In de periode 1925-1958 zijn herhaalde, vergeefse pogingen ondernomen om, via een gemeenschappelijke regeling, te komen tot een gemeenschappelijk bouw- en woningtoezicht en dienst der gemeentewerken in de gemeente Streefkerk en een flink aantal omliggende gemeenten.
Tot aan 1967 hield het college van burgemeester en wethouders in Streefkerk persoonlijk toezicht op de naleving van de Woningwet en haar uitvoeringsvoorschriften. Zo nodig werd aan een bouwkundige advies gevraagd.

In 1967 kwam het wel tot een gemeenschappelijke regeling tussen de gemeente Streefkerk, de gemeente Oud-Alblas en de gemeente Bleskensgraaf en Hofwegen. Niet alleen voor het bouw- en woningtoezicht maar tevens voor de dienst der gemeentewerken (gemeenschappelijke technische dienst).
Als orgaan voor deze rechtspersoonlijkheid bezittende overheidsinstelling werd de commissie voor het bouw- en woningtoezicht en de gemeentewerken ingesteld. Deze commissie bestond uit twee leden van elke deelnemende gemeente, te benoemen door de betrokken gemeenteraden. De voorzitter kwam uit het midden van de commissie en een ambtenaar uit een van de aangesloten gemeenten fungeerde als secretaris-penningmeester.
In 1972 werd de benaming van de rayon-architect, die de dagelijkse leiding had van de dienst der gemeentewerken en het bouw- en woningtoezicht uitoefende, gewijzigd in directeur gemeentewerken. Dit betekent overigens niet dat bouw- en woningtoezicht vanaf dat moment als een afzonderlijke (intergemeentelijke) tak van dienst kan worden gezien.

In 1985 werd de gemeenschappelijke regeling opgeheven. Reden hiervoor was de opheffing van de aangesloten vier gemeenten en de vorming van de gemeenten Graafstroom respectievelijk Liesveld.