De in 1845 opgerichte Officieren-Societeit kende gewone en buitengewone leden. Gewone leden konden worden: Dordtse ingezetenen die als officier dienden of hadden gediend bij de schutterij of de zee- en landmacht. Als buitengewone leden konden worden toegelaten: alle officieren van de Nederlandse zee- en landmacht die in Dordrecht waren gestationeerd of daar tijdelijk verblijf hielden.
Het bestuur van de sociëteit bestond uit drie leden: een voorzitter, een penningmeester en een secretaris. De commanderend officier van de dienstdoende schutterij in Dordrecht was qualitate qua voorzitter. De andere twee bestuursleden werden uit en door de leden gekozen.
In de periode direct na de oprichting maakte men gebruik van een der lokalen van Sociëteit de Harmonie aan de Wolwevershaven.

De laatste notulen in het bewaard gebleven notulenboek dateren van 16 februari 1904. Of in dat jaar de Officieren-Societeit ook is opgeheven, is onduidelijk.