Regesten ( Gelders Archief )
17 zoekresultaten
sorteren op:
2003_407 -
149 Peter van Winssen als man en momber zijner huisvrouw Anthonia van de Waetter volmacht hebbende, waarvan de volmacht voor burgemeesters en schepenen de stad Cuilenburch op 10-05-1586 [gepasseerd is], sub et re Derrick Laurenssen en Gryet Derricxen, zijn vrouw, een bouwhuis met daarin staande ketel, brouwkuipen, gereedschappen en alle toebehoren, de comparanten toebehorende, gelijk datzelve alles tegenwoordiger tijd daarin bevonden wordt, strekkende eindlijk op de Beek achter Rodenburch ab una en Henrick van Olburgens kamer ab altera [enz.];
Organisatie: Gelders Archief
laatste wijziging 07-12-2016
2003_409 -
61 Derrick van Elsen heeft verklaard schuldig te zijn de kinderen van zal. Gaerth dye Brouwer de somme van 28 gl. tot goeder rekening, welke hij de voorzegde kidneren belooft te betalen op heden over 8 dagen of daarvoor zijn koebeesten de kinderen in handen te zullen stellen, alles onder verbintenis van zijn goederen, gerede en ongerede, geenrehande uitgezonderd [enz.]; Kent gelijkfals schuldig Derrick Laurenssen de somme van 36 keizers gl. 15 stuiver, belovende diezelve te betalen op Victoris 1588 onder gelijke verbintenis; Comparuit Thoniss die Brouwer et fideiussit nomine Derrick van Elsen pro solvende; Cavit Derrick van Elsen de indemnitate;
Organisatie: Gelders Archief
laatste wijziging 02-09-2016
2003_410 -
495 Eadem Styn Brantsen verklaart schuldig te zijn de erfgenamen van zal. Johan Brantsen 15 gl. vermogens zeker magescheid, Willem Coenderts 36 gl. van achterstedigheid, de kerkmeesters en Styn [Vederrister] 20 gl., Herman Hoeffsmit 36 gl., Gerrit Baers 14 gl., Spoltman 18 gl., Barth van Enss 9 gl. 8 stuiver, Herman Ricxen 10 gl., Derrick Laurenssen 11 gl., belovende diezelve van de leste termijn der gementioneerde kooppenningen, in voorgaaande acten verhaald, [te betalen] [enz.];
Organisatie: Gelders Archief
laatste wijziging 17-03-2016
2003_410 -
496 Derrick Laurenssen en Margarieth, zijn vrouw, verklaren woe dat Anna van Moers, nagelaten weduwe van zal. Herman Beijer, jaarlijks geldende heeft uit hun huis en hofstad, staande in de Oeverstraat, op de ene zijde Mr. Beerndt metseler en ab altera Wilhelm Palmert, 10 daler volgens magescheidsbrief, daarvan zijnde, waaraan zij Anna, hun moei, ten achteren zijn een merkelijke summe van penningen, wienshalve zij ook proces heeft moeten voeren voor een eerzame raad dezer stad Arnhem tussen peinding en pandkering, welke different ten laatste na lange proceduren ex vi Dominorum decreti door tussenhandeling van de goede luiden ter vriendschap henenweg gelegd is in de volgende maniere, te weten dat gemelde comparanten betalen zullen voor alle de achterstand, daarin begrepen het jaar 1593, nu op Pasen verschenen, de somme van 324 Carolus gl., nl. 100 Carolus gl. aanstonds bij deze verwillekeuring en nog 112 gl. op Pasen 1594 en de resterende 112 gl. op Pasen 1595 [enz.];
Organisatie: Gelders Archief
laatste wijziging 17-03-2016