Uw zoekacties: Commissie van toezicht op het lager onderwijs

Archiefvormers ( Regionaal Archief Dordrecht )

beacon
 
 
Archiefvormende instantie
Commissie van toezicht op het lager onderwijs
Naam archiefvormer:
Commissie van toezicht op het lager onderwijs
Vestigingsplaats:
Hendrik-Ido-Ambacht
Onderdeel van:
gemeente Hendrik-Ido-Ambacht
Opgericht:
1 april 1921. Bron: gemeenteraadsbesluit van 14 februari 1921
Opgeheven:
19-03-1937. Bron: gemeenteraadsbesluit van 19 maart 1937
Ontstaan uit:
(waarschijnlijk) Commissie van plaatselijk Schooltoevoorzigt (= schooltoezicht)
Taken:
- Bezoeken van de lagere scholen en rapporteren over haar bevindingen aan de gemeenteraad c.q. het schoolbestuur.
- Behandelen van en rapporteren over klachten, wensen en verlangens van ouders en onderwijzend personeel over zaken die de scholen en het onderwijs betreffen.
Nadere informatie:
De Verordening omtrent het Lager Schoolwezen in de Gemeente Hendrik Ido Ambacht uit 1856 voorzag onder meer in het toezicht over de (enige) openbare school in de gemeente. Dat werd uitgeoefend door de Commissie van plaatselijk Schooltoevoorzigt. Deze commissie bestond uit drie leden en vergaderde minstens driemaal per jaar. In de verordening staat niet wie de leden benoemde – ongetwijfeld de gemeenteraad – en ook niet voor hoelang de benoeming gold.
De commissie mocht voor het uitoefenen van haar taken de school bezoeken en de (enige) onderwijzer bevragen over de gang van zaken. Ook de individuele commissieleden mochten dat. Elk jaar werd door de commissie, in het bijzijn van het uitgenodigde college van burgemeester en wethouders, in een openbaar onderzoek bekeken wat de stand van het onderwijs en de vorderingen van de leerlingen waren.

In 1921 – kort na de inwerkingtreding van de Lager-Onderwijswet 1920 - werd de Verordening regelende inrichting en samenstelling van de commissie van plaatselijk toezicht op het lager onderwijs in de gemeente Hendrik Ido Ambacht vastgesteld. Waarschijnlijk verving deze nieuwe commissie bovengenoemde commissie uit 1856; dit wordt echter in de verordening niet aangegeven. De nieuwe commissie bestond uit zeven leden, die door de gemeenteraad voor vijf jaar werden benoemd, en vergaderde minstens eenmaal per maand. De commissie benoemde uit haar midden een voorzitter en secretaris.
De commissie bezocht jaarlijks zowel de drie openbare als de twee bijzondere (protestants-christelijke) lagere scholen in de gemeente en bracht jaarlijks aan de gemeenteraad verslag uit van haar werkzaamheden en bevindingen.

De commissie uit 1921 is met ingang van 19 maart 1937 opgeheven op grond van de wetswijziging tot verlaging van de openbare uitgaven voor het onderwijs, een van de gevolgen van de economische crisis in ons land.