161 regesten
sorteren op:
14.D039 Munsterabdij te Roermond, 1220-1797
Inventaris
Regesten
157 1386 mei 18
" Gegeven in 't jair ons Heren dusentdryhonderttachttentichendesess des achteenden daechs in den Meye"
Lodewyck van Eyndehouts, Johan Marien zoon, Dederyc die Broede, Johan van den Rode, Symon Lambrechts Smeeds zoon, Heinriijc Martijns zoon en Willem van Eycke, schepenen in Zomeren (Someren) oorkonden dat, Johan die Monycke, Aert van der Hoffstat, Johannes Johans Bollixzoon en Heinrijc van den Venne, door de schepenen aangewezen om als gevolmachtigden van Someren op te treden, vóór hen zijn gekomen. De gevolmachtigden hebben aan de abdis en het convent van Onze Vrouwe te Roermond toegestaan ten behoeve van hun hof te Hoechten (Heugten) in het Latbroec, gelegen bij Heugten over de Aa aan de kant van Someren, hout te hakken en hun vee te weiden, behoudens dat die van Someren in het Latbroec hout mogen hakken en hun vee daarheen drijven en weiden tot aan de Aa en niet verder, terwijl het vee van de hof van Heugten op de gemene grond van Someren geweid mag worden, maar dit laatste wel tegen betaling van een oud groot Doorniks erfcijns jaarlijks te betalen met St. Nicolaas, Berta van Dryel, abdis, en eht convent van het klooster van Onze Vrouwe te Roermond verklaart dat die van Someren hout mogen hakken in het Latbroec en hun vee daarheen mogen drijven en weiden
" Gegeven in 't jair ons Heren dusentdryhonderttachttentichendesess des achteenden daechs in den Meye"
Lodewyck van Eyndehouts, Johan Marien zoon, Dederyc die Broede, Johan van den Rode, Symon Lambrechts Smeeds zoon, Heinriijc Martijns zoon en Willem van Eycke, schepenen in Zomeren (Someren) oorkonden dat, Johan die Monycke, Aert van der Hoffstat, Johannes Johans Bollixzoon en Heinrijc van den Venne, door de schepenen aangewezen om als gevolmachtigden van Someren op te treden, vóór hen zijn gekomen. De gevolmachtigden hebben aan de abdis en het convent van Onze Vrouwe te Roermond toegestaan ten behoeve van hun hof te Hoechten (Heugten) in het Latbroec, gelegen bij Heugten over de Aa aan de kant van Someren, hout te hakken en hun vee te weiden, behoudens dat die van Someren in het Latbroec hout mogen hakken en hun vee daarheen drijven en weiden tot aan de Aa en niet verder, terwijl het vee van de hof van Heugten op de gemene grond van Someren geweid mag worden, maar dit laatste wel tegen betaling van een oud groot Doorniks erfcijns jaarlijks te betalen met St. Nicolaas, Berta van Dryel, abdis, en eht convent van het klooster van Onze Vrouwe te Roermond verklaart dat die van Someren hout mogen hakken in het Latbroec en hun vee daarheen mogen drijven en weiden
Datering:
1386 mei 18
Notabene:
Origineel. Perkament. Het stuk is gezegeld met het zegel van de schepenen van Someren en met het zegel van Berta van Dryel, abdis, en het convent van het klooster van Roermond. Inv. nr. 35. Afschrift in Cartularium II fol. 55. Inv. nr. 2. De acte de dato 28 maart 1386, die de schepenen hiervan opmaakten, is in deze acte geïnsereerd. Zie regest nr. 156
Zie ook regestnummer:
156
Organisatie: Historisch Centrum Limburg, te Maastricht
laatste wijziging 10-12-2015
14.D039 Munsterabdij te Roermond, 1220-1797
Inventaris
Regesten
156 1386 maart 28
"Gegeven in 't jair ons Heren dusentdrijhondertzessendetachtentych des achtendetwintichsten daechs in den meerte"
Lodewijck van Eyndehouts, Johan Marien zoon, Dederijc die Broede, Johan van den Rode, Symon Lambrechts Smeeds zoon, Heinrijc Martijns zoon en Willem van Eycke, schepenen in Zomeren (Someren) oorkonden dat vóór hen zijn gekomen de gemeenschap ["gemeyne gebuer"] van Someren, die aan Johan den Monycke ten behoeve van hem en van Arnts van der Hofstat, van Boesschot, Reyners Machens zoon, Johannes Bollix zoon en Heinrix van den Venne een volmacht gaven over al hun goederen met betrekking tot de abdis van Roermond en de bode, die naar Rome zal gaan in verband met het interdict van Someren
