3567 Van het Hof aan de Kleefsche Raden in antwoord op No. 3566. Men is bedacht op maatregelen om de vijanden uit 's Heerenberg te verdrijven en vertrouwt, dat Emmerik zich zal onthouden van alles, wat in strijd zoude zijn met de eischen van goede nabuurschap

643 Van het hof aan den hertog van Cleve. Ofschoon zijne onderdanen verkeerd hebben gedaan door zich zelf recht te verschaffen, is men, ter onderhouding van goede nabuurschap, bereid commissarissen te zenden om met Kleefsche afgevaardigden de "strijdige" plaats te bezichtigen. (Zie No. 636).
Men stelt voor de zaak van den schout van Nieuwstadt nader te onderzoeken en in afwachting daarvan de zaak in staat te houden. (Zie No. 632) en eveneens om op 27 augustus de zaak van Johan van Groesbeeck, heer van Heumen, over zekere tienden te behandelen.
Zie No. 645

376 Van Curdt Pfenningk aan den Stadhouder, houdende verzoek om verlof om het voor den koning van Engeland aangenomene krijgsvolk te Elten te mogen monsteren en daarna door Z.M.'s landen voeren. Hij belooft gereede betaling en goede orde. (Zie No. 363).
Zie No. 377

3359 Missive van Died. van Died. van der lip gen. Hoen aan den Stadhouder. Ter wille van het recht en in het belang van de arme onderdanen van Grubbenvorst verzoek hij des Stadhouders tusschenkomst tot verkrijging van eenen langeren termijn. Hij belooft zijn eigen onschuld in dezen en het goede recht zijner onderdanen te zullen bewijzen . (Zie no. 3358.)
Zie no. 3361