825 Cornelis Vermaess en Tryneken Hendricx, zijn vrouw, sub et re Jacob de Greeff en Helene Engelen, zijn huisvrouw, een moeshof, gelegen buiten de Rynghpoort tegen de oude Kraen, oostwaarts [niet ingevuld], zuidwaarts de gemene weg, westwaarts de gemene steeg en noordwaarts Johan Jordens [enz.];

321 Jacob de Greeff en Heijltgen Engelen e.l. hebben voor alzulke 1000 gl. als zij onder andere op zijn, comparants, moederlijk versterf van zijn schoonvader Johan Haeck te ontvangen hebben ten behoeve van hun kinderen verbonden hun huis en hofstad, staande en gelegen in de Rijnstraat, en daarenboven beloofd dat zij als rente van 100 gl., onder de voorzegde 1000 gl. begrepen, zullen uitrichten 6 gl. jaarlijks aan hun, comparanten, nicht Gijsbertgen de Greeff, het eerste jaar op Christmisse 1622 te verschijnen;

934 Jacob de Greeff en Heiltgen Engelen e.l., te kennen gevende, alzo Jacob Haeck onder de secretaris Willem van Harn geconsigneerd heeft zodane 600 gl. als Jacob de Greeff vnd. bij taxatie van deze gerichte wegens de beterschap van het huis de Gapert geadjudiceerd zijn en dat de vnd. secretaris de voorzegde penningen zich bezwaart weerloos te worden zonder verzekering, dat zij, e.l., derhalve hun personen en goederen verbinden en specialijk hun huis en hofstede, gelegen in de Rijnstraat tussen erfenissen van hun, e.l., voorzegd ter ener- en van Joanne Holtio, predikant te Begbergen, ter andere zijde, en zulks voor hetgeen iemand op de voorzegde penningen zoude mogen te spreken hebben [enz.];

817 Jacob de Greeff en Heijltgen Engelen e.l. hebben opgedragen en met hun vrije wil vertegen Winand van Ratingen en Walburch Bitters, zijn vrouw, een rente van 50 gl. jaarlijks uit hun huis en hofstede, gelegen in de Rijnstraat tussen erfenissen van Ulrick van Gent ter ener- en van e.l. comparanten ter andere zijde, te verschijnen op pasen 1632 eerstaan et sic deinceps, te lossen met 800 gl. kapitaal [enz.]; [in margine: afgelost 06-01-1646];