Comparanten/verkopers: - Willem Gerrit van Rijn, voor de ene helft, en - Anthonis Rutgerszn. voor de andere helft. Zij wilen dit in openbare veiling, aan de meestbiedende, in carolus guldens verkopen. Voorwaarden: De kopers zullen gehouden zijn de helft van de kooppenningen contant te betalen bij de ondertekening van de koopovereenkomst. De andere helft op Petri ad Cathedram (22 februari) 1615, mits daarvan worden afgetrokken de navolgende lasten. Van de portie van Willem G. van Rijn de helft van de lasten: De helft van 616 gulden hoofdsom, waarvan de kopers jaarlijks de rente uitkeren. Dit is de helft van 37 gulden ten behoeve van IJda van Davelaer, weduwe van Henrick van Westrhenen, gedurende het lenen van deze IJda. Na haar dood zal de helft van deze 616 gulden hoofdsom plus de vervallen rente, wederom komen ten profijte van Willem Gerrit van Rijn, zijn huisvrouw en hun erven. Nog de helft van 200 gulden hoofdsom, gehypothekeerd in de 6 dammaten van de Bisschopswech (N.B. destijds Bisschopsweg te Hoogland) tot aan de Wetering. Eigendom van de Lofbroeders binnen Amersfoort en waarvan jaarlijks voor de helft van deze rente 5 gulden wordt betaald. Van de portie van Anthonis Rutgerszn., zijnde de andere helft van deze laatste termijn, zullen de kopers aftrekken de andere helft van voornoemde 616 gulden hoofdsom, mits daarover jaarlijks de rente wordt betaald, de andere helft van voornoemde 37 gulden. Dit gedurende het leven van voornoemde IJda, en na haar dood zal deze helft van de hoofdsom en rente vandien komen ten profijte van Anthonis Rutgerszn., zijn huisvrouw en erven. Idem nog de andere helft van voornoemde 200 gulden hoofdsom, gehypothekeerd als boven. Nog 500 gulden hoofdsom in deze helft van de voornoemde 13 dammaten land, gehypothekeerd ten behoeve van Jkvr. Sophie van Dieverden van Voort, huisvrouw van Pieter Both, gouverneur in Oost Indien.