Comparant, Henricus Scheepers, verklaart overgedragen te hebben aan zijn zoon, Caspar Scheepers een stuk land gelegen in het Weijersbroek. Na scheidinge of delingen moet de koopsom onder de andere kinderen verdeeld worden.

Comparante, Johanna Rhoen, verklaart af te zien van de togt aan zeker huijs, coolhoff en Bembtje, gestaan en gelegen in Cunrade. Dit ten behoeven van haar 5 kinderen verwekt met haar eerste man Hendrick Ubags, Mathevis Jansen, Nicolaes Ubags, Andries en Henricus Ubags.
Nu het eigendom vast staat, verklaren de comparanten, Jacobus Ubags, Mathevis Jansen, Nicolaes Ubags, ook caverende voor Andries en Henricus, verkocht te hebben aan Peter Pluijmaekers hun aandeel in de bouagie, genoemd de Tesch, schuurken, stallinge, coolhoff en Bembtjegelen in Cunder.
,

Comparante, Elisabeth Papperts, verklaart, dat haar zwager Joannes Hoenen bij scheidinge en delinge van haar man overgenomen heeft de schuur, huijsweijde en coolhoff, maar dat hij er geen acte van had gekregen en dat deze acte hiervoor diende. verder verklaar comparante, dat zij aan haar zwager in versettinge gedaan had een weidje gelegen op den Camp.Zij verklaarde verder, dat zij niet het geld had om de versettinge in te lossen en dat ze daarom het weijdje had verkocht aan haar zwager Joannes Hoenen.

Comparant, Simon Haan, geassisteerd door zijn zonen Caspar en Simonis Haan, die ook caveren voor hun broer Zander Haan, verklaren verkocht te hebben aan Joannes Loppen, een stuk land gelegen omtrent het Belvouder. de coop wordt geacepteerd door schoonzoon Joannes Jongen.