108 De heer Balthazar Constantijn Ruijsch en vrouwe Maria Gesina de Roos e.l. verklaren wegens ter leen ontvangen penningen deugdelijk schuldig te zijn aan St. Peters gasthuis binnen deze stad een somma van 6000 gl. Hollands, van welk kapitaal comparanten beloven jaarlijks in handen van de tijdelijke rentmeester van welgemeld gasthuis te betalen intresse ad 4 percent [enz.] en verklaren voor hetzelve kapitaal en interessen te verbinden hun personen, gerede en ongerede geoderen en daarvoor bovendien tot speciaal hypotheek en onderpand te stellen hunlieder huis en erve, staande binnen deze stad op den Kleinen Oort tussen de huizen van de erven Moeleman en de bakker F. van Loon, mitsgaders 10 stuks schuldbrieven ten laste van de Bataafse Republiek, ieder in kapitaal groot 1000 gl., renterende à 3 percent, alles in dato 30-06-1800 en staande ten name van Balthezar Constantijn Ruijsch; [enz.];

109 Derk Liesting en Hendrina Bockhorst, laatst weduwe van Gerrit Reijnders, e.l. verklaren wegens ter leen ontvangen en wel aangetelde gelden oprecht en deugdelijk schuldig te zijn aan en ten erfelijke behoeve van de Medecinae Dr B.J.H. Staring een kapitale summa van 300 gl. Hollands met belofte om daarvan jaarlijks voor interessen te zullen betalen 5 gl. van het honderd [enz.], tot securiteit van welk kapitaal en interesse comparanten verbinden hun personen, gerede en ongerede goederen en daarboven stellen tot een speciaal hypotheek en onderpand hun huis en erve, staande alhier in de Oeverstraat; [enz.];

110 Mr Dk Gaijmans, bij decreet van het uitvoerend Bewind van 04-10-1798 aangestelde ontvanger-generaal der middelen en verponding en bij resolutie van het Staatsbewind d.d. 03-12-1801 opnieuw benoemd, verklaart voor de getrouwe waarneming van voorzegde ontvangsten te verbinden de navolgende 7 stuks obligaties ten laste van het Kwartier van Veluwe: 1e) een obligatie, groot 400, ten name van Th. Keuchenius d.d. 01-03-1638; 400 gl.; 2e) een dito, groot 1000, ten name van Dk Tulleken d.d. 04-04-1709; 1000 gl.; 3e) een dito, groot 1800, ten name van de weduwe Weijburgh, geboren van Dedem, d.d. 14-01-1796; 1800 gl.; 4e) een dito, groot 1500, ten name van Arnold Gaijmans d.d. 23-02-1796; 1500 gl.; 5e) een dito, groot 700, ten name van Arnold Gaijmans d.d. 27-04-1796; 700 gl.; 6e) een dito, groot 1000, ten name van Jan Gaijmans d.d. 27-04-1796; 1000 gl.; 7e) een dito, groot 300 gl., ten name van Arnoldus van Oort d.d. 31-10-1796; 300 gl.; tezamen bedragende een somma van 6700 gl.; [enz.];

111 Christiaan Courou, weduwnaar en enige en universele erfgenaam-testamentair van wijlen Adriana Hagen, verklaart verkocht te hebben en alnu te cederen, te transporteren en in vrije eigendom op te dragen en over te geven aan de heer S.F. Eitelwijn comparants huis en erve, staande binnen deze stad in de Bakkerstraat, in voege als hetzelve tot nu toe door comparant is bewoond geweest [enz.] en bekent van de volle kooppenningen ter somme van 1450 gl. tot genoegen voldaan en betaald te zijn; [enz.].