Op 20 december 1813 werd in ons land het Reglement van algemene Volkswapening, Landstorm en Landmilitie uitgegeven, waarin onder meer de Landstorm werd opgericht. Op 24 januari 1814 vaardigde districtscommissaris van Dordrecht en Gorinchem, waaronder ook Ottoland viel, aanwijzingen uit over de organisatie van de Landstorm in de onder zijn gezag vallende gemeenten.
Ook Ottoland heeft een dergelijk weerbaarheidskorps bezeten. Dit blijkt slechts uit een enkel bewaard gebleven archiefstuk: een staat van ingeschreven inwoners voor de Landstorm uit 1833.
Het hoofd van het plaatselijk bestuur, de burgemeester, fungeerde in de gemeenten als commandant van de Landstorm. Dat zal ook in Ottoland wel zo zijn geweest.
In de lokale Landstorm deden op basis van vrijwilligheid niet-geüniformeerde, weerbare mannen tussen de 19 en 50 jaar oud dienst, die geen dienst deden in de Landmilitie. Zij brachten in principe hun eigen geweren mee.

Uit informatie op internet blijkt dat tijdens de Belgische opstand in 1830 de Landstorm in ons land opnieuw werd opgeroepen. Deze is echter niet in actie gekomen en werd na 1832 weer ontbonden. De heroprichting van de Landstorm heeft zich ook in de Ottoland voorgedaan, zoals al blijkt uit bovengenoemde staat van ingeschrevenen uit 1833.
Wanneer de Landstorm in Ottoland nadien (opnieuw) is opgeheven, is niet duidelijk.