De in 1902 opgerichte N.V. Maatschappij tot exploitatie van de Oost-Merwede- en Smokerpolder, met de bovenomschreven taken, kende een of meer (bezoldigde) directeuren die met het beheer van de in exploitatie zijnde gronden waren belast, en een raad van commissarissen die toezicht uitoefenden. Allen werden door de algemene vergadering van aandeelhouders benoemd of ontslagen. Een aantal particulieren had aanvankelijk de aandelen van de vennootschap in bezit.

Op enig moment kwam het totale aandelenpakket in handen van de gemeente Dordrecht en werd de vennootschap als het ware een gemeentelijke nv. De raad van commissarissen werd vanaf toen gevormd door leden van het college van burgemeester en wethouders. De directeur financiën en bedrijven op de gemeentesecretarie fungeerde lange tijd als directeur.

Zoals al in bovenvermelde taakomschrijving valt af te leiden, werd de exploitatie van meer dan alleen de Oost-Merwede- en Smokerpolders aan de vennootschap toevertrouwd. Zo ook 1963 de door de gemeente Dordrecht aangekochte Krabbepolder en polder Klein Koninkrijk. In 1970 werd het beheer van de Krabbepolder weer beëindigd vanwege de slechte exploitatieresultaten. In 1986 besloten Provinciale Staten van Zuid-Holland de Krabbepolder als zodanig op te heffen, omdat er van een polder en een polderorganisatie allang geen sprake meer was.

De N.V. Maatschappij tot exploitatie van de Oost-Merwede- en Smokerpolders bestond eind jaren tachtig van de vorige eeuw nog steeds, maar of dit vandaag de dag nog het geval is, valt niet met zekerheid te zeggen.