Met ingang van 1 maart 1921 werd een commissie van plaatselijk toezicht op het lager onderwijs in de gemeente Ottoland ingesteld, gebaseerd op de Lager-Onderwijswet 1920. Van een eventuele voorganger zijn geen stukken teruggevonden.
In de commissieverordening uit 1921 werd bepaald dat deze uit vijf door de gemeenteraad benoemde leden moest bestaan. Uit haar midden werden een voorzitter en secretaris aangewezen. De commissie vergaderde minstens eenmaal per maand of zo dikwijls nodig werd geoordeeld.

Een opheffingsbesluit van de commissie van plaatselijk toezicht op het lager onderwijs is niet achterhaald. Het laatste aangetroffen archiefstuk betreft een jaarverslag van de commissie aan de gemeenteraad uit 1933.