Uw zoekacties: Regesten

Regesten ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )

beacon
286  regesten
sorteren op:
 
 
 
 
Regesten
Regest
262 1475 april 1
"In de n jaer ons Heren dusent vierhondert vyff ende tseventich op der ersten dach des maents aprilis"

Werner Hout van der Bussche, gekozen leenheer en voogd van de kindeeren van zijn zwager Johan van Boickholt, verklaart in het bijzijn van Arnt van Boickholt en Johans van Reyde, geleende leenmannen van de hertog van Bourgondiƫ en Gelre, op verzoek van Reyner Kepken, rector van het klooster Maria Weide, Johan van Holtmoelen, zoon van Vulling, ten behoeve van het klooster te hebben beleend met het goed ther Hage genaamd het goed te Wylren
 
 
 
 
 
Regesten
Regest
261 1474 maart 26
"Int jair ons Heren dusent vierhondert ind vier ind tseventich des saterdagh nae onsser liever Vrouwendach annunciationis"

Margriet Roevers, weduwe van Goerd van Meerlair, genaamd van der Hatert, en haar kinderen Henrick en Willem Brant van Meerlair genaamd van der Hatert, verklaren dat zij aan Willem Roevers, haar broer respectiervelijk hun oom, die hun jaarlijks 54 overlandse Rijnse gulden schuldig is, toestemming hebben verleend om voor elke Rijnse gulden 21 Bourgondische stuivers te betalen.
Bezegelaars: Margriet Roevers en Jan van Meerlair ter Horst
 
 
 
 
 
Regesten
Regest
260 1473 november 12
"In den jair ons Heren dusent vierhonderd ind drie ind tseventich op vrijdage neist na sunte Mertensdage des heiligen busschops"

Arnt Vinck, zoon van Sander, en Peter Woest, schepenen te Venlo, verklaren dat Lambrecht, Arnt, Johan en Gerit, kinderen van wijlen Gerit en Mereye Verwers, wegens een schuld van 103 Rijnse gulden die zij en Soete en Gertruyat, zusters van het klooster Maria Weide, schuldig zijn ssn Soete Mencener, tot onderpand hebben gesteld twee morgen beemd en een grondrente van twee Rijnse gulden ten laste van een huis gelegen in de Steenstraat en een grondrente van anderhalve Rijnse gulden ten laste van een huis gelegen in de Kerkstraat
 
 
 
 
 
Regesten
Regest
259 1473 november 12
"Int jair ons Heren dusent vierhondert ind drie ind seventich op vrydaige neyst na sunte Mertensdaige des heiligen busschops"

Arnt Vinck, zoon van Sander, en Peter Woest, schepenen te Venlo, verklaren dat Lambrecht, Arnt, Johan, Gerit, Soete en Gertruydt, kinderen van wijlen Gerit en Merye Verwers, aan Soete Mentzenier schuldig zijn een bedrag van 148 Rijnse gulden, welk bedrag Soete Mentzenier aan hun ouders had geleend. De kinderen stellen tot onderpand, twee morgen beemd gelegen bij Scholmontz huis, een erfrente van twee Rijnse gulden ten laste van een huis gelegen in de Steenstraat, een erfrente van anderhalve rijnse gulden ten laste van het huis van Lyssken Pass gelegen in de Kerkstraat en voorts enige zilveren voorwerpen