Uw zoekacties: Parochie van de H. Bonifatius en Gezellen te Leeuwarden, 1657-1970

1690 Parochie van de H. Bonifatius en Gezellen te Leeuwarden, 1657-1970 ( Historisch Centrum Leeuwarden/ Histoarysk Sintrum Ljouwert Leeuwarden )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
1. Inleiding
1.2. Geschiedenis; kerken
1690 Parochie van de H. Bonifatius en Gezellen te Leeuwarden, 1657-1970
1. Inleiding
1.2.
Geschiedenis; kerken
In Leeuwarden ontstonden zes staties *  , waarvan wij met name de beide Jezuïetenstaties wat nader zullen belichten omdat daaruit later de Bonifatius-parochie is gegroeid.
Behalve deze beide was er dan allereerst de seculiere statie.
Van 1609-1630 werkte pastoor Lambertus Lambringa als eerste waarschijnlijk in deze statie, die aan de oostzijde van de Bontepapesteeg lag en gewijd werd aan St. Vitus. Begin 18e eeuw sloot de toenmalige pastoor Alardus van Haaften zich aan bij de Jansenisten *  en de statie ("de Noteboom" genoemd) verliep sindsdien, zodat hij c. 1805 werd verkocht. De niet onaanzienlijke roerende bezittingen werden overgebracht naar het Utrechtse Jansenisten-kapittel.
Reguliere staties werden gesticht door Jezuïeten, Franciscanen en Dominicanen. De Dominicanen, die pas laat hun aandacht op Friesland vestigden, kregen toen niet veel invloed meer. Zij hadden één statie en wel de zolderkerk "het Klooster" te Leeuwarden *  , gewijd aan St. Dominicus. Deze was (c.1635) gevestigd op de zuidwesthoek van de (naar de Dominicanen vernoemde) Bontepapesteeg en de Speelmansstraat, een gedeelte van het voormalige Witte-nonnen-klooster, dat na de opheffing in 1580 in verschillende percelen was gesplitst en verhuurd. Sinds 1850 werden plannen gemaakt voor een geheel nieuwe kerk op deze plaats, ontworpen door de architect Th. Molkenboer, welke kerk dan in 1869 werd ingewijd, en in 1881 nog vergroot met de St. Antoniuskerk. De huidige kerk en pastorie (architecten H.C.M. van Beers en A. Witteveen) aan de Harlingerstraatweg, werden 1935-1937 opgericht. De restanten van het oude complex zijn, na lange tijd als bedrijfsgebouw gediend te hebben, in 1980 afgebroken.
Rond 1616 bezaten de Franciscanen in Leeuwarden een statie bij de Wirdumerpoort *  (Ruiterskwartier), bediend door paters der Keulse provincie. Deze statie werd eind 17e eeuw overgebracht naar een pand in de Sacramentsstraat, tegenover de huidige Synagoge, met een ingang via een steeg in de Breedstraat, voorheen gebruikt door de Jezuïeten, die vandaar naar de Korenmarkt waren verhuisd. *  In 1781 werd een seculier priester aangesteld en bij diens overlijden (1794), besloten de Armvoogden wegens gebrek aan middelen de statie te sluiten, waarbij de nog aanwezige goederen onder de overige staties werden verdeeld. * 
Franciscanen van de Brabantse provincie bedienden de "St. Antonius-statie" in de Bontepapesteeg, westzijde, met tevens een ingang in de Speelmansstraat (het latere R.-K. Armhuis ). In het huis dat in 1646 eigendom werd van Bokke Agges werden waarschijnlijk al vanaf c. 1616 diensten gehouden. * 
In 1805 werd ter plekke een vernieuwd gebouw ingericht, met de achterzijde aan en op de hoek van de Grote Kerkstraat. Tengevolge van het herstel van de kerkelijke hiërarchie is de statie per 1 mei 1854 gesupprimeerd *  en de goederen zijn toegewezen aan de Dominicaner-statie.
Tenslotte de Jezuïeten-staties: In 1609 werd pater Arnoldus Cath naar Leeuwarden gezonden *  en de eerste Jezuïetenstatie werd gesticht op de Nieuwestad *  , waar precies is niet duidelijk.
In juli 1680 maant de Magistraat van Leeuwarden de advocaat dr. Gaspar van Campen om het nieuwe gebouw achter zijn huis aan de Nieuwestad in de vroegere staat te herstellen "sonder 'tselve gebouw tot een paepsche vergaderinge te mogen laten maecken ofte gebruijcken" *  Bij inspectie november daaraanvolgend bleek hieraan geen uitvoering gegeven en aangetroffen altaar, ornamenten e.d. werden uit het huis verwijderd. Goederen en ornamenten werden een maand later versmolten. De erfgenaam van de inmiddels gestorven van Campen, dr. Suffridus Eelcoma werd veroordeeld tot een boete van 300 car. gids. met hernieuwing van de eis het huis nooit tot een "paepsche vergaderplaats" te laten gebruiken. Hierbij heeft men het naar het schijnt maar gelaten. Het gebouw aan de smalle zijde van de Nieuwestad, de Vleeschmarkt genoemd, bleef bestaan als Jezuëtenstatie, gewijd aan St. Bonifatius.
In 1655 hadden de Staten het legateren aan priesters verboden en hen de vrije beschikking over hun bezittingen ontzegd. Aangezien de katholieke gemeenten geen rechtspersoonlijkheid bezaten, konden zij geen bezittingen hebben. Om deze moeilijkheden te omzeilen, stonden de katholieke kerkelijke goederen op naam van een particulier. Zo bleef de Jezuïetenstatie op de Vleeschmarkt in naam eigendom van de familie Eelcoma *  . Toen nu na de dood van pater Ludovicus de Smet in 1773 de nuntius tengevolge van de vlak daarna ingevoerde opheffing van de Societas Jesu *  in deze statie de seculiere priester Arnoldus Tinga aanstelde, leidde dit tot moeilijkheden. De weduwe Ernsthuis, eerder weduwe van Eelcoma, op wier naam de gebouwen stonden, weigerde de nieuwe pastoor de toegang tot de pastorie en gaf hem de kerk slechts voorwaardelijk in gebruik, alles uit krachte van haar (schijn)eigendom. De schrijver van een in druk verschenen "Brief van een heer in de provintie van Holland aan een heer in de provintie van Friesland" *  over de verdeeldheden tussen de katholieken in Leeuwarden, zoekt haar beweegredenen hierin, dat zij de statie "aan een Lieveling", een Jezuiet, opgedragen had willen zien. Dit lijkt meer waarschijnlijk dan de uit afkeer van de Jezuïeten geboren suggestie van een Jezuïetisch complot, waarvan "Juffrouw E." werktuig zou zijn.
De Tienmannen *  , die zich aanvankelijk in het conflict afzijdig hielden, moesten door de nuntius in 1775 onder dreigementen worden aangespoord om pastoor Tinga in de rechtsprocedures over deze kwestie bij te staan *  .
Tegenzin in betaling van hieruit voorvloeiende onkosten uit de armenkas zal hen tot hun afwachtende houding hebben geïnspireerd *  . In juni 1780, toen de zaak nog steeds hangende was, kon nuntius Ignatius Busca bij zijn bezoek aan Leeuwarden Anna Maria van Eelcoma, dochter en erfgename van de in maart 1780 overleden weduwe Ernsthuis, ertoe bewegen omtrent de omstreden gebouwen tot een accoord te komen met de katholieke gemeente, zij het niet zonder een forse geldelijke tegenprestatie. Volgens de op 29 juni 1780 tussen partijen gesloten overeenkomst *  zullen de panden gerekend worden eigendom te zijn van de katholieke gemeente, die inmiddels bij Statenresolutie van 1776, bezittingen op eigen naam mocht hebben.
In 1805 liet de toenmalige pastoor Johannes Bernardus Systermans wegens bouwvalligheid der oude, bovendien op een bovenverdieping gevestigde, kerk aan de Vleeschmarkt en tevens om meer ruimte te verkrijgen, deze afbreken en op dezelfde plaats (ongeveer ter hoogte van het huidige pand Nieuwestad nr. 85) een nieuwe kerk bouwen, die in 1806 werd ingewijd *  . Pastoor Muller uit Kuinre schrijft, nadat hij de wijding heeft bijgewoond, zeer enthousiast over het gebouw, dat, naar hij vermeldt, 130 voet lang en 50 breed was, van kerkpilaren voorzien en gestucadoord "gelijk de Nieuwe Kerk te Amsterdam". *  Overigens ging de kerk nog schuil achter bebouwing, die pas in 1825 werd afgebroken.
