Ende dat naer lijfftochten rechte des de langstlevende van hun beyden uijt des eerst overledens goederen onderhouden sal Cornelis Henricxzn. hun testateurs innocente soen, de voorschreven lijftocht daermede restringerende mits desen, ende ingevalle de vruchten van de goederen soe van d'eerst overlijdende als langstlevende nyet suffisant genouch en waren tot onderhoudt van de langstlevende ende hun comparantes voornoemde innocente soon, soo sal d'langstlevende in sulcken gevalle vrij staen de capitalen tot voorschreven onderhoudt mede te mogen aentasten ende employeren onder welcke restrictie zij testateurs mits desen tot heure erffgenamen gestelt ende geinstitueert hebben, heure 't samentlicke kynderen ende bij overlijden van de selve hare echte kinderen in haers anders plaetse met eene handt inne te tasten omme alle eselve onder hun alle gelyckelick ende bij gelycke portie gedeylt ende genoten te worden. des willen ende begeren zij comparanten ende testateurs dat Cornelis Henricxzn., heurluyder voornoemde innocente soon nae heur comparantes overlijden genieten sal de renten van sodanige duysent guldens hooftsoms als Gijsbert Henrixzn. sijn broeder van hun testateurs onder heeft omme daer mede neffens sijn aenpart (aandeel) in hun comparanten resterende nae te laeten goederen onderhouden te worden soe lange hij leeft, ende dat ingevalle bovengenoemde renten van duysent gulden ende sijn verdere portie tot sijn onderhout nyet suffisant en waren dat men in sulcken gevalle voer soveel 't nodich soude moge wesen daer toe sal mogen employeren de capitalen. Begerende zij comparanten dat bovengenoemde Gysbert Henricxzn. sal mogen volstaen mits van de voornoemde duysent gulden betalende jaerlicxe renten jegens vijf ten hondert, ende dat hij bovengenoemde hooftsomme met hondert gulden teffens sal mogen lasten, mits sorge dragende dat eselve ter fine voorschreven wederom seckerlick beleydt worden.

Verclaerende zij comparanten alle 't gene voorschreven is te wesen heuren testament, leste ende uyterste wille, willende ende begerende dat alle 't selve nae heurluyden doodt volcomelick geobserveert ende achtervolcht worde 't zij als testament, codicille, gifte maeke onder de levende ofte uyt saecke des doodts, offe eenigerhande andere favorabele dispositie nae rechte, costume ende ordonnantie der stadt Amersfoort best mogende bestaen. Ende off alle solemniteyten nae rechte nodich hyer inne nyet volcomelick geobseveert en waren op alles de goedertieren rechte implorerende versoeckende hyer van een ofte meer instrumenten in forma 't welck haer vergonst is. Aldus gedaen ende gepasseert binnen Amersfoort ten comptore mijns notary ten overstaen van Henrick Dircxzn. Man, Mr. Adriaen Mol ende Herbert Franszn. alle borgers t'Amersfoort als getuygen hyer toe versocht.