinksteren met hem, producent, samen met andere lansknechten gezeten heeft in den Hulck binnen Doesburg in der "zech" en of daar niet tot hen in het gelag gekomen is Roetert Helmertss en zich met de knechten veronwilligd alzo dat hij in lijfsgevaar is geweest en of hij, producent, niet met andere goede gezellen Roetert voorzegd zijn leven gered heeft en daardoor zwaarlijk gewond werd? - Item of Roetert niet gekomen als hij, producent, de schade gekregen had en zijn hand genomen en die gekust, zeggende: hij zoude tevreden zijn; dewijl hij hem zijn leven gered had, wilde hij alle hinder, schade, meesterloon en wes hem daar uit ontstaan mochte, oprichten en betalen; Zegt dat voorzegde alzo geschied te zijn; Juravit ad S.cta;

370 Is de stadhouder des richters Aerndt van Brienen oorkond schepenen nabeschreven op het verzoek der naaste vrienden gegaan naar de Craen ten huize van Gerryt Brantss, alwaar ter zelver plaatse dood lag Lens van Mastricht, gestorven aan een wonding, die hem Goesen Brentgens onder zijn luchterborst na de hartkolk gegeven had; zeide de stadhouder voorzegd tegen de schepenen: zij zagen wel dat de voorzegde Lens aan dezelve wonding gestorven ware; Antwoordden de schepenen, gehoord daarop het advies van Mr. Wilhem barbier en Mr. Henrick Gaymans (dewelke de wonding geopend hadden) gemeenlijk: Ja; vroeg de stadhouder voorzegd de burgemeester indertijd Doctor Reyner van den Sande een ordel wat schijn hij van de dode nemen zou om onze genedige heer de vorst van Gelre of zijn vorstelijke genade representerende, waar de vrienden thans of morgen klagen wilden, te vertonen, dat deze dode aan dezelve wonding gestorven waar, die daarop met gevolg der schepenen wees voor recht: dat naaste kleed aan zijn lijve, waar hij door gewond ware [enz.]. Oorkond Reyner van den Sande en Jan Engelen, beide indertijd burgemeesters, Engelbert van der Borcht, Henrick Wyntgens en Pouwel Sluysken, schepenen;