93 
"Gegeven in den jair onss Herren duisent vierhondert vier ind tachtentich des neiste saderdaix nae Ascensionis Domini"

Reijner Taverlaeck, rechter te Millingen in der Hetter namens Johan, hertog van Kleve en graaf van Mark, en de schepenen te Millingen verklaren dat Agnes van Wisch, weduwe van Gijsbert van Bronckhorst, en Jacob van Bronckhorst, hun zoon, vrouwe en heer te Batenburg en Anholt, overgedragen hebben aan Johan van Alpen, ridder, heer te Honepell (Hönnepel), een rente van 11 overlandse rijnse gulden ten laste van het goed in ger Horst, het goed Diesvelt en het goed Ysselhuesen.

92 1483 mei 13
"Gegeven in den jair ons Hern duisent vierhondert drye ind dachtentich up sinte Servaessdag des heiligen bischops"

Johann van Nydeggen en Henrich Boeghell, leenmannen van Johan van Alpen, ridder, verklaren dat Lambert van Orssoy overgedragen heeft aan Johan van Alpen de hoeve Ther Linden, gelegen bij Poll in Ghynderick (Ginderich) onder andere bestaande uit de percelen: den bruggen acker, an der rijgnieten tot IJelt (Ilt), den krummen acker, ingen banement, up gen polacker, opgen loeningen, die hoefacker, up gen kalckaicker, up den soirenddyeck, an der rignieten, op schillinxacker.
Medebezegelaar: Lambert van Oyrsoy.

91 1484 mei 2
"In t jair ons Hern 1484 in den mey des tweiden daigs"

Johan Scheine van den Velss die men noemt Scheiffart, schout, Reinner van Brene, Wilhelm Jenckers van Eckelroidte, Arnt Putman van Oest, Theiss Schampert van Gronsveld, Wilhelm Spenne, Goerthansen van Oest en Kerstian van der Heijden, schepenen te Gronsveld, verklaren dat Lemmen Luitten met Neleken, zijn echtgenote, heeft overgedragen aan Fransois van Heure (Hoer), inwoner van Maastricht en Mette, zijn echtgenote, een rente van een malder rogge.

90 1482 augustus 6
"Gegeven in den jair ons Herren duisent vierhondert twe ind tachtentich op den dinxdaig nae sinte Petersdag ad Vincula"

Reyner Taverlaek, rechter te Bienen en te Millingen in de Hetter en de schepenen te Byenen (Bienen) en te Millingen verklaren, dat Agnes van Wisch, weduwe van Gisbert van Bronckhorst, en hun zoon Jacob van Bronckhorst, vrouwe en heer te Batenburg en Anholt, aan Johan van Alpen, ridder, heer te Honepell (Hönnepel), de hof te Anroppe (Androp) hebben overgedragen en een kamp geheten de Millingse Mate grenzend aan de Thuterbroick.
Medebezegelaars: Agnes van Wisch en Jacob van Bronckhorst, vrouwe en heer te Batenburg en te Anholt.