Uw zoekacties: Burgerlijk Armbestuur

Archiefvormers ( Regionaal Archief Dordrecht )

beacon
 
 
Archiefvormende instantie
Burgerlijk Armbestuur
Naam archiefvormer:
Burgerlijk Armbestuur
Vestigingsplaats:
Goudswaard
Onderdeel van:
gemeente Goudswaard
Afdelingen:
n.v.t.
Opgericht:
1855. Bron: Reglement, houdende plaatselijke voorzieningen nopens het Algemeen Armbestuur van 18 augustus 1855
Opgeheven:
1 juli 1966. Bron: gemeenteraadsbesluit van 2 juni 1966
Ontstaan uit:
n.v.t.
Opgegaan in:
onbekend
Taken:
- (Aanvankelijk) Het mede beheren van het lokale armhuis.
- (Later) Het verlenen van ondersteuning in geld of in natura aan behoeftige inwoners die hiervoor op de gemeente zijn aangewezen en overeenkomstig de wettelijke voorschriften.
Nadere informatie:
Het oudst bewaard gebleven Reglement voor het Algemeen Armbestuur te Goudswaard dateert uit 1903. Uit ambtelijke aantekeningen in het aan het Regionaal Archief Dordrecht overgedragen archief van de voormalige gemeente Goudswaard blijkt echter dat in 1855 - op grond van de Armenwet van 1854 – al een reglement, houdende plaatselijke voorzieningen nopens het Algemeen Armbestuur in de gemeente Goudswaard werd vastgesteld.
Terzijde: in 1855 werd ook een reglement omtrent het armhuis te Goudswaard vastgesteld. Dit armhuis werd gezamenlijk beheerd door de diaken van het Hervormd Diaconie Armbestuur en de armmeester van het Algemeen Armbestuur.
Genoemd Algemeen Armbestuur bestond tot 1913 enkel en alleen uit een armmeester die door de gemeenteraad werd benoemd, geschorst of ontslagen en zijn werk deed onder toezicht van het college van burgemeester en wethouders.

In 1913 werd de naam Algemeen Armbestuur gewijzigd in Burgerlijk Armbestuur; nog weer later werd ook over Algemeen Burgerlijk Armbestuur gesproken. Het ging in 1913 bestaan uit vier, door het college voorgedragen, leden die eveneens door de gemeenteraad werden benoemd, geschorst of ontslagen. Het armbestuur werd bijgestaan door een secretaris-penningmeester die al of niet deel kon uitmaken van het armbestuur zelf. Feitelijk kwam hiermee ook de functie van armmeester te vervallen.

Op grond van de in 1965 in werking getreden Algemene Bijstandswet werd met ingang van 1 juli 1966 het Burgerlijk Armbestuur opgeheven. De bijstand verlenende taak als geheel ging toen over op het college van B en W van Goudswaard.