Dagboeken-NIOD ( NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies )
Filter: Met bestand(en)x
41 zoekresultaten
244 Europese dagboeken en egodocumenten
Inventaris

1903 Cramer, R.
Auteur:
Cramer, R.
Vorm:
Dagboek (cahier)
Omvang:
36 bladzijden
Taal:
Nederlands
Periodisering:
17 mei 1940 - 29 maart 1941
Periode van ontstaan:
17 mei 1940 - 29 maart 1941
Localisering:
Den Haag
Inhoud:
Dagboek van de bekende Nederlandse illustratrice en schrijfster Rie Cramer (1887-1977). In het eerste oorlogsjaar houdt Rie, dan gescheiden en woonachtig in Den Haag, een dagboek bij waar ze voornamelijk radioberichten in memoreert. Min of meer noodgedwongen trekt ze in bij het Haagse acteursechtpaar Dirk en Betsy Verbeek. Gedurende de gehele bezettingsperiode woont het drietal harmonieus samen. De aantekeningen uit 1940 en 1941 getuigen van een druk sociaal leven, met, onder de omstandigheden "een heele kring van verbroederde menschen, weldoend van stemming." In haar in 1966 verschenen autobiografische boek "Flitsen" schetst ze oorlogsherinneringen en beschrijft ze tevens de indertijd op het nippertje voorkomen ontdekking van haar schriftje, dat ze zelf agenda noemt. Naam en woonplaats komen er niet in voor, maar het handschrift en de beschreven gebeurtenissen met vrienden lijken gemakkelijk te kunnen aantonen dat het hier Rie Cramer betreft.
NB:
In haar in 1966 verschenen autobiografische boek ''Flitsen'', waarin oorlogsherinneringen worden geschetst, verwijst Rie Cramer naar dit schrift. "Flitsen'' (Leopold/cop. 1966) is te vinden in onze bibliotheek.
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Datum beschrijving:
10 juni 2015
Ga naar dit stuk:
laatste wijziging 16-06-2025
1 gedigitaliseerd
244 Europese dagboeken en egodocumenten
Inventaris

2084 Cox, G.
Auteur:
Cox, G.
Vorm:
Dagboek (cahiers (11 stuks))
Omvang:
origineel 354 pagina's; transcript 86 pagina's
Taal:
Nederlands
Periodisering:
juni - december 1942
Periode van ontstaan:
juni - december 1942
Localisering:
Eindhoven (Philips-wijk), Duitsland (Völklingen)
Inhoud:
"Na de gebruikelijke inkopen, de dagen voor het vertrek, breekt de dag aan om naar de vreemde te gaan. God weet wat ons daar te wachten staat", schrijft de vierentwintigjarige G. Cox over zijn vertrek naar Völklingen, een centrum van de staalindustrie in Duitsland, op 6 juni 1942. "Tijd om in de trein te stappen. Met een laatste groet en kus aan mijn verloofde, ik zal die blik nooit vergeten, zet de trein zich in beweging". De trein, propvol dwangarbeiders, verlaat Eindhoven, waar Cox nog thuis bij zijn ouders woont en werkt bij Philips. De daaropvolgende nacht reist men met een nachttrein vanuit Keulen naar de eindbestemming. "De trein is flauw verlicht. Regen klettert tegen het raam. We komen langs stations, waar we stoppen, dan gaat de reis verder, verder van je vaderland, huis, vader, moeder en verloofde: je ziet haar gezicht op het perron in Eindhoven, ogen vol tranen". In de staalgieterij, waar Cox wordt tewerkgesteld, giet men staal in grote vormkasten: "Aan een kraan hing een ketting, waar ik de vormkasten aan moest hangen. Eenmaal aan de ketting gehangen, trok de kraan ze de lucht in, dan ging het met volle vaart de afdeling over. Een gevaarlijk baantje,’ aldus Cox. Dat blijkt ook wel: "Als ik ‘s nachts op de fabriek kom zit Toon daar met een kapotte poot. Hij had een zware ijzeren wagen over zijn tenen gehad". Slapen doen ze met z’n achttienen in een barak: "De een hoor je hier vloeken, de ander daar. We hebben allemaal onze overall om ons kleren tegen het vuile stof te beschermen". Op een nacht hoort hij in de krib boven hem "lawaai en gerammel, alsof het dak naar beneden kwam. Piet schreeuwde 'waar ben ik, waar ben ik'. Even later was het stil. Piet was aan het dromen". Rond de jaarwisseling van 1942-1943 gaat Cox met verlof naar huis maar hij keert dan niet meer terug; zijn werkgever noteert dan "vom Heimaturlaub nicht zurück".
