In de loop 1944 werd besloten tot de oprichting van "De Stichting Noodinrichtingen voor Kraamvrouwen en Zuigelingen Dordrecht 1944". De reden hiervoor waren het steeds nijpender wordende brandstofgebrek en de beperkte levering van elektriciteit en gas, waardoor thuis bevallen nagenoeg onmogelijk zou worden.
De stichting hield kantoor in biscuit- en chocoladefabriek Victoria in de Lage Bakstraat 7. Dat is verklaarbaar, omdat directeur Ch.H.J. Redelé van Victoria een van de prominente Dordtenaren was die het initiatief hadden genomen voor de oprichting van de stichting.
Het bestuur van de stichting bestond uit minstens zes leden. Het bestuur koos uit zijn midden een voorzitter, secretaris en penningmeester. Voor de functies van secretaris en penningmeester konden ook niet-bestuursleden in aanmerking komen. Het bestuur vergaderde zo vaak als de voorzitter of een van de bestuursleden dit nodig vond.

Er werd op 13 november 1944 een noodkraaminrichting geopend in de mts (de latere hts) aan de Oranjelaan. Iedere zwangere vrouw en zuigeling van tien dagen of ouder in zowel Dordrecht als Dubbeldam kwam voor opname in aanmerking. Er werden soms wel meer dan 80 patiënten tegelijkertijd verpleegd en in de crêche bevonden zich ook vaak meer dan 15 baby's. De personeels-bezetting bestond uit: verpleegkundig personeel, Rode-Kruishulpen, administratief personeel, keukenpersoneel en oppaspersoneel in de babycreche.

In de loop van 1947 is de "De Stichting Noodinrichtingen voor Kraamvrouwen en Zuigelingen Dordrecht 1944" geliquideerd. De naoorlogse omstandigheden waren kennelijk al snel weer van dien aard dat de noodkraaminrichting al eerder was gesloten. Daardoor was er ook geen grond meer voor het langer voortbestaan van de stichting.