Uw zoekacties: Loodswezen in Friesland

51 Loodswezen in Friesland ( Tresoar (Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum) )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
1. Inleiding
1.3. Verantwoording van de bewerking
51 Loodswezen in Friesland
1. Inleiding
1.3.
Verantwoording van de bewerking
De archieven werden geselecteerd aan de hand van de vernietigingslijst van het Ministerie van Defensie van 30 december 1969. Voor het Taakgedeelte werd gebruik gemaakt van een door de Centrale Archief Selectiedienst (CAS), in overleg met de beheerder, opgesteld voorstel voor vernietiging van archiefbescheiden omdat een recente vernietigingslijst voor archieven van het Loodswezen ontbrak. De laatste vernietigingslijst ten aanzien van de Taakuitvoering was `een lijst houdende een opgave van vernietigbare stukken welke bij de directiën van het Loodswezen worden opgemaakt' als bedoeld in art. 1 tweede lid van het kb van 7 oktober 1919 (staatsblad (stbl.) nr. 596) gewijzigd bij kb van 14 juni 1929 (Stbl. nr. 316). Deze lijst voldeed echter niet aan de huidige opvattingen over het vernietigingsbeleid ten opzichte van overheidsarchieven.
Na de selectie door de CAS zijn de archiefbescheiden volgens het bestemmingsbeginsel teruggeplaatst op de oorspronkelijke plaats in de archieven waartoe Ze behoorden. Tijdens de inventarisatie van de archieven kwam naar voren dat een aantal archieven geheel of gedeeltelijk niet aanwezig was. Uit een museum op Terschelling, het Behouden Huis, werd een gedeelte van het archief van de inspecteur aangetroffen en overgebracht naar de CAS. Ook het museum in Harlingen, het Hannemahûs, bleek een aantal archiefbescheiden in bezit te hebben dat in de series thuishoorde. Nadat uit het archievendepot van het (DGSM) te Rijswijk een niet geringe hoeveelheid archiefbescheiden van de commissaris te Harlingen boven water was gehaald, konden de archieven, voor zover er in de loop der jaren niet illegaal uit was vernietigd, worden geselecteerd en geïnventariseerd. De cesuren van de archieven werden bepaald door respectievelijk de instelling van de organen en de overgang van een chronologis che naar een rubrieksgewijze ordening van de archieven na 1945.
Voor selectie besloeg het totaal van de archieven 48 meter, na bewerking bleef er 31 meter over. De daadwerkelijke vernietiging van de archieven werd verricht door het Bureau Vernietiging Overheidsarchieven te Apeldoorn. De indeling van de inventaris van de archieven van het Loodswezen in het 1ste en 2de district is gemaakt naar archiefvormende functionaris in het betreffende district zoals in het organisatieschema is aangegeven. Naast de series ingekomen en uitgaande stukken zijn er in- en uitgaande stukken apart beschreven omdat ze onvoldoende registratiekenmerken hadden om in de juiste serie te kunnen worden teruggebracht. Vanwege het feit dat, op het tijdstip van dit schrijven, er nog steeds geen sluitende afspraken met betrekking tot de grensregeling en dus ook met betrekking tot het te beloodsen en te betonnen gebied van de Eems tot stand gekomen zijn, bestaat er een commissie die tot doel heeft problemen hierover op te lossen. De directeur van het 1ste en 2de distri ct had ambtshalve zitting in deze commissie en voerde tevens het secretariaat. Dit secretariaat zijn had tot gevolg dat in deze inventaris ook de archiefbescheiden van de Eemscommissie zijn opgenomen.
Door de Minister van Marine werd op 12 januari 1921, in afwachting van de totstandkoming van een wet die de rechtstoestand van ambtenaren zou regelen, een bijzondere commissie voor geregeld overleg in het leven geroepen, onderscheidenlijk voor het personeel van het Loodswezen en dat voor de Betonning, bebakening en verlichting. Functionarissen uit de twee noordelijke districten waren lid van deze commissie doch voerden nimmer het secretariaat. Er zijn daarom alleen beschrijvingen in deze inventaris opgenomen indien de aangetroffen stukken direct raakvlakken hadden met het personeel en werkgebied van de noordelijke districten. De ingekomen stukken betreffende deze commissie werden bij de betreffende functionarissen te Harlingen en Groningen als aparte serie naast het archief gevormd en zijn daarom apart in deze inventaris opgenomen.