Tot aan de totstandkoming van de eerste Gemeentewet in 1851 kenden de steden en dorpen een ambtelijke functionaris, stadsontvanger resp. ontvanger genaamd, die belast was met de invordering van alle inkomsten en ontvangsten en het betalen van de uitgaven. Als gevolg van deze wet werd hij voortaan overal aangeduid als gemeenteontvanger.

Uit het aan het Regionaal Archief Dordrecht overgedragen archief van de voormalige gemeente Puttershoek blijkt niet wanneer de 'traditionele' gemeenteontvangersfunctie – op basis van nieuwe wet- en regelgeving op het gebied van de gemeentefinanciën - is vervallen en de comptabele en kassierstaken van de gemeente Puttershoek op andere wijze zijn vormgegeven en ingevuld.