De Wet Werkloosheidsvoorziening uit 1964, die regels bevat over overheidsuitkeringen aan werkloze werknemers, vereist de instelling van een Commissie Werkloosheidsvoorziening. De Zwijndrechtse commissie, ook wel WWV-commissie genaamd, begon in 1965 haar werkzaamheden en vergaderde zo dikwijls als nodig werd geoordeeld.
De commissie bestond uit de volgende door het college van B en W benoemde personen: de voorzitter/wethouder, drie leden op voordracht van de werknemersvakbonden, een lid op voordracht van de rijksconsulent voor complementaire sociale voorzieningen in Zuid-Holland, en de directeur van het Gewestelijk Arbeidsbureau Dordrecht. De directeur van de Gemeentelijke Sociale Dienst in Zwijndrecht fungeerde als commissiesecretaris.
Op enig moment is er, naast de 'grote' WWV-commissie, ook een subcommissie WWV geformeerd. Uit de aan het Regionaal Archief Dordrecht overgedragen archiefstukken van de gemeente Zwijndrecht blijkt niet welke precieze taak deze subcommissie had.

M.i.v. 1 januari 1985 werd de WWV-commissie opgeheven. De reden hiervoor was de oprichting, op grond van een gemeenschappelijke regeling, van een regionale WWV-adviescommissie, waar ook de gemeenten Barendrecht, Heerjansdam, Hendrik-Ido-Ambacht en Ridderkerk deel van uit maakten.