De gemeente Strijensas, met slechts enkele honderden inwoners, behoorde van 1812 tot 1817 tot de gemeente Strijen, maar vormde van 1817 tot 1855 een zelfstandige gemeente. In 1855 werd zij opnieuw een onderdeel van de gemeente Strijen.

In 1830 werd overgegaan tot het instellen van een nachtwacht, die dienst deed van 1 november tot 1 april, of zoveel later, korter of langer als door het gemeentebestuur nodig werd geoordeeld. Alle gehuwde en ongehuwde, weerbare mannen van 18 tot 60 jaar oud konden worden verplicht dienst te doen. Het benoemen van zogenaamde hoofdlieden, de regeling der nachtwachten en het bepalen van hun aantal waren een zaak van burgemeester en assessoren (later wethouders geheten).
Alle personen die zich na 22:00 uur nog op de openbare weg bevonden, moesten door de nachtwacht naar het wachthuis worden gebracht om vervolgens de volgende morgen aan de burgemeester te worden voorgeleid. Dat gold uiteraard niet voor de inwoners die nog op weg waren naar hun woning of met een bepaald doel op weg waren. Maar wel voor alle vreemde en verdachte personen, alle op heterdaad betrapte dieven, alle deserteurs, alle op straat herrie makende personen, en ook personen die de nachtwacht desgevraagd geen behoorlijke verklaring voor hun aanwezigheid op de openbare weg konden geven of zelfs helemaal geen antwoord gaven.

Uit het aan het Regionaal Archief Dordrecht (RAD) overgedragen archief van de gemeente Strijensas blijkt dat als gevolg van het toevoegen van deze gemeente aan de gemeente Strijen in 1855 onder andere de keur op het houden van nachtwachten aan de gemeente Strijen is overhandigd. Hieruit kan worden afgeleid dat de nachtwacht van Strijensas dat jaar nog bestond. Of en hoelang de gemeente Strijen vervolgens de dienst der nachtwachten in Strijensas in tact heeft gelaten, blijkt niet uit het eveneens aan het RAD overgedragen oud archief van de gemeente Strijen.