Uw zoekacties: R.-K. Bisdom Haarlem betreffende staties en kloosters te Haarlem Comparuerunt Jeronimus die Ticheler, Nael, Jan Lubbers huisv...

Regesten ( Gelders Archief )

Regest

Een regest is een korte samenvatting van een brief/akte met datum en namen van afzender en geadresseerde. Regesten worden over het algemeen alleen gemaakt van brieven/akten van vóór 1500. Lang niet alle brieven/akten zijn op die manier beschreven. Persoonsnamen worden weergegeven in de spelling waarin ze in de akte voorkomen. De regesten zijn afkomstig uit de toegangen op oudere bestuursarchieven en diverse huis- en familiearchieven. Het aantal groeit nog steeds.

Hoe zoekt u door de regesten?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Vervolgens vindt u rechterkant van het scherm verschillende filters. Als u op een filter klikt, kunt u uw zoekresultaten meer specifiek maken. 
 
beacon
 
 
Regest
437 Comparuerunt Jeronimus die Ticheler, Nael, Jan Lubbers huisvrouw, en Stijn Hollen, der waardinne dochter, ter instantie van Derck Oering gebaad en tuigen uit één mond dat zeker gevecht is geweest tussen Jan Bentinck, wonende opten Dorck, en Jan van Gies en Herman Sluijter en, als Johan Bentinck dapper geslagen werd, is hij uit den huize gestoten en op diezelve tijd is ook in het gelag gezeten Jan Derckssen en Jacob van Hall en meer anderen en als Jan Derckssen gezien dat Jan Bentinck alzo geslagen werd, sprak hij tot Jacob van Hall: "gevader, wer nhu oick billick dat wij al op eenen man lagen end sloeg"?, waarop Jacob tegen Johan voorzegd zeide: "gefader, wilt gy dan den schaepsdieff verdedingen"? en als Jan voorzegd zeide: hij croede zich des mans in het klein of groot niet, heeft Jacob van stonde aan Jan Derckssen met een kan "tho baden" geslagen en voorts op hem vallende met een opsteker tot meermalen gestoken gelijk zulks blijkt bij de wonden en zij, deposanten, en inzonderheid Jeronimus die Ticheler hebben en hen van de ander getagen en Jan Derckss in een kamer bij de haard gebracht; - tuigden Styn en Nael verder, als Jan Derckssen, in de kamer staande, zag dat zijn zoon door één gestoten werd, is hij weder uit de kamer gekomen, zijn mes in de hand hebbende om zijn zoon te redden en aanstonds heeft Jan Lubberss Jan Derckss om de hals gevallen, zeggende: "Jan, vrundt, hoe bloet gij sus"? zeide Jan: "dat heeft mijn neef Jacob mijn gedaan"; - mitsdien is Jacob van Hal wederom aangekomen, zeggende tot Evert van Oirde: "kom, laet ons die twe boesswichter vermoirden" (Jan Derckssen en zijn zoon menende) en heeft voorts onder Jan Lubbertss eens been doorgestoken in mening Jan Derckssen van onderen op te steken, hetwelk Jan Derckss ziende, heeft hij Jacob over Jan Lubbertssen her achter in zijn schouder, in de rug en tussen de "kambot" gestoken; en tuigden verder dat zij van Jan Derckssen niet één onmogelijk woord hebben gehoord,
Datering:
27-12-1564
Folio:
73r-73v
Toegangsnummer:
2003 ORA Arnhem
Inventarisnummer:
400

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
Organisatie: Gelders Archief