Uw zoekacties: Burgerlijk Armbestuur

Archiefvormers ( Regionaal Archief Dordrecht )

beacon
 
 
Archiefvormende instantie
Burgerlijk Armbestuur
Naam archiefvormer:
Burgerlijk Armbestuur
Vestigingsplaats:
Ottoland
Onderdeel van:
gemeente Ottoland
Opgericht:
onbekend successievelijk in 1913. Bron: officiƫle stukken uit 1882 successievelijk reglement voor het Burgerlijk Armbestuur d.d. 4 juli 1913
Opgeheven:
1965. Bron: gemeenteraadsbesluit d.d. 29 januari 1965
Taken:
Verlenen van ondersteuning in geld of in natura aan behoeftige inwoners die hiervoor op de gemeente zijn aangewezen en overeenkomstig de wettelijke voorschriften
Nadere informatie:
De burgerlijke armbesturen waren gebaseerd op de Armenwet van 1854. Die wet bepaalde dat deze instellingen mensen moest ondersteunen waaraan om een of andere reden geen bedeling werd toegekend door kerkelijke en particuliere armbesturen en de familie niet in staat of bereid was dit te doen.

De oudste bewaard gebleven stukken over het Burgerlijk Armbestuur van Ottoland dateren van 1882. Daarin komt tot uitdrukking dat de gemeenteraad op 17 januari 1873 heeft besloten het kapitaal van het Burgerlijk Armbestuur, dat op 31 januari 1872 is opgeheven, ter beschikking te stellen aan de hervormde gemeente van Ottoland. Het Diaconie Armbestuur zou als kerkelijke instelling van weldadigheid voortaan de plaatselijke armenzorg voor zijn rekening nemen.

Merkwaardig genoeg verschijnt het, in 1872 opgeheven, Burgerlijk Armbestuur in 1913 weer ten tonele. Dan wordt een reglement op het Burgerlijk Armbestuur vastgesteld. Wat de reden van deze reactivering is, is onduidelijk.
Het Burgerlijk Armbestuur bestond in 1913 uit drie door de gemeenteraad benoemde leden. Onderling werden de functies van voorzitter, secretaris en penningmeester verdeeld. Het vergaderde minstens eenmaal per maand en verder zo vaak als de voorzitter nodig oordeelde.

Als gevolg van de Algemene Bijstandswet uit 1965 werd het college van B en W van de gemeente Ottoland zelf verantwoordelijk voor de uitvoering van de bijstandsverlening. Het voortbestaan van het Burgerlijk Armbestuur had daarom geen zin meer, reden waarom de gemeenteraad het met ingang van 1 februari 1965 heeft opgeheven.