"Gegeven in 't jair ons Heren dusentdrijhondertzessendetachtentych des achtendetwintichsten daechs in den meerte"
Lodewijck van Eyndehouts, Johan Marien zoon, Dederijc die Broede, Johan van den Rode, Symon Lambrechts Smeeds zoon, Heinrijc Martijns zoon en Willem van Eycke, schepenen in Zomeren (Someren) oorkonden dat vóór hen zijn gekomen de gemeenschap ["gemeyne gebuer"] van Someren, die aan Johan den Monycke ten behoeve van hem en van Arnts van der Hofstat, van Boesschot, Reyners Machens zoon, Johannes Bollix zoon en Heinrix van den Venne een volmacht gaven over al hun goederen met betrekking tot de abdis van Roermond en de bode, die naar Rome zal gaan in verband met het interdict van Someren
Datering:
1386 maart 28
Notabene:
Origineel. Perkament. Als geïnsereerde oorkonde in de acte de dato 18 mei 1386. Inv. nr. 35. Het stuk zou gezegeld zijn met het schependomszegel van Someren. Afschrift in Cartularium II fol. 55. Inv. nr. 2
Organisatie: Historisch Centrum Limburg, te Maastricht
laatste wijziging 10-12-2015
14.D039 Munsterabdij te Roermond, 1220-1797
Inventaris
Regesten
155 1384 juli 14
"Datum et actum anno Domini millesimo tricentesimo octuagesimo quarto crastino beate Margarete virginis gloriose"
Broeder Wilhelmus, abt, prior, en het gehele convent van het klooster Camp van het Keuls diocees oorkonden dat zij de acte van Innocentius IV de dato 17 december 1249 gezien hebben, waarin Paus Innocentius alle abten en kloosters van de Cisterciënzer orde toestaat in die parochiën, waarin zij de oude tienden bezitten, ook de nieuwe tienden te innen
"Datum et actum anno Domini millesimo tricentesimo octuagesimo quarto crastino beate Margarete virginis gloriose"
Broeder Wilhelmus, abt, prior, en het gehele convent van het klooster Camp van het Keuls diocees oorkonden dat zij de acte van Innocentius IV de dato 17 december 1249 gezien hebben, waarin Paus Innocentius alle abten en kloosters van de Cisterciënzer orde toestaat in die parochiën, waarin zij de oude tienden bezitten, ook de nieuwe tienden te innen
Datering:
1384 juli 14
Notabene:
Afschrift in Cartularium II fol. 125. Inv. nr. 2
Opmerking:
Het stuk zou gezegeld zijn met het zegel van abt en convent van Camp
Zie ook:
Organisatie: Historisch Centrum Limburg, te Maastricht
laatste wijziging 10-12-2015
14.D039 Munsterabdij te Roermond, 1220-1797
Inventaris
Regesten
154 1383 september 28
"Gegheven in 't jair onss Heren dusentdryhondertdrieendetachtentich op sent MIchiels avent archangeli"
Schepenen van Wetten oorkonden dat vóór hen zijn gekomen Loeff van Hoenseleer Karoluszoon en Kaerloe, zijn zoon, die verklaard hebben dat abdis en convent van Onze Vrouwe te Roermond van de Cisterciënzer orde alle koren tienden van de hof "op gher horst"geheten, zullen mogen innen, waarbij zij van hun eigen aanspraken op deze tienden afstand doen
"Gegheven in 't jair onss Heren dusentdryhondertdrieendetachtentich op sent MIchiels avent archangeli"
Schepenen van Wetten oorkonden dat vóór hen zijn gekomen Loeff van Hoenseleer Karoluszoon en Kaerloe, zijn zoon, die verklaard hebben dat abdis en convent van Onze Vrouwe te Roermond van de Cisterciënzer orde alle koren tienden van de hof "op gher horst"geheten, zullen mogen innen, waarbij zij van hun eigen aanspraken op deze tienden afstand doen
Datering:
1383 september 28
Notabene:
Afschrift in Cartularium II fol. 76. Inv. nr. 2
Opmerking:
Het stuk zou gezegeld zijn met het schependomszegel, met het zegel van Loeff van Hoenseleer en Kaerloe en met het zegel van Elbrecht van Hoensleer, broer van Loeff
Zie ook:
Organisatie: Historisch Centrum Limburg, te Maastricht
laatste wijziging 10-12-2015