152-04 Onwikkelingsschap De Kleibouwstreek ( Tresoar (Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum) )
152-04
Onwikkelingsschap De Kleibouwstreek
Inventaris
1. Inleiding
1.1. Het gebied en zijn problemen
152-04 Onwikkelingsschap De Kleibouwstreek
1. Inleiding
1.1.
Het gebied en zijn problemen
Men pleegt het platteland van Friesland onder te verdelen in vier landbouwgebieden: de Kleiweidestreek, de Veenweidestreek, de Wouden en de Kleibouwstreek. * Volgens deze aan Staring ontleende indeling bestaat de Kleibouwstreek uit de navolgende gemeenten: Barradeel, Het Bildt, Ferwerderadeel, Franekeradeel, Kollumerland, Leeuwarderadeel, Menaldumadeel, Oostdongeradeel en Westdongeradeel. *
De naam 'Kleibouwstreek' kan overigens verwarring stichten ten aanzien van het werkelijke gebruik van de cultuurgrond. Afgaande op die naam immers zou men vermoeden dat de akkerbouw er de boventoon voert. Echter, zo is het niet. In het merendeel van de gemeenten overweegt de veeteelt. Alleen in Barradeel en Het Bildt wordt de grond hoofdzakelijk voor akkerbouw aangewend. Tuinbouwbedrijven zijn vooral in de omgeving van Berlikum (Menaldumadeel) en Sint Annaparochie (Het Bildt) gevestigd. * Nu had men in de Kleibouwstreek te kampen met grote sociale en economische problemen, die zodanig van aard waren, dat het hele gebied als probleemgebied gekenschetst kon worden. Enkele van die problemen zal ik hier in het kort beschrijven.
1. De land- en tuinbouwbedrijven waren grotendeels klein en van een zwak financieel gehalte. Omdat deze bedrijfstak genoopt werd tot motorisering en mechanisering nam de werkloosheid toe. *
2. De industrie in het gebied was sterk gericht op de verwerking van agrarische producten. Door de sterke concurrentie van buiten het gebied gevestigde industrieën liep het aantal vestingen terug. Zo kon de groeiende stroom werkelozen uit de agrarische bedrijven hier niet op worden gevangen. *
3. De middenstand kon de concurrentie met die in de steden niet aan. Veel zaken waren te klein en financieel te zwak. In de loop van de tijd verdwenen er vele. Gevolg: ook hier nam de werkloosheid toe. *
4. Dit alles had tot gevolg dat veel bewoners, en dan met name uit de zogeheten 'productieve leeftijdsklasse' uit het gebied vertrokken. Bijgevolg begon de bevolking te vergrijzen. *
5. Bij dit alles kwam nog dat het sociale leven slechts functioneerde door een tekort aan moderne voorzieningen zoals dorpshuizen. *
laatste wijziging 18-02-2002
183 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Omvang:
1,06 meter Amsterdamse dozen
Categorie:
- Zonder categorie
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 18-02-2002
183 beschreven archiefstukken