Nadat de Woonruimtewet 1947 in werking was getreden, is in Westmaas op enig moment een commissie van advies op grond van die wet ingesteld. Hoewel deze commissie in de stukken met verschillende benamingen wordt aangeduid, wordt in dit formulier gemakshalve de naam Woonruimte-adviescommissie aangehouden.
Deze commissie had tot taak het college van B en W gevraagd en ongevraagd te adviseren over de toewijzing van woningen, om een doelmatige verdeling van woonruimte te verkrijgen. Zij bestond uit vijf inwoners van de gemeente Westmaas, die van jaar tot jaar door de gemeenteraad werden (her)benoemd.

In de loop van de tijd was het aantal vergaderingen van deze commissie sterk gereduceerd; in 1978 en 1979 werd zelfs helemaal niet vergaderd. Deze situatie werd mede veroorzaakt doordat sommige commissieleden vanwege hun hoge leeftijd c.q. verhuizingen geen lid meer wilden of konden zijn, of zich niet meer bij het werk betrokken voelden.
Het college van B en W had toch wel behoefte aan een commissie, waarmee het van tijd tot tijd van gedachten kon wisselen over de woonruimteverdeling in Westmaas. Het stelde daarom in de loop van 1980 aan de gemeenteraad voor de 'slapende' commissie op te heffen en een nieuwe commissie van advies in te stellen, maar ditmaal bestaande uit leden van de gemeenteraad en een lid van het college van B en W zelf.