Het ontstaan van zogenaamde leesgezelschappen is typerend voor de tijdgeest aan het eind van de 18de eeuw en het begin van de 19de eeuw. In bredere lagen van de bevolking ontstond de behoefte wetenschappelijke dan wel literaire kennis te vergaren. De enkelingen die zich dat financieel konden veroorloven, legden grote boekencollecties aan. Anderen hadden daartoe niet de mogelijkheid; zij verenigden zich in leesgezelschappen, waardoor zij bovendien de mogelijkheid kregen met elkaar over wetenschap en literatuur te discussiëren. Pas veel later kwamen er openbare bibliotheken tot stand, die het lezen van boeken en periodieken voor een ruimer publiek mogelijk maakten.
Ook in Dordrecht kwamen dergelijke leesgezelschappen tot stand, waaronder het Leesgezelschap van de Ring Dordrecht. Dit was evenwel geen leesgezel-schap met een neutrale, algemene doelstelling: het betrof een initiatief van de Ring Dordrecht van de Classis Dordrecht van de Hervormde Gemeente. Het is onduidelijk of dit leesgezelschap al van start ging bij de oprichting van de Ring Dordrecht als zodanig, in 1816, of pas een of twee jaar later. In het reglement van dit kerkelijk leesgezelschap is opgenomen dat het bestaat uit gewone leden, buitengewone leden en de Waalse predikant (de Waalse Gemeente was nauw verbonden met de Hervormde Gemeente). De leiding van het leesgezelschap was in handen van een directeur, bijgestaan door twee assessoren. Tweemaal per jaar, voor de aanvang van de ringvergadering, kwamen de leden bijeen.
Onduidelijk is wanneer aan het bestaan van het Leesgezelschap van de Ring Dordrecht een einde is gekomen.