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Datum beschrijving:
14 augustus 2020
Ga naar dit stuk:
Termen:
laatste wijziging 16-06-2025
1 gedigitaliseerd
244 Europese dagboeken en egodocumenten
Inventaris

1700 Burgwal, Rudolph Frans (Rudy)
Auteur:
Burgwal, Rudolph Frans (Rudy)
Vorm:
Memorandum (verslag) (1 dik cahier met handgeschreven tekst met ingeplakte en losse bijlagen)
Omvang:
ongeveer 60 pagina's
Taal:
Nederlands
Periodisering:
19 juni 1941 - 1 januari 1944
Periode van ontstaan:
13 september 1941 - 1 januari 1944
Localisering:
Brielle, Londen, Cambridge, Desford (luchthaven), Manchester, boottocht naar New York, treinreis naar Canada, Moncton, Montreal, Calcary, rondreis door Amerika, Halifax, Harrogate, vliegbasis Llanbedr (Wales),
Inhoud:
De auteur, student in Leiden, vertelt over de eerste mislukte poging in juli 1941 met anderen per boot vanuit Nederland naar Engeland te ontsnappen. Een volgende poging lukt en hij bereikt Engeland. Hier wordt de Engelandvaarder ontvangen met thee en daarna op het bureau van Ipswich ondervraagd. Op 13 september 1941 brengt hij een bezoek aan koningin Wilhelmina op haar verblijf bij Londen. De koningin is geïnteresseerd in de houding van de Leidse studenten en professoren. Ze vraagt naar de sociale toestand in Nederland. Enkele dagen later ontmoet hij voor het eerst prins Bernhard. Ze spreken over zijn toekomstige detachering. Bij een volgende ontmoeting op 23 september 1941 spreken ze over politiek. Hij blijft contact met prins Bernhard houden. Hij gaat niet naar een opleidingskamp, maar blijft in Londen. Na veel verhuizingen binnen de stad woont hij tenslotte in een flat in Londen. Hij spreekt geregeld voor Radio Oranje en ontmoet verslaggevers. Hij neemt dienst bij het Engelse leger en loopt in Engels uniform. 27 November 1941 wordt hij beëdigd als tweede luitenant bij het korps Motordienst. Hij krijgt het Bronzen Kruis als waardering voor zijn overtocht uit handen van de koningin. In Cambridge volgt hij een cursus om vlieger te worden in dienst van de RAF. Hij slaagt en krijgt verlof. Hij verveelt zich en het duurt nog acht weken voor hij iets kan doen. Zijn vliegbasis is Desford, waar hij een aanvullende cursus volgt. Vliegen bevalt hem goed, vooral solo vliegen. Na een afscheidsfeest en medische keuring vertrekt hij voor kort verlof naar Londen, waar een clubhuis geopend wordt door koningin Wilhelmina en prins Bernhard. 16 Juni 1942 vertrekt hij in konvooi per troepenschip naar Amerika. Er is genoeg te roken en te eten aan boord. Aangekomen op 27 juni 1942 in New York reist hij na een kort bezoek aan de stad verder met een troepentransport.
