In de overbruggingsregeling 1949 en de Sociale Bijstandsregeling 1950, vooruitlopend op de invoering van de nieuwe Werkloosheidswet in 1952, werd voorgeschreven dat er een plaatselijke commissie voor sociale bijstand en een plaatselijke revisie-instantie moest komen.
De commissie voor sociale bijstand bestond uit drie leden: de voorzitter/lid van het gemeentebestuur, een vertegenwoordiger van het Rijksconsulentschap voor Sociale Bijstand, een vertegenwoordiger van het Gewestelijk Arbeidsbureau. De plaatselijke revisie-instantie bestond uit bovengenoemde vier personen plus een drietal representanten van de werknemers. Een gemeenteambtenaar fungeerde als secretaris van beide organen.

In 1952 veranderde deze opzet en werden nieuwe organen ingesteld.
De (nieuwe) plaatselijke revisie- en contactinstantie bestond uit zes personen: de voorzitter/wethouder, een vertegenwoordiger van het Rijksconsulentschap voor Sociale Bijstand, een vertegenwoordiger van het Arbeidsbureau en vertegenwoordigers van de drie werknemersvakbonden. Daarnaast bestond de (nieuwe) plaatselijke contactcommissie uit drie personen: de voorzitter/wethouder, een vertegenwoordiger van het Rijksconsulentschap voor Sociale Bijstand en een vertegenwoordiger van het Arbeidsbureau. Opnieuw trad een gemeenteambtenaar op als secretaris van beide gremia.

Uit het aan het Regionaal Archief Dordrecht overgedragen archief van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht blijkt dat deze organen in 1961 nog wel bestonden, maar nog niet in vergadering bijeen hoefden te komen (!). Uit het archief blijkt niet wanneer deze beide organen dan wel de geïntegreerde commissie zijn/is opgeheven.