Uw zoekacties: Gemeentebestuur Doorn

164 Gemeentebestuur Doorn ( Regionaal Archief Zuid-Utrecht )

beacon
 
 
Inleiding
1. Geschiedenis van het dorp
2. Bestuur
3. De ex-keizer
4. De archieven
5. Aanwijzingen voor de gebruiker

Kenmerken

Datering:
1811-1933 (1961)
Plaatsnaam:
Doorn
Omvang:
35,50
Openbaarheid:
Beperkt openbaar
Soort archief:
Archieven van gemeentelijke organen
Herkomst:
Overheid_U
Auteur:
Brita Pilger; met wijzigingen door Eddy Hinders
Rechtsvoorgangers:
Gerechtsbestuur Doorn / Gemeentebestuur Doorn
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Regionaal Archief Zuid-Utrecht, Wijk bij Duurstede. Toegang 164 Gemeentebestuur Doorn 1811-1933 (1961)
VERKORT:
NL-WbdRAZU. 164
Gevonden archiefstukken
1-8-1828: Bestek en Conditiƫn waarna Burgemeester en Assessoren der gemeente van Doorn, zullen aanbesteden, het maken en stellen, van het rasterwerk, met deszelfs steene pilasters en houte hekken, om de nieuw aanteleggene begraafplaats: en wel met alle de materialen daartoe noodig als hout, steen, kalk, cement, ijzerwerk enzovoorts: zoo als nader in dit bestek wordt omschreven. [In margine staat: Goedgekeurd door de Gedeputeerde Staten van Utrecht op heden den 1e Augustus 1828 Ter ordonnantie van dezelve De Griffier der Staten van Utrecht [handtekening]]
Eerstelijk zal het rasterwerk lang zijn, een honderd vier en negentig ellen, en ruim eene palm en hoog boven de begane grond een el zestig duim, daar zal toe moeten gebruikt worden eike palen zwaar dertien a zestien duimen, en niet korter als twee Ellen zeven en zestig duimen, dezelve niet verder van elkander gezet, als van midden op midden twee Ellen en dezelve circa een El zeven duim in den grond gezet, regt en te loot suffisant aangestampt en vastgezet: daartegen aangebragt onder en boven op zijn vereischte maat scheringen of Leggers van greene schrooten vijf, a tien duim, welke de lengte moeten hebben zoodat dezelve drie palen kunnen bereiken en dezelve Circa vier duimen in de palen ingelaten, op ieder paal onder en boven, ider met twee taaije dubbelde nagels suffisant vastgespijkerd, en dan vervolgens berasterd mede met gold gewaterde sparre rasters, en ook door en door niet dunder of ligter aan het dunne end dan vijf duim, en ieder lang vol uit een el zestig duimen, en niet verder van den anderen als in ieder el tien rasters, en dezelve van boven aan het dunne end, als ook mede de eike palen behoorlijk behakt en renoooi goed gekeurd met een vierkante kop spits ofte niet bijgewerkt, in ieder raster op ieder cheering met een vlakke borst circa een en een half duim diep om de