Oene Martens, tinnegieter.
Oud:.....
Op zijn verzoek verklaren twee personen, (waaronder Roeleff Henrix, schoenlapper, oud: 48 jaren en Swier Dirx, linnen wever, oud: 25 jaren) dat hij op hun gebuijrte heeft gewoont en zich cloeck, vroom en neerstich heeft gedragen en zijn cost, als lepelmaecker en tinnegieter heeft gewonnen.

Aijse Henrix, oud 35 jaren, smid;
Gerrijt Haijes, oud omtrent 56 jaren, cuiper;
Jan Jans, oud 26 jaren, coopman;
Jelle Wijtses, oud: 58 jaren.
Jucke Jorrits, oud: 59 jaren.
Pieter Wolffszn, oud: ontrent 36 jaren.
Saecke Bennerts, oud: 68 jaren.
Simon Andries, visscher.
Oud: 50 jaren.
verklaren dat Ulcke Rommertszn. op hun gebuijrte (het Vliet) heeft gewoond, en van hem het smidts-ambacht heeft geleerd, en dat hij zich cloeck, vroom en neerstich heeft gedragen.

Pieter Mathijszn, broer van Melchior Mathijs zn. Leeftijden niet vermeld.
Op beider verzoek verklaert de herbergier Waetze Oepkes, dat voornoemde Pieter en Cornelis Jelles (van Joure) bij hem in één kamer hebben geslapen.
Tevens dat voornoemde Pieter hem heeft bekend gemaakt, dat van hem 169£ en 18 stuijvers was gestolen, beneffens 4 munten, waarvan voornoemde Cornelis werd verdacht. Deze heeft aan de wachtmeester Joucke Sioerdts bekend en is aan de Justitie overgeleverd.

Obbe Claeszn, meester goudsmidt.
Oud: 43 jaren.
Verklaart, dat Cornelis Janszn Faber, vier jaren bij hem in de winckel heeft gestaen en het goudsmidts handwerck geleerd, en dat hij zich vroom, eerlijk en neerstich heeft gedragen.