Uw zoekacties: Zwembaden en Zwemclubs te Leeuwarden, 1851-1975

1894 Zwembaden en Zwemclubs te Leeuwarden, 1851-1975 ( Historisch Centrum Leeuwarden/ Histoarysk Sintrum Ljouwert Leeuwarden )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
5. Leeuwarder overdekt zwembad
Litt.: Zweminrichtingen in Friesland. Uitgave van de Stichting ischen Dienst.II. Overdekte Zweminrichtingen, Combinatiebaden, 1966.
5.1. Inleiding
1894 Zwembaden en Zwemclubs te Leeuwarden, 1851-1975
5. Leeuwarder overdekt zwembad
5.1.
Inleiding
Zoo talrijk als de openluchtzwembaden in de XIXe en XXe eeuw geworden waren, zo langzaam ging geruimen tijd de groei van het aantal der overdekte badinrichtingen. Liverpool kreeg er één in 1828, Maagdenburg even later (het werd in 1861 wedergesloten) en Weenen in 1842. In België werd de eerste geopend in 1868 en hier te lande -dat aan de Haagsche Mauritskade-in 1883, gevolgd door baden te Enschede (1893), Amsterdam (Heiligeweg, 1896), Rotterdam (1906), Amsterdam (Zuiderbad, 1912), Den Helder (Marinebad) en Utrecht (Ozebi) in 1919, Den Haag (De Regentes) en Overveen (Stoops Bad) in 1921, het Groninger Helperbad en dat te Oldenzaal (1925) en dat van de A.M.V.J. te Amsterdam in 1928.
Een groote stoot tot verdere uitbreiding van dit aantal werd gegeven door den Amsterdamschen jurist Mr. J.A.C. Bierenbroodspot, die als student in 1923 de op spaarkasbasis georganiseerde N.V. Sportfondsen had opgericht, waaruit na eenige beginstrubbelingen in 1929 het hoofdstedelijke Sportfondsenbad Oost voortkwam, tot 1940 gevolgd door 17 andere overdekte zwem inrichtingen. Ook te Leeuwarden ontstond hiervoor belangstelling. Een raadscommissie werd op 2 Januari 1929 ingesteld om de wenschelijkheid en bestaansmogelijkheid van een gemeentelijk bad te onderzoeken. Het op 22 October d.a.v. ingediende rapport was eenstemmig positief over het eerste, maar de minderheid gaf de voorkeur aan particulier initiatief. Mede uit vrees voor een raadsimpasse begon daarop een comité onder voorzitterschap van J.D. Dresselhuys en met den advocaat Mr. A.E. Stoop als secretaris in Mei 1930 met een actie om geldmiddelen bijeen te krijgen tot het oprichten van een N.V. Overdekte Zwem- en Badinrichting.
Ondanks de geestdrift der commissie duurde de uitvoering nog vrij lang, maar in 1934 konden de plannen tenslotte worden verwezenlijkt. Het Groningsche Noorderbad, gebouwd door den uit Sappemeer afkomstigen, destijds te Baarn en later te Haarlem gevestïgden architect en bouwondernemer Aaldrik Koster, diende hiertoe als voorbeeld. Koster, die zich in het bouwen van zwembaden was gaan special iseeren (hij bouwde er in totaal negen, ook nog te Alkmaar, Hilversum, Leiden, Naarden, Rotterdam, Velsen en in 1937 tezamen met A.J. Semey één te Haarlem, dat in 1939 bankroet ging), placht met eigen kapitaal en dat van plaatselijke belangstellenden N.V.'s op te richten, waarna onder zijn leiding de inrichting werd gebouwd. Of overal de constructie werd gevolgd, die men te Leeuwarden koos, kon ik niet nagaan; als architect trad hier formeel op A. Nieuwland in de Schrans (die inmiddels het Huizumer bad had voltooid), onder wiens directie Koster de uitvoering van zijn eigen, door Nieuwland goedgekeurde plannen kreeg. De latere verbouwingen zijn alle door het bureau Nieuwland en Van der Vegte ontworpen.
De commissie werd -toen de keuze van terrein en opstallen beslist was- omgezet in een bestuur, dat op 21 Juni 1934 voor het eerst bijeen kwam. Uit de commissie kwamen Johan Diederich Dresselhuys (overleden 1 Februari 1950), Johannes Wilco Koopmans (overleden 23 Mei 1957) en Mr. Anton Elisa Stoop over, die hun oude functies van voorzitter, penningmeester en (tot 1937) secretaris (1951-1965 voorzitter) behielden. Tot medecommissarissen waren aangezocht Mr. Albert Nanne Duintjer (1937-1958 secretaris, sedert 1966 voorzitter), Uilke Koopmans, dr. Oene Schreuder en Hendrik Hero Buisman. *  In hetzelfde jaar werd (24 Augustus) de stichtingsacte gepasseerd, het voor den bouw bestemde terrein bij de Fonteinstraat terzijde van het zgn. Vossenparkje overgedragen en het zwembad gebouwd, zoodat dit nog op 11 December 1934 kon worden geopend. Als directeur trad de bouwmeester Koster op, doch op 1 April 1936 trad deze af om commissaris te worden (wat hij tot 18 April 1939 bleef), i.p.v. H.H. Buisman, die hem als directeur opvolgde. In 1938 nam Mr. A.E. Stoop de directie waar tot hij deze op 6 April 1938 kon overdragen aan den bedrijfsleider Casparis Schalkwijk, die sinds 19 November 1934 als machinist aan het bedrijf verbonden was. Hij overleed op 29 Mei 1956 en werd op 1 Februari 1957 opgevolgd door Jan van der Zwaag, die -de laatste jaren als liquidateur- aanbleef tot na de overdracht van het bad aan de gemeente.
Het zwembad, dat voorzoover de oorlog of een gemeentelijk bestemmingsplan zulks niet beletten, geregeld werd uitgebreid en waar in de jaren 1952-1967 zelfs een -aanvankelijk zeer goed rendeerende- zelfwasscherij aan verbonden was, werd evenals de vorige na de gebruikelijke langdurige en moeizame onderhandelingen in 1970 met het personeel aan de gemeente overgedaan, waarna de aandeelhoudersvergadering op 27 Januari 1972 besloot om ook de N.V. te liquideeren.
Tezamen met de tot het zwembad behoorende archivalia, die reeds gemeentelijk bezit waren geworden, werden die der vennootschap in 1975 uit handen van den gewezen directeur overgenomen.

Kenmerken

Datering:
1851-1975
Soort toegang:
inventaris
Omvang:
3,6 m1
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Historisch Centrum Leeuwarden. Toegang 1894 Zwembaden en Zwemclubs te Leeuwarden, 1851-1975
VERKORT:
NL-LwnHCL 1894
Categorie: