Regesten ( Gelders Archief )
15 zoekresultaten
sorteren op:
0001 Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen
Inventaris
2. Graven, later hertogen, van Gelre, graven van Zutphen
2.14. Karel van Egmond
N.B. * 1467, hertog van Gelre en graaf van Zutphen (1477-1483) 1492-1538, overl. 1538, zn. van Adolf van Egmond en Catharina van Bourbon; tr. 1518 Elisabeth van Brunswijk-Lüneburg (1494-1572), dr. van hertog Hendrik VII en Margaretha van Saksen.
Zijn testament bevindt zich niet in dit archief maar wel in het Österreichisches Staatsarchiv: AT-OeStA/HHStA UR LUK 189, in druk: A.P. van Schilfgaarde, 'Het testament van hertog Karel van Gelre en zijn afstammelingen', Bijdragen en Mededelingen Gelre LI (1950) 30-34. Een gedeeltelijk Nederlands afschrift bevindt zich in de Universiteitsbibliotheek Groningen, vgl. Dezelfde, 'Nadere gegevens over het testament van hertog Karel van Gelre en zijn afstammelingen', Ibid. LVI (1957) 199-211. Voor zijn geboortehoroscoop zie inv.nr. 1698 en de aantekeningen daarbij.
N.B. * 1467, hertog van Gelre en graaf van Zutphen (1477-1483) 1492-1538, overl. 1538, zn. van Adolf van Egmond en Catharina van Bourbon; tr. 1518 Elisabeth van Brunswijk-Lüneburg (1494-1572), dr. van hertog Hendrik VII en Margaretha van Saksen.
Zijn testament bevindt zich niet in dit archief maar wel in het Österreichisches Staatsarchiv: AT-OeStA/HHStA UR LUK 189, in druk: A.P. van Schilfgaarde, 'Het testament van hertog Karel van Gelre en zijn afstammelingen', Bijdragen en Mededelingen Gelre LI (1950) 30-34. Een gedeeltelijk Nederlands afschrift bevindt zich in de Universiteitsbibliotheek Groningen, vgl. Dezelfde, 'Nadere gegevens over het testament van hertog Karel van Gelre en zijn afstammelingen', Ibid. LVI (1957) 199-211. Voor zijn geboortehoroscoop zie inv.nr. 1698 en de aantekeningen daarbij.
2.14.2. Algemeen
N.B. Zie ook GldA, 0002 Leenkamer van Gelre en Zutphen, inv.nr. 11, fo. 141-179: aantekeningen van het verhandelde in de hertogelijke raad, 1514-1515.
Registers
Registers, al in de 16e eeuw aangeduid als de XIV libri, met afschriften van ingekomen en uitgaande brieven, van uitgevaardigde akten en andere stukken en aantekeningen van uiteenlopende aard, 1477-1482 (1492) en 1492-1538 (1546).
N.B. Liber I (inv.nr. 1679) is mogelijk aan het begin van hertog Karels regering aangelegd als formulier- en voorbeeldboek en bevat daarnaast overwegend oudere stukken (midden 13e-einde 15e eeuw, met als zwaartepunt de tweede helft van de 15e eeuw). Oudere stukken (10e-15e eeuw) komen ook in andere delen voor.
Liber II (inv.nr. 1680) is gezien de inhoud, mogelijk fragmentarchief van hertogin-regentes Catharina; de aanwezigheid kan ook samenhangen met het besluit/verlangen van de Landdag te Nijmegen van 1493.04: Item mijn ghen. jonffr. van Gelre oir segel ende brieve in oeren machte te blieven (inv.nr. 1681 fo. 140vo-141). Overigens komt een deel van de inhoud van II ook in I voor (aldaar fo. 65-73, 108-113).
Liber III-XIV (inv.nrs. 1681-1691) vormen een chronologisch min of meer opeenvolgende reeks, zij het met overlappingen en zonder dat binnen de afzonderlijke banden de chronologie in acht genomen is. In die reeks vormt het deel Primus van VIII (inv.nr. 1686), met eigen foliëring 1-47 vrijwel geheel een afschrift (begin 16e eeuw) van een deel van III (inv.nr. 1681, fo. 106-151 en 171-184vo). In III zijn overigens in dat deel passende stukken tussen- of bijgevoegd die in VIII-1 ontbreken).
De dateringen van Liber III-XIV betreffen globaal de door elke band bestreken periode, toch komen per deel ook oudere en jongere stukken voor. Waarschijnlijk aangelegd als geheugensteun voor het lopend bestuur ten aanzien van binnenlandse aangelegenheden (vgl. Nijhoff, Gedenkwaardigheden VI 1, iv).
De XIV Libri waren zoals wij ze nu kennen in de eerste helft van de 16e eeuw aanwezig; Gerard van Rhenoy en Johan Bell bevestigen op 1547.01.05 dat zij de registers in hun bewaring hebben (inv.nr. 1695, fo. 242).
Liber XII werd
N.B. Zie ook GldA, 0002 Leenkamer van Gelre en Zutphen, inv.nr. 11, fo. 141-179: aantekeningen van het verhandelde in de hertogelijke raad, 1514-1515.
Registers
Registers, al in de 16e eeuw aangeduid als de XIV libri, met afschriften van ingekomen en uitgaande brieven, van uitgevaardigde akten en andere stukken en aantekeningen van uiteenlopende aard, 1477-1482 (1492) en 1492-1538 (1546).
N.B. Liber I (inv.nr. 1679) is mogelijk aan het begin van hertog Karels regering aangelegd als formulier- en voorbeeldboek en bevat daarnaast overwegend oudere stukken (midden 13e-einde 15e eeuw, met als zwaartepunt de tweede helft van de 15e eeuw). Oudere stukken (10e-15e eeuw) komen ook in andere delen voor.
Liber II (inv.nr. 1680) is gezien de inhoud, mogelijk fragmentarchief van hertogin-regentes Catharina; de aanwezigheid kan ook samenhangen met het besluit/verlangen van de Landdag te Nijmegen van 1493.04: Item mijn ghen. jonffr. van Gelre oir segel ende brieve in oeren machte te blieven (inv.nr. 1681 fo. 140vo-141). Overigens komt een deel van de inhoud van II ook in I voor (aldaar fo. 65-73, 108-113).
Liber III-XIV (inv.nrs. 1681-1691) vormen een chronologisch min of meer opeenvolgende reeks, zij het met overlappingen en zonder dat binnen de afzonderlijke banden de chronologie in acht genomen is. In die reeks vormt het deel Primus van VIII (inv.nr. 1686), met eigen foliëring 1-47 vrijwel geheel een afschrift (begin 16e eeuw) van een deel van III (inv.nr. 1681, fo. 106-151 en 171-184vo). In III zijn overigens in dat deel passende stukken tussen- of bijgevoegd die in VIII-1 ontbreken).
De dateringen van Liber III-XIV betreffen globaal de door elke band bestreken periode, toch komen per deel ook oudere en jongere stukken voor. Waarschijnlijk aangelegd als geheugensteun voor het lopend bestuur ten aanzien van binnenlandse aangelegenheden (vgl. Nijhoff, Gedenkwaardigheden VI 1, iv).
De XIV Libri waren zoals wij ze nu kennen in de eerste helft van de 16e eeuw aanwezig; Gerard van Rhenoy en Johan Bell bevestigen op 1547.01.05 dat zij de registers in hun bewaring hebben (inv.nr. 1695, fo. 242).
Liber XII werd
1680 Liber II, 1477-1483, 1492 en 1512. Afschriften, ca. 1512 1 band
N.B. Voor een specificatie van de inhoud zie de regesten hieronder.
N.B. Voor een specificatie van de inhoud zie de regesten hieronder.
1680.01-0089 Catharina, dochter van Gelre, deelt aan (Lodewijk XI), koning (van Frankrijk), haar nepos, mede, dat zij heer Everardus (Eduard) van Gulik, voogd van Bell (Buschbell bij Keulen) en heer van Haps, haar bloedverwant en mr. Tilman Slecht, doctor jur. can., proost van de kerk (van) Sankt Aposteln te Keulen, haar raden, als onderhandelaars zendt wegens haarzelf, het hertogdom Gelre en de kinderen van wijlen hertog Adolf, haar broeder, die in handen zijn van (Maximiliaan), aartshertog van Oostenrijk en verzoekt hun volledig vertrouwen te schenken.
Datering:
1478 augustus 12 [ex Novimagio]
NB:
Afschriften: inv.nrs. 1679 fo. 63 en 1680 fo. 65vo.
Toegangsnummer:
0001 Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen
Organisatie: Gelders Archief
laatste wijziging 03-11-2023
0001 Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen
Inventaris
2. Graven, later hertogen, van Gelre, graven van Zutphen
2.14. Karel van Egmond
N.B. * 1467, hertog van Gelre en graaf van Zutphen (1477-1483) 1492-1538, overl. 1538, zn. van Adolf van Egmond en Catharina van Bourbon; tr. 1518 Elisabeth van Brunswijk-Lüneburg (1494-1572), dr. van hertog Hendrik VII en Margaretha van Saksen.
Zijn testament bevindt zich niet in dit archief maar wel in het Österreichisches Staatsarchiv: AT-OeStA/HHStA UR LUK 189, in druk: A.P. van Schilfgaarde, 'Het testament van hertog Karel van Gelre en zijn afstammelingen', Bijdragen en Mededelingen Gelre LI (1950) 30-34. Een gedeeltelijk Nederlands afschrift bevindt zich in de Universiteitsbibliotheek Groningen, vgl. Dezelfde, 'Nadere gegevens over het testament van hertog Karel van Gelre en zijn afstammelingen', Ibid. LVI (1957) 199-211. Voor zijn geboortehoroscoop zie inv.nr. 1698 en de aantekeningen daarbij.
N.B. * 1467, hertog van Gelre en graaf van Zutphen (1477-1483) 1492-1538, overl. 1538, zn. van Adolf van Egmond en Catharina van Bourbon; tr. 1518 Elisabeth van Brunswijk-Lüneburg (1494-1572), dr. van hertog Hendrik VII en Margaretha van Saksen.
Zijn testament bevindt zich niet in dit archief maar wel in het Österreichisches Staatsarchiv: AT-OeStA/HHStA UR LUK 189, in druk: A.P. van Schilfgaarde, 'Het testament van hertog Karel van Gelre en zijn afstammelingen', Bijdragen en Mededelingen Gelre LI (1950) 30-34. Een gedeeltelijk Nederlands afschrift bevindt zich in de Universiteitsbibliotheek Groningen, vgl. Dezelfde, 'Nadere gegevens over het testament van hertog Karel van Gelre en zijn afstammelingen', Ibid. LVI (1957) 199-211. Voor zijn geboortehoroscoop zie inv.nr. 1698 en de aantekeningen daarbij.
2.14.2. Algemeen
N.B. Zie ook GldA, 0002 Leenkamer van Gelre en Zutphen, inv.nr. 11, fo. 141-179: aantekeningen van het verhandelde in de hertogelijke raad, 1514-1515.
Registers
Registers, al in de 16e eeuw aangeduid als de XIV libri, met afschriften van ingekomen en uitgaande brieven, van uitgevaardigde akten en andere stukken en aantekeningen van uiteenlopende aard, 1477-1482 (1492) en 1492-1538 (1546).
N.B. Liber I (inv.nr. 1679) is mogelijk aan het begin van hertog Karels regering aangelegd als formulier- en voorbeeldboek en bevat daarnaast overwegend oudere stukken (midden 13e-einde 15e eeuw, met als zwaartepunt de tweede helft van de 15e eeuw). Oudere stukken (10e-15e eeuw) komen ook in andere delen voor.
Liber II (inv.nr. 1680) is gezien de inhoud, mogelijk fragmentarchief van hertogin-regentes Catharina; de aanwezigheid kan ook samenhangen met het besluit/verlangen van de Landdag te Nijmegen van 1493.04: Item mijn ghen. jonffr. van Gelre oir segel ende brieve in oeren machte te blieven (inv.nr. 1681 fo. 140vo-141). Overigens komt een deel van de inhoud van II ook in I voor (aldaar fo. 65-73, 108-113).
Liber III-XIV (inv.nrs. 1681-1691) vormen een chronologisch min of meer opeenvolgende reeks, zij het met overlappingen en zonder dat binnen de afzonderlijke banden de chronologie in acht genomen is. In die reeks vormt het deel Primus van VIII (inv.nr. 1686), met eigen foliëring 1-47 vrijwel geheel een afschrift (begin 16e eeuw) van een deel van III (inv.nr. 1681, fo. 106-151 en 171-184vo). In III zijn overigens in dat deel passende stukken tussen- of bijgevoegd die in VIII-1 ontbreken).
De dateringen van Liber III-XIV betreffen globaal de door elke band bestreken periode, toch komen per deel ook oudere en jongere stukken voor. Waarschijnlijk aangelegd als geheugensteun voor het lopend bestuur ten aanzien van binnenlandse aangelegenheden (vgl. Nijhoff, Gedenkwaardigheden VI 1, iv).
De XIV Libri waren zoals wij ze nu kennen in de eerste helft van de 16e eeuw aanwezig; Gerard van Rhenoy en Johan Bell bevestigen op 1547.01.05 dat zij de registers in hun bewaring hebben (inv.nr. 1695, fo. 242).
Liber XII werd
N.B. Zie ook GldA, 0002 Leenkamer van Gelre en Zutphen, inv.nr. 11, fo. 141-179: aantekeningen van het verhandelde in de hertogelijke raad, 1514-1515.
Registers
Registers, al in de 16e eeuw aangeduid als de XIV libri, met afschriften van ingekomen en uitgaande brieven, van uitgevaardigde akten en andere stukken en aantekeningen van uiteenlopende aard, 1477-1482 (1492) en 1492-1538 (1546).
N.B. Liber I (inv.nr. 1679) is mogelijk aan het begin van hertog Karels regering aangelegd als formulier- en voorbeeldboek en bevat daarnaast overwegend oudere stukken (midden 13e-einde 15e eeuw, met als zwaartepunt de tweede helft van de 15e eeuw). Oudere stukken (10e-15e eeuw) komen ook in andere delen voor.
Liber II (inv.nr. 1680) is gezien de inhoud, mogelijk fragmentarchief van hertogin-regentes Catharina; de aanwezigheid kan ook samenhangen met het besluit/verlangen van de Landdag te Nijmegen van 1493.04: Item mijn ghen. jonffr. van Gelre oir segel ende brieve in oeren machte te blieven (inv.nr. 1681 fo. 140vo-141). Overigens komt een deel van de inhoud van II ook in I voor (aldaar fo. 65-73, 108-113).
Liber III-XIV (inv.nrs. 1681-1691) vormen een chronologisch min of meer opeenvolgende reeks, zij het met overlappingen en zonder dat binnen de afzonderlijke banden de chronologie in acht genomen is. In die reeks vormt het deel Primus van VIII (inv.nr. 1686), met eigen foliëring 1-47 vrijwel geheel een afschrift (begin 16e eeuw) van een deel van III (inv.nr. 1681, fo. 106-151 en 171-184vo). In III zijn overigens in dat deel passende stukken tussen- of bijgevoegd die in VIII-1 ontbreken).
De dateringen van Liber III-XIV betreffen globaal de door elke band bestreken periode, toch komen per deel ook oudere en jongere stukken voor. Waarschijnlijk aangelegd als geheugensteun voor het lopend bestuur ten aanzien van binnenlandse aangelegenheden (vgl. Nijhoff, Gedenkwaardigheden VI 1, iv).
De XIV Libri waren zoals wij ze nu kennen in de eerste helft van de 16e eeuw aanwezig; Gerard van Rhenoy en Johan Bell bevestigen op 1547.01.05 dat zij de registers in hun bewaring hebben (inv.nr. 1695, fo. 242).
Liber XII werd
1679 Liber I, 1255-1500. Afschriften, ca. 1500 1 band
N.B. Voor een specificatie van de inhoud zie de regesten hieronder.
N.B. Voor een specificatie van de inhoud zie de regesten hieronder.
1679.01-0062 Catharina, dochter van Gelre, deelt aan (Lodewijk XI), koning (van Frankrijk), haar nepos, mede, dat zij heer Everardus (Eduard) van Gulik, voogd van Bell (Buschbell bij Keulen) en heer van Haps, haar bloedverwant en magister Tilmannus Slecht, doctor jur. can., proost van de kerk (van) Sankt Aposteln in Keulen, haar raden, als onderhandelaars zendt wegens haarzelf, het hertogdom Gelre en de kinderen van wijlen hertog Adolf, haar broeder, die in handen zijn van (Maximiliaan) hertog van Oostenrijk, en verzoekt hun volledig vertrouwen te schenken.
Datering:
(1478) augustus 12 [ex Novimagio]
NB:
Afschriften: inv.nrs. 1679 fo. 63 (datering z.j., augustus 11) en 1680 fo. 65vo (datering 1478, augustus 12, die datum aangehouden).
Toegangsnummer:
0001 Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen
Organisatie: Gelders Archief
laatste wijziging 03-11-2023
0001 Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen
Inventaris
2. Graven, later hertogen, van Gelre, graven van Zutphen
2.14. Karel van Egmond
N.B. * 1467, hertog van Gelre en graaf van Zutphen (1477-1483) 1492-1538, overl. 1538, zn. van Adolf van Egmond en Catharina van Bourbon; tr. 1518 Elisabeth van Brunswijk-Lüneburg (1494-1572), dr. van hertog Hendrik VII en Margaretha van Saksen.
Zijn testament bevindt zich niet in dit archief maar wel in het Österreichisches Staatsarchiv: AT-OeStA/HHStA UR LUK 189, in druk: A.P. van Schilfgaarde, 'Het testament van hertog Karel van Gelre en zijn afstammelingen', Bijdragen en Mededelingen Gelre LI (1950) 30-34. Een gedeeltelijk Nederlands afschrift bevindt zich in de Universiteitsbibliotheek Groningen, vgl. Dezelfde, 'Nadere gegevens over het testament van hertog Karel van Gelre en zijn afstammelingen', Ibid. LVI (1957) 199-211. Voor zijn geboortehoroscoop zie inv.nr. 1698 en de aantekeningen daarbij.
N.B. * 1467, hertog van Gelre en graaf van Zutphen (1477-1483) 1492-1538, overl. 1538, zn. van Adolf van Egmond en Catharina van Bourbon; tr. 1518 Elisabeth van Brunswijk-Lüneburg (1494-1572), dr. van hertog Hendrik VII en Margaretha van Saksen.
Zijn testament bevindt zich niet in dit archief maar wel in het Österreichisches Staatsarchiv: AT-OeStA/HHStA UR LUK 189, in druk: A.P. van Schilfgaarde, 'Het testament van hertog Karel van Gelre en zijn afstammelingen', Bijdragen en Mededelingen Gelre LI (1950) 30-34. Een gedeeltelijk Nederlands afschrift bevindt zich in de Universiteitsbibliotheek Groningen, vgl. Dezelfde, 'Nadere gegevens over het testament van hertog Karel van Gelre en zijn afstammelingen', Ibid. LVI (1957) 199-211. Voor zijn geboortehoroscoop zie inv.nr. 1698 en de aantekeningen daarbij.
2.14.2. Algemeen
N.B. Zie ook GldA, 0002 Leenkamer van Gelre en Zutphen, inv.nr. 11, fo. 141-179: aantekeningen van het verhandelde in de hertogelijke raad, 1514-1515.
Registers
Registers, al in de 16e eeuw aangeduid als de XIV libri, met afschriften van ingekomen en uitgaande brieven, van uitgevaardigde akten en andere stukken en aantekeningen van uiteenlopende aard, 1477-1482 (1492) en 1492-1538 (1546).
N.B. Liber I (inv.nr. 1679) is mogelijk aan het begin van hertog Karels regering aangelegd als formulier- en voorbeeldboek en bevat daarnaast overwegend oudere stukken (midden 13e-einde 15e eeuw, met als zwaartepunt de tweede helft van de 15e eeuw). Oudere stukken (10e-15e eeuw) komen ook in andere delen voor.
Liber II (inv.nr. 1680) is gezien de inhoud, mogelijk fragmentarchief van hertogin-regentes Catharina; de aanwezigheid kan ook samenhangen met het besluit/verlangen van de Landdag te Nijmegen van 1493.04: Item mijn ghen. jonffr. van Gelre oir segel ende brieve in oeren machte te blieven (inv.nr. 1681 fo. 140vo-141). Overigens komt een deel van de inhoud van II ook in I voor (aldaar fo. 65-73, 108-113).
Liber III-XIV (inv.nrs. 1681-1691) vormen een chronologisch min of meer opeenvolgende reeks, zij het met overlappingen en zonder dat binnen de afzonderlijke banden de chronologie in acht genomen is. In die reeks vormt het deel Primus van VIII (inv.nr. 1686), met eigen foliëring 1-47 vrijwel geheel een afschrift (begin 16e eeuw) van een deel van III (inv.nr. 1681, fo. 106-151 en 171-184vo). In III zijn overigens in dat deel passende stukken tussen- of bijgevoegd die in VIII-1 ontbreken).
De dateringen van Liber III-XIV betreffen globaal de door elke band bestreken periode, toch komen per deel ook oudere en jongere stukken voor. Waarschijnlijk aangelegd als geheugensteun voor het lopend bestuur ten aanzien van binnenlandse aangelegenheden (vgl. Nijhoff, Gedenkwaardigheden VI 1, iv).
De XIV Libri waren zoals wij ze nu kennen in de eerste helft van de 16e eeuw aanwezig; Gerard van Rhenoy en Johan Bell bevestigen op 1547.01.05 dat zij de registers in hun bewaring hebben (inv.nr. 1695, fo. 242).
Liber XII werd
N.B. Zie ook GldA, 0002 Leenkamer van Gelre en Zutphen, inv.nr. 11, fo. 141-179: aantekeningen van het verhandelde in de hertogelijke raad, 1514-1515.
Registers
Registers, al in de 16e eeuw aangeduid als de XIV libri, met afschriften van ingekomen en uitgaande brieven, van uitgevaardigde akten en andere stukken en aantekeningen van uiteenlopende aard, 1477-1482 (1492) en 1492-1538 (1546).
N.B. Liber I (inv.nr. 1679) is mogelijk aan het begin van hertog Karels regering aangelegd als formulier- en voorbeeldboek en bevat daarnaast overwegend oudere stukken (midden 13e-einde 15e eeuw, met als zwaartepunt de tweede helft van de 15e eeuw). Oudere stukken (10e-15e eeuw) komen ook in andere delen voor.
Liber II (inv.nr. 1680) is gezien de inhoud, mogelijk fragmentarchief van hertogin-regentes Catharina; de aanwezigheid kan ook samenhangen met het besluit/verlangen van de Landdag te Nijmegen van 1493.04: Item mijn ghen. jonffr. van Gelre oir segel ende brieve in oeren machte te blieven (inv.nr. 1681 fo. 140vo-141). Overigens komt een deel van de inhoud van II ook in I voor (aldaar fo. 65-73, 108-113).
Liber III-XIV (inv.nrs. 1681-1691) vormen een chronologisch min of meer opeenvolgende reeks, zij het met overlappingen en zonder dat binnen de afzonderlijke banden de chronologie in acht genomen is. In die reeks vormt het deel Primus van VIII (inv.nr. 1686), met eigen foliëring 1-47 vrijwel geheel een afschrift (begin 16e eeuw) van een deel van III (inv.nr. 1681, fo. 106-151 en 171-184vo). In III zijn overigens in dat deel passende stukken tussen- of bijgevoegd die in VIII-1 ontbreken).
De dateringen van Liber III-XIV betreffen globaal de door elke band bestreken periode, toch komen per deel ook oudere en jongere stukken voor. Waarschijnlijk aangelegd als geheugensteun voor het lopend bestuur ten aanzien van binnenlandse aangelegenheden (vgl. Nijhoff, Gedenkwaardigheden VI 1, iv).
De XIV Libri waren zoals wij ze nu kennen in de eerste helft van de 16e eeuw aanwezig; Gerard van Rhenoy en Johan Bell bevestigen op 1547.01.05 dat zij de registers in hun bewaring hebben (inv.nr. 1695, fo. 242).
Liber XII werd
1680 Liber II, 1477-1483, 1492 en 1512. Afschriften, ca. 1512 1 band
N.B. Voor een specificatie van de inhoud zie de regesten hieronder.
N.B. Voor een specificatie van de inhoud zie de regesten hieronder.
1680.01-0059 Catharina, dochter van Gelre, bannerheren en ridders, afgevaardigd voor het bestuur van hertogdom en graafschap en overige bannerheren, ridders en knapen geven volmacht aan heer Oswald I, heer van Bergh, heer Herman van Batenborch, heer van Stein, bannerheren, en heer Willem van Vlodorp, erfvoogd van Roermond en drost van Montfort, heer Eduard van Gulik, voogd van Bell (Buschbell bij Keulen), ridders en Tilman Slecht, jur. can. doctor, proost van de kerk van Sankt Aposteln te Keulen om te onderhandelen met Lodewijk XI, koning van Frankrijk zijn afgevaardigden, N.N., seneschalk van Toulouse en N.N., protonotarius, aanwezig te Luik en met Lodewijk, bisschop van Luik.
Datering:
1477 september 8 [in opido Novimagensis]
NB:
Afschriften: inv.nrs. 1679 fo. 62 en vo en 1680 fo. 45 en vo. De namen van de seneschalk en de protonotarius zijn opengelaten. Zie Van Gent, Landdagen, nr. 1657.
Toegangsnummer:
0001 Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen
Organisatie: Gelders Archief
laatste wijziging 31-10-2023
0001 Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen
Inventaris
2. Graven, later hertogen, van Gelre, graven van Zutphen
2.14. Karel van Egmond
N.B. * 1467, hertog van Gelre en graaf van Zutphen (1477-1483) 1492-1538, overl. 1538, zn. van Adolf van Egmond en Catharina van Bourbon; tr. 1518 Elisabeth van Brunswijk-Lüneburg (1494-1572), dr. van hertog Hendrik VII en Margaretha van Saksen.
Zijn testament bevindt zich niet in dit archief maar wel in het Österreichisches Staatsarchiv: AT-OeStA/HHStA UR LUK 189, in druk: A.P. van Schilfgaarde, 'Het testament van hertog Karel van Gelre en zijn afstammelingen', Bijdragen en Mededelingen Gelre LI (1950) 30-34. Een gedeeltelijk Nederlands afschrift bevindt zich in de Universiteitsbibliotheek Groningen, vgl. Dezelfde, 'Nadere gegevens over het testament van hertog Karel van Gelre en zijn afstammelingen', Ibid. LVI (1957) 199-211. Voor zijn geboortehoroscoop zie inv.nr. 1698 en de aantekeningen daarbij.
N.B. * 1467, hertog van Gelre en graaf van Zutphen (1477-1483) 1492-1538, overl. 1538, zn. van Adolf van Egmond en Catharina van Bourbon; tr. 1518 Elisabeth van Brunswijk-Lüneburg (1494-1572), dr. van hertog Hendrik VII en Margaretha van Saksen.
Zijn testament bevindt zich niet in dit archief maar wel in het Österreichisches Staatsarchiv: AT-OeStA/HHStA UR LUK 189, in druk: A.P. van Schilfgaarde, 'Het testament van hertog Karel van Gelre en zijn afstammelingen', Bijdragen en Mededelingen Gelre LI (1950) 30-34. Een gedeeltelijk Nederlands afschrift bevindt zich in de Universiteitsbibliotheek Groningen, vgl. Dezelfde, 'Nadere gegevens over het testament van hertog Karel van Gelre en zijn afstammelingen', Ibid. LVI (1957) 199-211. Voor zijn geboortehoroscoop zie inv.nr. 1698 en de aantekeningen daarbij.
2.14.2. Algemeen
N.B. Zie ook GldA, 0002 Leenkamer van Gelre en Zutphen, inv.nr. 11, fo. 141-179: aantekeningen van het verhandelde in de hertogelijke raad, 1514-1515.
Registers
Registers, al in de 16e eeuw aangeduid als de XIV libri, met afschriften van ingekomen en uitgaande brieven, van uitgevaardigde akten en andere stukken en aantekeningen van uiteenlopende aard, 1477-1482 (1492) en 1492-1538 (1546).
N.B. Liber I (inv.nr. 1679) is mogelijk aan het begin van hertog Karels regering aangelegd als formulier- en voorbeeldboek en bevat daarnaast overwegend oudere stukken (midden 13e-einde 15e eeuw, met als zwaartepunt de tweede helft van de 15e eeuw). Oudere stukken (10e-15e eeuw) komen ook in andere delen voor.
Liber II (inv.nr. 1680) is gezien de inhoud, mogelijk fragmentarchief van hertogin-regentes Catharina; de aanwezigheid kan ook samenhangen met het besluit/verlangen van de Landdag te Nijmegen van 1493.04: Item mijn ghen. jonffr. van Gelre oir segel ende brieve in oeren machte te blieven (inv.nr. 1681 fo. 140vo-141). Overigens komt een deel van de inhoud van II ook in I voor (aldaar fo. 65-73, 108-113).
Liber III-XIV (inv.nrs. 1681-1691) vormen een chronologisch min of meer opeenvolgende reeks, zij het met overlappingen en zonder dat binnen de afzonderlijke banden de chronologie in acht genomen is. In die reeks vormt het deel Primus van VIII (inv.nr. 1686), met eigen foliëring 1-47 vrijwel geheel een afschrift (begin 16e eeuw) van een deel van III (inv.nr. 1681, fo. 106-151 en 171-184vo). In III zijn overigens in dat deel passende stukken tussen- of bijgevoegd die in VIII-1 ontbreken).
De dateringen van Liber III-XIV betreffen globaal de door elke band bestreken periode, toch komen per deel ook oudere en jongere stukken voor. Waarschijnlijk aangelegd als geheugensteun voor het lopend bestuur ten aanzien van binnenlandse aangelegenheden (vgl. Nijhoff, Gedenkwaardigheden VI 1, iv).
De XIV Libri waren zoals wij ze nu kennen in de eerste helft van de 16e eeuw aanwezig; Gerard van Rhenoy en Johan Bell bevestigen op 1547.01.05 dat zij de registers in hun bewaring hebben (inv.nr. 1695, fo. 242).
Liber XII werd
N.B. Zie ook GldA, 0002 Leenkamer van Gelre en Zutphen, inv.nr. 11, fo. 141-179: aantekeningen van het verhandelde in de hertogelijke raad, 1514-1515.
Registers
Registers, al in de 16e eeuw aangeduid als de XIV libri, met afschriften van ingekomen en uitgaande brieven, van uitgevaardigde akten en andere stukken en aantekeningen van uiteenlopende aard, 1477-1482 (1492) en 1492-1538 (1546).
N.B. Liber I (inv.nr. 1679) is mogelijk aan het begin van hertog Karels regering aangelegd als formulier- en voorbeeldboek en bevat daarnaast overwegend oudere stukken (midden 13e-einde 15e eeuw, met als zwaartepunt de tweede helft van de 15e eeuw). Oudere stukken (10e-15e eeuw) komen ook in andere delen voor.
Liber II (inv.nr. 1680) is gezien de inhoud, mogelijk fragmentarchief van hertogin-regentes Catharina; de aanwezigheid kan ook samenhangen met het besluit/verlangen van de Landdag te Nijmegen van 1493.04: Item mijn ghen. jonffr. van Gelre oir segel ende brieve in oeren machte te blieven (inv.nr. 1681 fo. 140vo-141). Overigens komt een deel van de inhoud van II ook in I voor (aldaar fo. 65-73, 108-113).
Liber III-XIV (inv.nrs. 1681-1691) vormen een chronologisch min of meer opeenvolgende reeks, zij het met overlappingen en zonder dat binnen de afzonderlijke banden de chronologie in acht genomen is. In die reeks vormt het deel Primus van VIII (inv.nr. 1686), met eigen foliëring 1-47 vrijwel geheel een afschrift (begin 16e eeuw) van een deel van III (inv.nr. 1681, fo. 106-151 en 171-184vo). In III zijn overigens in dat deel passende stukken tussen- of bijgevoegd die in VIII-1 ontbreken).
De dateringen van Liber III-XIV betreffen globaal de door elke band bestreken periode, toch komen per deel ook oudere en jongere stukken voor. Waarschijnlijk aangelegd als geheugensteun voor het lopend bestuur ten aanzien van binnenlandse aangelegenheden (vgl. Nijhoff, Gedenkwaardigheden VI 1, iv).
De XIV Libri waren zoals wij ze nu kennen in de eerste helft van de 16e eeuw aanwezig; Gerard van Rhenoy en Johan Bell bevestigen op 1547.01.05 dat zij de registers in hun bewaring hebben (inv.nr. 1695, fo. 242).
Liber XII werd
1680 Liber II, 1477-1483, 1492 en 1512. Afschriften, ca. 1512 1 band
N.B. Voor een specificatie van de inhoud zie de regesten hieronder.
N.B. Voor een specificatie van de inhoud zie de regesten hieronder.
1680.01-0040 Catharina, dochter van Gelre, neemt Gijs van Kanne (Can), heer van Spauwen (Grote-Spouwen)en Gortzleeuwe (Gors-Opleeuw) met zijn gevolg in haar krijgsdienst, met nader omschreven bepalingen.
Datering:
1478 augustus 18 [des dinxdages na onser Lieven Vrouwen dach assumptionis]
NB:
Afschrift: inv.nr. 1680 fo. 29 en vo.
Toegangsnummer:
0001 Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen
Organisatie: Gelders Archief
laatste wijziging 21-08-2023