Een tweede statie der jezuïeten in Leeuwarden ontstond als een afsplitsing van de eerste, toen de medehelper van pastoor Paulus van den Berghe, Vincentius (de la Porte) zich c. 1655 vestigde in het huis van wijlen de rijke goudsmid Obbe Claesen in de Sacramentsstraat, wiens enige dochter Saecktien als klopje bij de Jezuïeten leiding ontving *  . Aan het einde der 17e eeuw werd de statie overgebracht naar de bovenverdieping van een achterhuis der familie Scheltinga, bereikbaar via een steeg Over de Korenmarkt *  . Patroon der statie was St. Willibrordus. In 1776 werd Josephus Theodorus Scholtens de eerste seculiere pastoor. Er zouden nog slechts drie volgen: in 1854 werd de statie gevoegd bij die op de Vleeschmarkt en het kerkgebouw werd voor andere doeleinden gebruikt. Sinds 1860 diende het als vestiging van de zusters van Tilburg, tot het verplegen van weesmeisjes *  Van 1883-1887 was er het St. Bonifatius Hospitaal, toen nog St. Antonius-ziekenhuis geheten. Daarna werd het pand verhuurd *  tot het in 1911-na verkoop aan de R.-K. Schoolvereniging- werd getrokken bij de nieuwbouw der 2e R.-K. Jongensschool (voor MULO), de Julianaschool, genoemd naar de weldoenster van katholiek Leeuwarden, Juliana Lycklama à Nijeholt.
Naast ruimtegebrek in de Vleeschmarkt-statie, was ook de wens om een kerk te hebben binnen de nieuwe parochiegrenzen voor het Parochiebestuur reden zich te gaan bezinnen op de bouw van een nieuwe St. Bonifatius-kerk op een andere plaats. Sinds 1867 werden voorbereidingen hiertoe ondernomen en in 1870 werd voor de bouw van een nieuwe kerk een fonds ingesteld, naast giften te vullen uit geregelde bijdragen der gelovigen, waartoe collectanten werden aangesteld *  .
Nadat al op enkele plaatsen panden waren aangekocht, b.v. in 1871 naast de St. Willibrordus-kerk, met het oog op het aldaar vestigen der kerk (hetgeen nimmer doorging) kreeg men in 1881 de gelegenheid om een deel der Amelandstuin achter de Voorstreek te verwerven. Op 11 mei 1881 werd deze grond voor de parochie aangekocht, voor een bedrag van fl.17.861, -. * 
De nieuwe kerk, door de architect P.J.H. Cuypers in neogotische stijl ontworpen en in .1882 door Bekhuis en Damstra voor fl.261.550, - aangenomen, werd op 19 november 1884 ingewijd *  . De bijbehorende pastorie werd in 1887, nadat in de tuin achter de kerk een nieuwe pastorie met ingang aan de Baljéebuurt was gebouwd (architect J.D. van der Weide), afgestaan aan het St. Bonifatius Hospitaal. Sinds 1935 werd het door het ziekenhuis verlaten gebouw weer als pastorie gebruikt, tot in 1969 het pas aangekochte pand Vredeman de Vriesstraat 13 als zodanig werd ingericht.
In de zestiger jaren der 20e eeuw bleek de kerk voor de parochie een te grote ruimte en tevens een te grote financiële last geworden. De verkleining der parochie, de ontkerkelijking en de ontvolking van de binnenstad, de daarmee samenhangende vermindering van inkomsten en de stijging der exploitatiekosten, deden plannen rijpen tot afbraak van de kerkgebouwen en het ter plaatse optrekken van een complex, waarin, naast een kleinere kerk, het bejaardentehuis "St. Jozefpension" en (voor de exploitatie) een supermarkt of parkeergarage gevestigd zouden worden.
Dit plan ontketende vele negatieve reacties en op 6 juni 1969 werd een "Actiecomité tot behoud van de Bonifatius-toren" opgericht, op 29 oktober 1971 omgezet in een stichting tot instandhouding en exploitatie van kerk en toren, waaraan op 18 april 1974 het kerkcomplex werd overgedragen. *  Het Kerkbestuur zou voortaan het in gebruik blijvende gebouw van de Stichting huren en exploitatie en dagelijks onderhoud bekostigen. De Stichting zou restauratie en groot onderhoud voor haar rekening nemen. Een eerste succes werd de herbouw van de toren, nadat de spits op 3 januari 1976 in een storm was afgeknapt: In 1980 werd de restauratie der toren voltooid.

Kenmerken

Datering:
1657-1970
Inventaristitel:
Inventaris van de archieven van de R.-K. Parochie van de H. Bonifatius en Gezellen te Leeuwarden (1657-1970)
Soort toegang:
inventaris
Omvang:
3,85 m1
Bloknummer:
529
Samenvatting:
St. Bonifatius-statie, St. Willibrordus-statie, Kerkbestuur en Pastoor Bonifatius Parochie, Commissie voor de R.-K.Begraafplaats, Parochieberaad, Vrouwencongregatie der Heilige Familie, Pastoors privé
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Historisch Centrum Leeuwarden. Toegang 1690 Parochie van de H. Bonifatius en Gezellen te Leeuwarden, 1657-1970
VERKORT:
NL-LwnHCL 1690