Inhoud vervolg:
Na een 24 uur durende treinreis door een prachtgebied bereikt hij de Canadese oostkust, waar hij tien dagen in Moncton blijft. Hierna brengt hij als officier tien dagen verlof in Montreal door. In Calgary en op andere plaatsen volgt hij in zes maanden een opleiding tot piloot. Hij werkt hard en behaalt zijn "Wings". Inkwartiering vindt hij bij een Canadese familie, die hem veel van Canada laat zien. Zijn tussentijds verlof brengt hij met een groepje Nederlandse vliegers in Amerika door. Hij wordt daar als held ontvangen als men hoort dat hij uit bezet Nederland is ontsnapt. Na zijn opleiding gaat hij terug via Moncton, vertrekt op 4 februari 1943 per boot uit Halifax. Aan boord zijn vijfduizend man commando's en piloten. De boot vaart zigzaggend voor de veiligheid om uit handen te blijven van Duitse boten en vliegtuigen. Eind april 1943 is de aankomst in Harrogate, Engeland. In Engeland volgt extra training in de vorm van kaartlezen, dag- en nachtvliegen en formatievliegen. De tochten worden in een logboek bijgehouden. Er volgen verschillende overplaatsingen. Huisvesting en eten zijn goed. Januari 1944 vliegt hij voor het eerst richting het oosten op Dieppe aan. Hij voert verschillende vluchten uit, meestal in een Spitfire. Hij vertelt veel over de onderlinge geest die er onder de vliegers leeft, vooral onder het Nederlands gedeelte. Men is van elkaar afhankelijk en vertrouwt elkaar. Er moeten veel en gevaarlijke vluchten uitgevoerd worden. 1 Januari 1944 schrijft hij: "Het is toch wel een veilig gevoel wanneer je in de verte of soms uit de mist, die witte krijtrotsen van Dover ziet opdagen".
NB:
Onder de bijlagen bevindt zich een Pilot's Flying Log Book van de Royal Canadian Air Force op naam van de auteur. 12 Augustus 1944 staat er vermeld: "missing".
Illustratie:
bijlagen
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Datum beschrijving:
maart 2011
Ga naar dit stuk:
Zie ook:
laatste wijziging 16-06-2025
1 gedigitaliseerd
244 Europese dagboeken en egodocumenten
Inventaris

898 Bloem, M.A.A.
Auteur:
Bloem, M.A.A.
Vorm:
Egodocument (fotokopie van handschrift)
Omvang:
83 pagina's
Taal:
Nederlands
Periodisering:
mei 1944 - oktober 1944
Localisering:
Boxmeer en vele andere plaatsen in N.Brabant ; Monnikendam
Inhoud:
De schrijfster is verpleegster, 32 jaar oud, ongehuwd, Rooms katholiek. Haar ouders wonen in Monnikendam. Ze is districtshuisbezoekster (wit-gele kruis), standplaats Boxmeer. In de bewogen dagen waarin het dagboek speelt was haar voornaamste werkzaamheid hulpverlening aan en evacueren van zieken en gewonden uit de gebieden waar het oorlogsgeweld zich concentreerde. 23 oktober 1944 kwam zij te Venray bij de uitoefening van dit nu zo gevaarlijke beroep om het leven. Haar dagboek bestaat uit: 1. aantekeningen in een agenda, juli -22 oktober 1944; 2. een brief aan haar ouders, gedateerd 7 oktober 1944, die zij na een inleidende aanhef bewust laat overgaan in een dagboek (beginnende 1 september 1944) dat gebaseerd op de aantekeningen in de agenda's, maar veel uitvoeriger is.
Onderwerpen: haar werk, haar dagelijks leven en de oorlogsgebeurtenissen
Onderwerpen: haar werk, haar dagelijks leven en de oorlogsgebeurtenissen
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Ga naar dit stuk:
laatste wijziging 16-06-2025
1 gedigitaliseerd