Uw zoekacties: Rijck van Mulenborch

Personen ( Archief Eemland )

beacon
 
 
Notariële akte
Johan van Ingen 21 23-08-1612 Boedelscheiding
Datering:
23-08-1612
Notaris:
Johan van Ingen
Plaatsingscode:
AT 002b003
Aktenummer:
21
Soort akte:
Boedelscheiding
Samenvatting:
Overeenkomst over boedelscheiding
Bijzonderheden:
Er was kwestie gerezen en proces gevoerd tussen Looch Peterzn., als man en voogd van zijn huisvrouw, ter ene zijde en Henrick Peterzn. cum suis ter andere zijde. Waar in zoverre was geprocedeert dat bij uitspraak van het Gerecht van de erfgenamen de voornoemde Henrick Peterzn. c.s. geconditioneerd waren aan de voornoemde Looch Peterzn. te laten volgen de helft van de geeykhte (?) rentebrieven met de interesse à tempore en voorts te doen verklaren van dezelfde rentebrieven te weten henluyden bij eede te purgeren en verclaren wat kennisse zij daarvan hebben en dat partijen dienvolgende souden macken staet en inventaris van de resterende goederen omme daernae tot behoorlicke collatie deylinge en liquidatie vandien geprocedeert te worden en dat partijen de anderen nopende deselve liquidatie niet en conden verstaan. Soo ist dat voornoemde parthijen alle haerluyder questies en geschillen dienaangande hebben verbleven gelijck zij verblijven bij desen in de uitspraken van Rijck van Mulenborch en Matheus Gerbrantszn., Jan van Ingen en Thonis Harmanszn. en bij soverre zijluyden deselve uitsprake nijet en conden verstaen zullen een suparbiterum mogen kiezen en tot haar nemen. In't nomineren van dewelcke als ook van de voornoemde uitsprake indien zijluyden niet en connen accorderen, zullen parthijen ten weder zijde blijven onvercort in haerluyder recht en gerechtigheid alsoff dese niet en ware opgerecht.
Bijzonderheden vervolg 1:
Belovende parthijen van weerde te houden 't geen bij de voornoemde arbiters te sijnen voornoemd gedaan zal worden. Oorkonde Gerecht te Soest. Ook getekend door Ghisbert Adriaenszn.
Daarna volgt: Achtervolgende 't voornoemde compromis hebben wij (R.v.Mulenborch, M.Gerbrantszn., J.v.Ingen) onderstaande arbiters voor sententien (vonnis) arbitrael uitgesproken en verclaert dat Looch Peterzn. voor hem en van wegen zijn huisvrouw inbrengen zal de som van 400 gulden voor zijns huisvrouws huwelijks goed en also bij calculatie der selver cerclaringe bevonden wordt dat Ghijsbert Adriaenszn. zo ten huwelijck als na de scheydinge geschiet tussen Looch P. en parthijen ouders meer genoten heeft 300 gulden. - idem Lijsgen Adriaens gelijke 300 gulden, Marricgen Adriaens 250 gulden, Henrick Peters 257 gulden en Fijtgen Adriaens 400 gulden. En dat men bevindt in de staat van de goederen des boedels alsnog te weesen voor eerste 100 gulden gelost bij Cors. Meynzn., aan Ghijsbert Adriaenszn. Idem 't rechte van een obligatie sprekende tot laste van Looch op Dorresteyn ter somme van 100 gulden. Idem nog 50 gulden aan Meymtgen Buijssen. Nog de helft van zekere venen gelegen op de .... daarvan Looch de helft competeert. Idem nog het vierendeel van het veen achter de witte oelen (uilen) daarvan Looch gelijcke vierendeel en Gijsbert Adriaenzn. de helft competeert, geweerdeert de helft en een kwart deel tesamen op 75 gulden. Idem nog de resterende mobielen bij de ouders nagelaten bij raminge begroot op 25 gulden, bedragende de staat tesamen 350 gulden. Daarvan zal gesuppleert worden de portie van Gijsbert A., Marrichgen A. en Henrick Peterxzn., elk tot 350 gulden en also daarop overloopt boven de voornoemde staat 45 gulden en nog 50 gulden die Looch gehouden is in te brengen voor de over en sich (?) van zijn huisvrouws huwelijks goed, waartegen die doodschulden belopen tot 22 gulden, noch gelijcke 22 gulden die Gijsbert A. resteren van het gehout van zijn vader.
Bijzonderheden vervolg 2:
Nog 18 gulden die Lijsgen uit gelijke oorzaak competeert. Zo zullen die voornoemde vijf erfgenamen nog hebben te delen de som van 45 gulden die Looch gehouden zal zijn binnen een jaar te betalen. Welteversaan dat Fijtgen A. of haar kinderen, als dewelcke verstaan worden over genoten te hebben, onder desen niet zullen participeren. Dat ook mitsdesen gesmolten zal zijn 't recht van 't huwelicksgoet bij Looch in de boedel gebracht. Waarmede alle questies en querellen getransigeert zullen zijn, behalve dat buiten blijft staan alsulcke 12 gulden als Looch gehouden is te betalen aan Henrick P. van het gehout van de vader van Looch aan deselve Henrick P. aanbestaeyt. D.d. 27-08-1612. Getekend door Rijck van Mulenborch, Matheus Gerberts en Joh. van Ingen.
Rijck van Mulenborch, Matheus Gerberts, Thonis Harmanzn. en Joh. van Ingen verklaren op 27-11-1612 dat bij forma van interpretatie, dat hierboven bij inadvertentie in de staat des boedels gerekend is 't recht van een obligatie sprekende tot laste van Looch op Dorresteijn ter somme 100 gulden overmits wij alsnu berecht worden dat deze obligatie wel berust heeft onder Dorresteijn, maar dat deselve gelicht is bij Looch Peterzn. en dat deselve was sprekende tot laste van Looch P. en dat Looch P. daarom gehouden is de 100 gulden te voldoen.
Eerste partij:
Looch Peterzn.  
Tweede partij:
Henrick Peterzn.  
Arbiter:
Rijck van Mulenborch  
Matheus Gerbrantszn.  
Johan van Ingen  
Thonis Harmanszn.  
Getuige:
Ghisbert Adriaenszn.  
Organisatie: Archief Eemland